De intellectuele plicht om atheïst te zijn

(een forumdiscussie)

Ik las gister een artikel van Richard Rorty, getiteld ‘Religious Faith, Intellectual Responsibility and Romance’uit ‘Philosophy and social hope’, waarin hij een argument van William James bespreekt over het intellectuele recht op religieus geloof. Hierin wordt een neopragmatisch perspectief op religie ontwikkeld, dat geheel nieuw voor me was, maar wat ik interessant genoeg vond om eens over door te discusseren op dit forum. Hieronder parafraseer ik een deel van de argumentatie. Het is een artikel van iets meer dan 16 pagina’s, en ik pretendeer niet dat ik het uitputtend heb samengevat, integendeel, een paar van de interessantste ideeen heb ik weggelaten. Dit is dus een nogal schraal surrogaat. Maar wie geïnteresseerd is, of het argument wil bekritiseren aan de hand van het origineel, die kan me een pb sturen met zijn/haar emailadres. Dan stuur ik het artikel als pdf op.

 

1. Pragmatisme en overtuigingen

Volgens de pragmatist is het doel van overtuigingen te zorgen voor neigingen om bepaalde vormen van gedrag te vertonen. Een overtuiging is ‘goed’ voor zover ze bijdraagt aan disposities die behoeftes vervullen: overleven, zich gelukkig voelen, het voorspellen en beheersen van natuurverschijnselen, enzovoorts. En een overtuiging is ‘slecht’ in zoverre ze de vervulling van behoeftes in de weg staat. Een pragmatist is dus vooral geïnteresseerd in overtuigingen voor zover ze praktische implicaties hebben in termen van neigingen tot handelen.

 

2. Een utilitaristisch uitgangspunt

De enige gebeurtenissen en dingen waarvan we met recht kunnen zeggen dat ze zouden moeten plaatsvinden of bestaan, zijn de gebeurtenissen en fenomenen die daadwerkelijk door iemand begeerd worden. Als we bijvoorbeeld zeggen dat we iemand die op het punt staat te verdrinken zouden moeten helpen, dan bedoelen we dat het verlenen van zulke hulp door iemand verlangd wordt – in dit geval de drenkeling. Als niemand het tegenovergestelde verlangt van wat we zouden kunnen doen, is er dus op geen manier een plicht om het na te laten.

 

3. Verplicht om religieus geloof te rechtvaardigen?

Een consequentie van deze uitgangspunten is dat men enkel verplicht is zijn overtuigingen te rechtvaardigen als ze in hem een dispositie bewerkstellingen tot handelingen die de vervulling van andermans behoeftes in de weg staan. Als iemands overtuiging enkel gevolgen heeft binnen het private domein, valt deze verplichting dus weg. De vraag of men zich voor religieus geloof dient te verantwoorden kan dus geherformuleerd worden als: valt religie te privatiseren? Dat kan alleen als ze niet in de weg staat van publieke projecten, zoals dat van de wetenschap.............. Lees verder en volg de discussie op het forum.