Op Wiki lees ik dit:Peter van Velzen schreef: Cholesterol eten heeft geen gevolgen, het gaat om de cholesterol die het lichaam zelf aanmaakt.
Het gaat mij om dat laatste zinnetje, daar staat dus; aangezien wij, van de wetenschap geen flauw benul hebben en vooral niet hadden van waar we mee bezig zijn waardoor we u jarenlang linolzuren en meervoudige onverzadigde plantaardige vetten letterlijk door uw strot hebben geduwd menen we nu wel verstand van zaken te hebben.Interpretatie "goed" en "slecht"
Al langer is het in de literatuur bekend dat HDL- en LDL-cholesterol in verschillende subklassen verschijnen. HDL kan bijvoorbeeld in 5 subklassen worden verdeeld, waarbij voor de grootste 3 geldt dat zij er toe bijdragen dat hart- en vaatziekten (HVZ) minder voorkomen. De kleinere twee varianten hebben deze beschermende werking niet. Ook voor LDL geldt iets soortgelijks. LDL wordt op grond van het type vaak in twee categorieën gescheiden: het "small dense LDL" (patroon B) en het "large buoyant LDL" (patroon A). Van small dense LDL (sdLDL) is bekend dat het geassocieerd is met een verhoogde kans op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. De hoogte van de plasmacholesterol concentratie is een afspiegeling van de aanwezige hoeveelheid LDL. De hoeveelheid triglyceriden komt overeen met de hoeveelheid VLDL. Bij verhoogde triglyceriden concentraties in het bloed worden verlaagde HDL concentraties gevonden (negatieve correlatie). De combinatie van "small dense LDL", lage HDL-waarden en hoge TG-waarden noemt men dan ook het "atherogenic lipoprotein profile" oftewel (vrij vertaald) het "atheromabevorderende bloedlipidenprofiel", en deze conditie is deels erfelijk. Het tegenovergestelde is ook waar, de combinatie van grotere LDL deeltjes, verhoogde HDL concentratie en verlaagde triglyceriden in het bloed geeft een significante verkleining van het risico op atherosclerotische aandoeningen en hart- en vaatziekten in het algemeen. Bij de evaluatie van hyperlipidemieën en daarmee de kans op hart- en vaatziekten let de arts op meerdere laboratoriumuitslagen: HDL, LDL, cholesterol, triglyceriden en de cholesterol/HDL ratio. Aan de hand van deze gegevens in combinatie met gegevens uit de Standaard Cardiovasculair Risicomanagement bekijkt de arts de kans op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten en start waar nodig de bijpassende therapie.
LDL-grootte wordt door het Adult Treatment Panel III (V.S.) in toenemende mate gezien als een relevante risicofactor voor hart - en vaatziekten. Het is dus zeker niet alleen het cholesterol dat invloed heeft op de kans op hart- en vaatziekten: allerlei eigenschappen van de vetten die we eten en de vetten in ons bloed zijn van belang. De kennis hiervan neemt in het laatste decennium snel toe.
Ik volg de goede raad op van een Duitse kokkin en The Two Fat Ladies.
Daar voel ik mij prima bij.
