Jean Meslier (1664-1729)

Jean Meslier, 1664-1729

uit "Mijn Testament"

Hoofdstuk 2

Gedachten en Gevoelens van de Auteur
Over de Religies van de Wereld.

 

De wortel van alle smarten die jullie overweldigen en alle misleidingen die jullie in het duister en onder de ijdelheid van bijgeloof vasthouden, evenals onder de tirannieke wetten van de bestuurders van deze wereld, is niets anders, mijn dierbare vrienden, dan dat verfoeilijke beleid van mensen. Er zijn er onder hen die hun gelijken willen onderdrukken, terwijl de anderen aanzien willen verwerven voor hun heiligheid of zelfs hun goddelijkheid; beiden maken zij een knap gebruik, niet alleen van macht en geweld, maar ook van alle soorten listen en geslepenheid om de mensen te bedriegen ten einde hun doel gemakkelijker te bereiken.

 

Dientengevolge lieten die listige en sluwe politici, door gebruik te maken van de zwakheid, goedgelovigheid en onwetendheid van de zwaksten en meest onwetenden, hen geloven wat zij maar wilden. Bijgevolg lieten zij hen met eerbied en onderwerping, of ze nou wilden of niet, alle wetten aanvaarden die zij wilden instellen. Door middel daarvan werden sommigen geëerd en bewonderd, of zelfs aanbeden als goden, of als mensen van uitzonderlijke heiligheid, verkozen door allerlei godheden om hun wil aan de rest van de wereld op te leggen. De anderen werden, met gebruik van die slimmigheden, steeds rijker, machtiger en geduchter, zodat wanneer zij machtig genoeg waren geworden om gevreesd en gehoorzaamd te worden, openlijk en tiranniek hun medemensen aan hun wetten onderwierpen. Met dat doel voor ogen, gebruikten zij ook de twisten, de tweedracht en de vijandelijkheden die vaak optreden onder individuen, omdat de meeste mensen  zeer vaak in hun gemoedstoestanden, hun geest en neigingen van elkaar verschillen; zij kunnen het niet erg lang zonder meningsverschillen en ruzies stellen. En wanneer die verdeeldheid optreedt, slagen diegenen die het sterkste zijn, de brutaalsten en mogelijk de meest kwaadaardigen er altijd in van die kansen gebruik te maken om hun doelstellingen te bereiken en eenvoudiger de leiders van allen te worden.

Dit, mijn vrienden, is de ware basis en de werkelijke oorsprong van al die kwaden die de mensenmaatschappij plagen en er voor zorgen dat het leven van de mensen ellendig is. Dit is de basis en oorsprong van alle dwalingen, alle bedriegerijen, alle bijgelovigheden, alle valse godheden en alle verafgodingen die zich helaas over heel de wereld hebben verspreid. Dit is de basis en de oorsprong van alles wat als het heiligste en meest gewijde wordt beschouwd, van dat wat jullie verteld wordt eerbiedig "godsdienst" te noemen. Dit is de basis en de oorsprong van die zogenaamde heilige en gewijde wetten waarvan jullie verteld wordt dat je die zo nauwgezet moet gehoorzamen, onder de voorwendselen van devotie en godsdienst, als waren het wetten die uit naam van God zelf zijn uitgevaardigd. Dit is de oorsprong van al die pompeuze, maar nutteloze en lachwekkende, rituelen die jullie priesters zich aanmatigen met praalzucht op te voeren, in de viering van hun valse mysterieën en hun zogenaamde goddelijke eredienst. Dit is in een woord, de basis en oorsprong van alles waarvan je geleerd hebt dat als godheden of als goddelijke zaken te eerbiedigen en te aanbidden. Dit is ook de basis en oorsprong van al die prachtige titels en namen als meester, prins, koning, vorst en alleenheerser, die jullie allemaal, onder het mom van jullie als heersers te besturen, als tirannen onderdrukken. Onder het voorwendsel voor het algemeen welzijn te handelen, beroven zij jullie van alle beste en meest mooie dingen die jullie hebben; en door aan te voeren dat zij hun gezag van een of andere godheid verkregen hebben, laten zij jullie hen, gevreesd en geëerbiedigd als godheden, gehoorzamen.. Uiteindelijk is dit de basis en oorsprong van al die andere ijdele titels als edelman, heer, graaf enzovoort, die zoals een schrijver opmerkt, over de wereld krioelen. Zij zijn bijna allemaal als gulzige wolven die jullie, terwijl zij voorgeven hun rechten en gezag te gebruiken, onder hun voeten vertrappen, jullie mishandelen, jullie uitplunderen en het beste wat jullie hebben van jullie stelen.
Dit is eveneens de basis en de oorsprong van al die zogenaamde heilige en gewijde eigenschappen van gebod en kerkelijke en geestelijke macht die jullie priesters en bisschoppen beweren over jullie te hebben; onder het voorwendsel dat zij jullie de goddelijke genade en gunst verlenen, beroven zij jullie geraffineerd van goederen die onvergelijkbaar meer echt en meer zeker zijn dan die zij voorgeven jullie te verlenen. Onder het voorwendsel jullie naar de hemel te drijven, verhinderen ze jullie je hoe dan ook in je leven op aarde te verheugen.; en tot slot, onder het voorwendsel jullie in een of ander ander leven te behoeden voor de denkbeeldige pijnen van een hel die niet bestaat - en evenmin bestaat als dat andere eeuwige leven dat zij, in jullie hoop en angsten, vergeefs voor jullie en onbruikbaar voor hen, in leven trachten te houden,  - dwingen ze jullie in dit leven, dat het enige is waar je aanspraak op kunt maken, de pijnen van een echte hel te lijden.

 

En aangezien de kracht van die vormen van tirannieke regeringen slechts hun bestaan danken aan juist die beginselen en middelen die hen gegrondvest hebben, en aangezien het gevaarlijk is je te verzetten tegen de grondslagen van een godsdienst en er tegen te strijden, net zo gevaarlijk als de grondbeginselen van een staat of republiek op de proef te stellen en mee te rommelen, moet men er niet over verbaasd zijn als de wijze en verlichte mensen zich naar de algemene wetten van een staat schikken, hoe oneerlijk zij daardoor ook mogen zijn, of als zij, in iedere geval ogenschijnlijk, aan de rituelen en richtlijnen van een gevestigde godsdienst gehoorzamen. Ofschoon zij genoeg de vergissingen en de ijdelheid van die godsdienst onderkennen en hoewel zij dan wel onwillig mogen zijn als het erop aankomt zich eraan te onderwerpen, is het desalniettemin voor hen veel nuttiger en voordeliger rustig te leven en te behouden wat ze hebben, dan zichzelf in gevaar te brengen door de stroom van algemene dwalingen te weerleggen, of het gezag van een vorst die alles wil beheersen te weerstaan.

 

Bovendien is het voor de heersers in grote staten en voor overheden, zoals in koninkrijken en keizerrijken, onmogelijk overal in te voorzien. Daarom zorgen zij, om hun macht en gezag in zulke uitgestrekte streken te handhaven, er altijd voor ambtenaren, administrateurs, gouverneurs en grote aantallen andere mensen aan te stellen, om hun gezag te verdedigen, zodat niemand het in feite waagt ervoor verantwoordelijk te zijn zich te verzetten, zelfs niet om openlijk zulk een absoluut gezag te weerspreken, zonder zichzelf in ernstig gevaar te brengen. Daarom doen de meest wijze en meest verlichte mensen er het zwijgen toe, hoewel zij duidelijk de wanorde en het misbruik van zulk een onrechtvaardige en verfoeilijke overheid kunnen zien. Voeg hieraan de persoonlijke denkbeelden en mentaliteit van al diegenen die de grootste, de middelgrote en zelfs de kleinste taken vervullen, of in de burgerlijk of in de kerkelijke staat, of van diegenen die ambiëren die zich toe te eigenen. Zeker is dat geen van hen oprecht probeert het  algemeen belang van allen te dienen, in plaats van te werken voor zijn eigen voordeel en fortuin. Niemand krijgt met zulke taken te maken dan door enig oogmerk van eerzucht of belang, of door wat andere oogmerken die zijn vlees en bloed strelen. Diegenen die hun zinnen zetten op het verkrijgen van de banen en taken in een staat zullen niet diegenen zijn die aan de trots, de eerzucht of de tirannie van een vorst, die zijn wetten aan alles wil opleggen, het hoofd bieden. Integendeel, zij zullen zijn kwade hartstochten en zijn kwalijke bedoelingen aanmoedigen, in de hoop hun eigen positie te verbeteren en in de gunst van zijn gezag te stijgen. Noch zullen diegenen die hun zinnen gezet hebben op de voordelen en waardigheden van de kerk, diegenen zijn die haar bestrijden, omdat zij die posities juist door de gunst en de macht van die vorsten, verkrijgen, noch zij zullen hun waardigheden door zo te handelen kunnen handhaven . Daarom zijn zij de eersten die, allebehalve van die vorsten af te brengen van hun kwade bedoelingen, met hen instemmen en hen vleien in al wat ze doen. Noch zullen zij diegenen zij die de heersende dwalingen afkeuren, of de leugens onthullen, de waanideeën of de bedriegerijen van een valse godsdienst, aangezien hun waardigheden, met de macht en de inkomsten die die verzekeren, juist op die leugens en dwalingen zijn gebaseerd. Rijke vrekken zullen niet de onrechtvaardigheid van de vorst bestrijden, noch zullen zij publiekelijk de dwalingen en misstanden van een valse godsdienst afkeuren, omdat zij meestal hun profijtelijke bezigheid binnen de staat, of hun rijke voordelen binnen de kerk, door de gunsten van hun vorst verkregen hebben. Zij zullen er eerder naar streven hun rijkdommen en schatten op te stapelen, dan een eind te maken aan de dwalingen en publieke wantoestanden, waar ze allemaal profijt van trekken. Noch zullen zij die zich verheugen in de genietingen van een behagelijk leven, diegenen zijn die de misstoestanden waar ik het over heb, aan de kaak stellen. Zij geven er verreweg de voorkeur aan de vruchten te plukken van de genietingen en bekoorlijkheden van het leven, dan aan het riskeren van lijden onder vervolging omdat ze tegen de stroom van algemene dwalingen willen ingaan. De schijnheilige vromen willen die in geen geval bestrijden, omdat zij zichzelf slechts met deugd willen bedekken en een dierbaar voorwendsel van vroomheid en godsdienstige ijver willen benutten, met het doel hun meest afschuwelijke ondeugden te verbergen, en met meer nauwgezetheid de doelen waar zij naar streven te bereiken, terwijl ze altijd op hun eigen belang en bevrediging uit zijn en de anderen met hun aardige en deugdzame uiterlijk bedriegen. Uiteindelijk zal noch de zwakke, noch de onwetende die kwade bedoelingen weerstaan, omdat zij, omdat zij nu eenmaal geen macht of kennis hebben, niet in staat zijn al die dwalingen en bedriegerijen waarmee zij bezig gehouden worden te doorzien. Noch kunnen zij aan de kracht van zulk een stroom van dwalingen weerstand bieden, die hen ongetwijfeld wanneer zij zouden proberen er tegen in te gaan, zou wegspoelen. Bovendien zijn er zo'n hechte verbanden van ondergeschiktheid en onderlinge afhankelijkheid onder alle toestanden en situaties van alle mensen en is er bijna altijd zoveel nijd en jaloezie, zoveel trouweloosheid en verraad, zelfs onder nauwe verwanten, dat zij elkaar niet kunnen vertrouwen. Daarom kunnen zij niets doen of uitvoeren zonder het risico door iemand ontdekt of verraden te worden. Het zou zelfs niet veilig zijn een vriend te vertrouwen, zelfs niet een broer, in een zo belangrijke zaak als het hervormen van zo'n slechte regering. Zodat niemand zich erover hoeft te verbazen, aangezien niemand zich tegen zovele dwalingen en bedriegerijen en de tirannie van de groten der aarde kan of wil verzetten, dat deze ondeugden deze wereld zo machtig en alomvattend regeren. Dit is dus de manier waarop wantoestanden, dwalingen, bijgeloof en tirannie zichzelf in deze wereld hebben geworteld.

 

Men zou tenminste denken dat in zo'n geval godsdienst en politiek het niet met elkaar eens zouden zijn en dat zij volledig tegengestelde standpunten en bedoelingen zouden hebben, aangezien het lijkt alsof de goedheid en vroomheid van de een godsdienst de hardheid en onrechtvaardigheid van een tiranniek bestuur wel zou veroordelen. Van de andere kant zou de zorgvuldigheid van een wijze politiek de wantoestanden, de dwalingen en bedriegerijen van een valse godsdienst, moeten veroordelen. Dat is inderdaad de manier waarop het zou moeten gaan, maar zo werkt het bepaald niet altijd. Zo gaan zij, ofschoon het lijkt dat godsdienst en politiek totaal tegenover elkaar zouden staan en elkaar in hun beginselen en hun geboden zouden tegenspreken, heel goed samen, als zij eenmaal een verbond gesloten hebben en vrienden geworden zijn. Men zou kunnen zeggen dat zij dikke vrienden zijn, want vanaf dat moment verdedigen en steunen ze elkaar. De godsdienst steunt de regering, hoe afschuwelijk dat ook moge klinken. Omgekeerd steunt de regering de godsdienst, hoe dom en nutteloos het ook moge zijn. Aan de ene kant raden de priesters, die de dienaren van de godsdienst zijn, iedereen aan de magistraten, vorsten en heersers te gehoorzamen, als door God aangesteld om over de anderen te heersen, op straffe van vervloeking en eeuwige verdoemenis. Aan de andere kant maken vorsten dat hun volkeren de priesters eerbiedigen en geven zij die priesters een goed salaris en inkomsten en handhaven hen in hun ijdele en verkeerde ambt van hun valse bediening. Zij dwingen het volk alles wat die dienaren doen en alles wat zij anderen bevelen te doen en waarin zij moeten geloven, als gewijd en heilig te beschouwen, onder dat prachtige en bedrieglijke voorwendsel van godsdienst en goddelijke eredienst. Dit is, nogmaals, de manier waarop misbruik, dwalingen, bijgeloof, waanidee en bedrog zichzelf in de wereld hebben geworteld en hoe zij, ondanks alle ellende die zij de arme volkeren, die zuchten onder zo'n pijnlijk en zwaar juk, opleveren, zich toch handhaven.

 

Wellicht zouden jullie, mijn dierbare vrienden, denken dat het mijn bedoeling was, met zovele valse godsdiensten in deze wereld, van dat aantal tenminste de katholieke godsdienst, die wij allen aanhangen, uit te sluiten. De godsdienst waarvan wij zeggen dat het de enige is die de zuivere waarheid predikt, de enige die de ware God zoals het behoort erkent en vereert, en de enige die de mens op de ware weg naar verlossing en eeuwige zaligheid leidt. Maar open jullie ogen, mijn dierbare vrienden, open jullie ogen en ontdoe je van alles wat jullie vrome en onwetende priesters, of jullie spottende, zelfzuchtige leraren, jullie ijverig vertellen en waarin ze je laten geloven, onder het valse voorwendsel van een onfeilbare zekerheid van hun zogenaamde gewijde en heilige godsdienst. Jullie zijn niet meer bedrogen, noch meer misbruikt dan diegenen die het meest misbruikt en bedrogen zijn. Jullie dwalen niet minder dan zij die het verst afgedwaald zijn. Jullie godsdienst is niet minder ijdel en bijgelovig dan welke andere ook. Hij is niet minder vals in zijn beginselen, noch minder lachwekkend en absurd in zijn dogma's en regels. Jullie zijn niet minder afgodisch dan diegenen die jullie durven te af te keuren en te veroordelen vanwege hun afgoderij. De ideeën van de heidenen en die van jullie verschillen alleen van elkaar in naam en voorkomen. Met andere woorden, alles wat jullie leraren en priesters prediken met zoveel ijver en welsprekendheid over de pracht, de uitnemendheid en de heiligheid van de geheimenissen die zij jullie laten aanbidden, alles wat zij jullie zo plechtig over de zekerheid van hun zogenaamde wonderen vertellen, en alles wat zij met zoveel zelfvertrouwen over de luister van de hemelse beloningen verhalen, terwijl zij de verschrikkelijke kastijdingen van de hel aanroeren, zijn niet anders dan waanideeën, dwalingen, leugens, verzinsels en bedrog. Zij werden op de eerste plaats verzonnen door sluwe en geslepen politici; vervolgens zijn daar een aantal verleiders en bedriegers mee doorgegaan; verder werden zij aangenomen en geloofd door onwetende en onbeschaafde volkeren en tenslotte werden zij in stand gehouden door de groten en heersers van de aarde die misbruiken, dwalingen, bijgeloof en bedrog steunden en die hen door middel van hun wetten bekrachtigden, met het oogmerk de massa in toom te houden. Dat is de manier, mijn dierbare vrienden, waarop zij die geregeerd hebben of nog steeds regeren hun volkeren in bedwang houden, aanmatigend en ongestraft voordeel puttend uit de naam van God om gevreesd en geëerbiedigd te worden, liever dan hun volk de denkbeeldige God, met wiens macht zij jullie bang maken, te laten aanbidden en dienen. Dit is de manier waarop zij de kostbare woorden vroomheid en godsdienst misbruiken om de zwakke en de onwetende alles te laten geloven wat zij willen dat hij gelooft. En dit is de manier waarop zij op de hele wereld een weerzinwekkend mysterie van leugens en onrechtvaardigheid vestigen, terwijl ze er allemaal naar zouden moeten streven een rijk van vrede, gerechtigheid en waarheid te vestigen, dat alle volkeren op aarde gelukkig zou moeten maken. Ik zeg dat zij overal een mysterie van ongerechtigheid vestigen, aangezien alle verborgen drijfveren van de meest geraffineerde politiek, evenzeer als de regels en meest vrome godsdienstige ceremonieën, inderdaad niets anders zijn dan mysteries van ongerechtigheid. Ik zeg "mysteries van ongerechtigheid" voor alle volkeren, die de onfortuinlijke slachtoffers zijn van al deze streken en bovendien speeltjes en slachtoffers van de macht van de groten. 

 

bron:  http://www.gospelofthomas.org/