De Encyclopedist schreef: ↑02 okt 2017 22:32
Rereformed schreef: ↑02 okt 2017 20:57
De Encyclopedist schreef: ↑02 okt 2017 19:46Voor mij is het inzicht dat de bijbel geen biologie-, geologie- of astronomiehandboek [...] zo vanzelfsprekend...
Van den Brink maakt zich soms ook schuldig aan deze manier van spreken. Maar imho is het geen eerlijke kritiek op de fundamentalisten. Voor fundamentalisten is het net zo vanzelfsprekend dat de bijbel geen biologie-, geologie- of astronomieboek is.
Is dat zo?
Ja natuurlijk is dat zo. Met zo'n idioot verhaaltje van een rib aan te komen is enkel een goedkope manier om andersdenkenden belachelijk te maken via als voorbeeld de ideeën van een vreselijk simpele ziel te nemen.
Eenzelfde soort unfaire kenschetsing van de tegenstander is de altijd weer herhaalde kritiek dat fundamentalisten alles letterlijk nemen.
Niemand in onze tijd met enige scholing en intelligentie leest alles letterlijk.
Ook is 'letterlijk nemen' niet per definitie afkeurenswaardig. Om maar een voorbeeld te geven, niet de jongeaardecreationist is dom omdat hij de dagen van Genesis 1 leest als letterlijke dagen, maar juist de concordist die ze interpreteert als geologische perioden van honderden miljoenen jaren. De eerste is getrouw aan wat de originele schrijver bedoelde te zeggen, de laatste verkracht de historische tekst door die een betekenis te geven die de originele schrijver nooit bedoeld kán hebben.
Me lijkt het verschil nogal subtiel, niet iets heel anders.
Dat ben ik met je eens. Maar het is niettemin een
belangrijk verschil. Want men maakt zich via deze retoriek schuldig aan een karikatuur maken van de tegenpartij, hetgeen ook je eigen standpunt aan kracht doet verliezen omdat je er dan blijk van geeft de ander niet goed begrepen te hebben.
Mijn opmerking werd eigenlijk getriggerd omdat ik net voordat ik jouw opmerking las onder ogen kreeg hoe van den Brink zijn betoog vervolgt. Een inleiding die van den Brink geeft om de lezer te laten zien waarom hij voor een andere benadering dan die van concordantie kiest. Hij gebruikt daarvoor deze bedenkelijke retoriek:
van den Brink schreef:We kunnen ons afvragen of de vooronderstelling achter het concordisme in zijn diverse vormen wel juist is: geeft de bijbel ons inderdaad expliciet of impliciet correcte wetenschappelijke kennis over hoe het leven de planeet aarde zich ontwikkeld heeft?
Het woordje 'wetenschappelijk' had hij moeten weglaten, aangezien het voor honderd procent zeker is dat de bijbel geen wetenschapsboek is. Die term is een anachronisme als je het over de bijbel hebt, en je overtuigt je lezer dan op een oneerlijke manier om op jouw standpunt uit te komen.
De werkelijke vraag is of de gelovige mag verwachten dat de in de bijbel gegeven informatie over hoe het leven ontstaan is en zich ontwikkeld heeft, correct is. Maar van den Brink geeft daar geen antwoord op, omdat hij de vraag zo neerzette dat het een retorische vraag was.
van den Brink schreef:Was het de bedoeling van de bijbelschrijvers - of van de Heilige Geest - om ons dit soort informatie te geven? Tegelijkertijd kunnen we ons afvragen of het de bijbelschrijvers, zelfs op plaatsen als Genesis 1-3, wel te doen was om de vragen over de oorsprong en ontwikkeling van de aarde die ons vandaag de dag zozeer bezighouden.
Alweer een anachronistische kenschetsing van het onderwerp.
Uiteraard hebben de bijbelschrijvers geen antwoorden gegeven op de vragen over de oorsprong en ontwikkeling van de aarde
die ons vandaag de dag bezighouden. Maar dat houdt geenszins in dat ze
dus niet de bedoeling hadden om ons informatie te geven over de oorsprong en ontwikkeling. Het laatste volgt helemaal niet uit het eerste.
van den Brink schreef:In het Nieuwe Testament worden we hieraan herinnerd wanneer de brief aan de Hebreeën ons voorhoudt: 'Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God'. Als het in het christelijk geloof inderdaad om een geloofsinzicht gaat - een inzicht waarvan men overtuigd raakt door ontmoeting met God in het spoor van zijn openbaring - is het wellicht niet de bedoeling om de juistheid ervan in het licht te stellen door te zoeken naar een nauwkeurige overeenkomst tussen de oudtestamentische scheppingsverhalen en de resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek. Het 'dat' [God de wereld geschapen heeft] is vele malen belangrijker dan het 'hoe'.
Alweer een volkomen gekunstelde redenatie, alsof men uit het feit dat de bijbelschrijvers geen informatie verschaften op basis van natuurwetenschappelijk onderzoek de conclusie kan trekken dat ze niet de bedoeling hadden om informatie te verschaffen aangaande het scheppingsgebeuren. En alsof uit het feit dat het om de
theologische leringen gaat volgt dat andere gegeven informatie er niet toe doet.
In werkelijkheid staan de scheppingsverhalen onder de beroemdste oudtestamentici er zó voor, iets wat van den Brink volkomen negeert:
-Although von Rad excluded Genesis 1:1-2:4a from this analysis, he judged concerning the rest of Genesis 1-11 that with the Jahwist it would be misdirected theological rigorism not to recognize that what he planned was, as far as might be with the means and possibilities of his time, a real and complete primeval history of mankind. No doubt, he presented this span of history from the point of view of the relationship of man to God; but in the endeavor
he also unquestionably wanted to give his contemporaries concrete knowledge of the earliest development of man's civilization, and so this aspect too of J's primeval history has to be taken in earnest. (Old Testament Theology, vol. 1)
Wellhausen aangaande Genesis 1-11 schreef:
-Yet for all this the aim of the narrator is not mainly a religious one. Had he only meant to say that God made the world out of nothing, and made it good, he could have said so in simpler words, and at the same time more distinctly.
There is no doubt that he means to describe the actual course of the genesis of the world, and to be true to nature in doing so; he means to give a cosmogonic theory. Whoever denies this confounds two different things—the value of history for us, and the aim of the writer. While our religious views are or seem to be in conformity with his, we have other ideas about the beginning of the world, because we have other ideas about the world itself, and see in the heavens no vault, in the stars no lamps, nor in the earth the foundation of the universe. But this must not prevent us from recognizing what the theoretical aim of the writer of Gen. 1 really was. He seeks to deduce things as they are from each other: he asks how they are likely to have issued at first from the primal matter, and the world he has before his eyes in doing this in not a mythical world but the present and ordinary one. (Prolegomena to the History of Ancient Israel)
(zie:
http://www.mountainretreatorg.net/apolo ... Engelsma20)