Ik kies het voorbeeld van de hoosbui die me overvalt. Als me dat overkomt kan ik me enorm verongelijkt voelen, vooral als het me heel slecht uitkomt om zeiknat te worden (als het 30 graden is vind ik het minder erg). Maar hoe vreemd toch dat ik me in zo'n situatie verongelijkt kan voelen, er is immers niemand 'schuldig' (behalve misschien ikzelf, want ik bevind me op de plaats waar de hoosbui huishoudt). En ik geloof niet in een hogere entiteit waar ik me kwaad op zou kunnen maken. Dus kennelijk beschouw ik de hoosbui zélf als een entiteit die ik iets kan verwijten. Alsof die hoosbui een soort persoonlijkheid bezit.
Het woord 'verongelijkt' op zich is al een beetje raar. Het lijkt het voltooid deelwoord vorm van het werkwoord (verongelijken), maar dat werkwoord bestaat volgens van Dale helemaal niet. Van Dale zegt erover:
Blijft over dat ik het vreemd vind dat ik me blijkbaar 'tekortgedaan' kan voelen door zoiets als een hoosbui.ver·on·ge·lijkt (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 met het gevoel van iem. die zich tekortgedaan voelt: verongelijkt kijken als iem. die zich oneerlijk behandeld voelt
Hoe zit dat in elkaar?