Maria schreef: ↑04 jan 2022 00:19
Ik probeer me voor te stellen, wat te bedenken bij een verslaving.
Wat overeenkomt, zou kunnen zijn, dat men denkt niet verder te kunnen leven zonder geloof en zonder religie compleet ontregeld kan zijn.
En als men zijn geloof kwijtraakt, vaak daarna er nog een lange nasleep volgt, hoe het leven verder in te passen in een voor hen nieuw soort maatrschappij.
Maar daarmee houdt de vergelijking op.
Ik zou dan ook eerder spreken van een soort geestelijk rouwproces, dan over de gevolgen van lichamelijke onthoudingsverschijnselen.
 
Ik zie het zo: 
Iedereen heeft het zo nu en dan nodig aan de dagelijkse sleur te ontsnappen. De werkelijkheid te ontvluchten. Een avondje voor de buis hangen. Uurtje door het bos rennen, Weekendje stappen, Weekje luieren op een exotisch strand. Een pilletje erbij, of een snuifje, Verhoogt de pret. Doodgewoon. Niks mis mee. Net als eten als je honger hebt.
Alleen wil het soms gebeuren dat de behoefte aan het pilletje, de snuif, de snack steeds sterker, onbedwingbaar wordt. De werkelijkheid van alledag wordt steeds grauwer, steeds moeilijker te doorstaan. Het middel is een levensbehoefte geworden
Er komen fysieke en psychische klachten bij als het middel te lang niet gebruikt wordt .  Het gebruik wordt steeds extremer. Het vluchtgedrag krijgt een pathologisch karakter. De gebruiker is een verslaafde geworden. Hij weet dat hij zijn gezondheid ondermijnt, maar akicken is (vrijwel) onmogelijk.
Een tragisch bijverschijnsel is dat kinderen van verslaafden vaak al bij de geboorte verslaafd zijn en artsen veel moeite moeten doen om ze te laten afkicken.
Zoals voor de drugsverslaafde de euforie van het chemische middel het schuilhol is waar hij aan de grauwe werkelijkheid van het dagelijks bestaan kan ontsnappen, zo vlucht de gelovige (ik heb het nu natuurlijk over het archetype, de verzameling kenmerken en eigenschappen van het gelovig zijn zoals “de kerk” (“moskee”, “sjoel”, “tempel” dat graag ziet en ik weet natuurlijk dat geen enkele levende gelovige daar volledig aan voldoet, maar het gaat mij om het principe) in de illusie van een eeuwig leven voor de “ziel” na de dood van het lichaam, aan de angstaanjagende werkelijkheid van de sterfelijkheid van het leven kan ontsnappen. Alleen gebruikt hij geen chemische middelen, maar mentale in de vorm van een levenslange (zelf)indoctrinatie met strikte leefregels, onwrikbare zekerheden en een veelheid aan meer of minder frequent te volvoeren rituelen.
En net als dat bij drugsverlavingen het geval is wordt deze vorm van vluchtgedrag (Al millennia lang) van generatie op generatie doorgegeven.
En er zijn afkickverschijnselen in de vorm van (letterlijk) doodsangst, een gevoel van verlies, eenzaamheid, verlatenheid, soms uitlopend op echte psychosomatische klachten waar medische/ psychologische hulp bij nodig is om te herstellen. We hebben het dan over een erkend medisch probleem, RTS (religieus traumasyndroom). Inge Bosscha, die ik vijf jaar volg, heeft er meerdere blogs aan gewijd.