VseslavBotkin schreef: ↑02 dec 2024 16:04
de reden die het noemen van alle andere overbodig maakt is het feit dat er voor Madhyamaka niets is dat het verstand te boven gaat. Alle objecten van kennis en het verstand zelf zijn gebaseerd op de illusie van inherent bestaan, bij het verdwijnen van die illusie verdwijnen ook alle kenbare of onkenbare zaken. 
 
Waarom zouden objecten van kennis per se gebaseerd moeten zijn op de illusie van inherent bestaan?
Wij schilderijen schilderijen van deze wereld middels onze woorden en gedachten. Niemand zou het in zijn hoofd halen dat onze penseelstreken of woordklanken een inherent bestaan zouden kunnen hebben. Ze ontlenen iedere betekenis (en buiten die betekenis zijn ze zo goed als niets) enkel en alleen aan het netwerk van verwijzingen waar ze deel van uitmaken. Waarom zou dat met concepten, zoals objecten van kennis zijn, anders zijn?
Je lijkt nu “kenbare zaken” te verstaan alsof we ze nu ‘kennen’ in hun ‘essentie’ of iets dergelijks, alsof we hun ‘ware aard’ zouden hebben blootgelegd. Die essentie en ware aard ontbreken, dus die wijze van kennen is daarom inderdaad onmogelijk.
Dat is echter niet wat kenbaar betekent. Kenbaar betekent: hier we kunnen we een adequaat beeld van schetsen. Onkenbaar betekent: we kunnen dat niet. Adequaat volgens wie? Dat is een oordeel. “Deze kennis is adequaat” is zoiets als “dit schilderij is mooi” of “deze maaltijd smaakt me goed” het is aan degene die de uitspraak doet om te beoordelen of hij er zo over voelt, of niet. Er is geen objectieve maatstaf waar je je voor zoiets op zou kunnen beroepen, noch slaat het ergens op om het ontbreken van die maatstaf als bezwaar aan te voeren. 
VseslavBotkin schreef: ↑02 dec 2024 16:04
Waar de Madhyamaka naar wijst is niet iets dat het verstand te boven gaat, het is het gebrek aan inherente realiteit van alles. De vinger wijst niet naar de maan, maar naar de onvindbaarheid van de maan. Nimsky legde dat eerder mooi uit met zijn vergelijking met Plato.
 
Plato op zijn kop inderdaad, zo wordt de moderne filosofie in zijn geheel getypeerd, ik geloof dat het Deleuze was dat op die manier vaststelde.
Ten eerste blijft de verschijning bij die omdraaiing niet alleen overeind, maar wordt die bovendien ook nog eens vergoddelijkt. Dat is het punt van de omdraaiing: niet de vorm is heilig, zoals voor Plato het geval was, maar de verschijning waar de vorm een afgeleide van is. We draaien het om.
Maar de reactie van Heidegger op deze 
Umwertung waar het moderne project door getypeerd wordt blijf ik sterk vinden. Door de metafysica aldus op zijn kop te zetten, zegt hij, blijf je je verhouden tot diezelfde metafysica. Je blijft zeggen: nee, zoals jij het zegt, zo is het niet, in plaats van de wereld gewoon te laten zijn zoals die wel is. Je blijft daardoor eigenlijk in hetzelfde kader zitten. Je draait het kader alleen om. Dat verandert de wetten die door dat kader in het leven worden geroepen nauwelijks, en de problemen waar je de tegenstand van beticht maak je op die manier tot je eigen problemen. “Een werkelijke wereld!” – “Nee, geen werkelijke wereld!” Het is om het even: voor beiden staat hetzelfde op het spel, ze trekken aan hetzelfde touw, ze staan slechts aan een andere kant.  
Door de essentie van de maan te ontkennen blijf je steken in het spreken over essenties. Het punt is volgens mij om de maan te laten zijn wat die is, zonder daar essenties bij te betrekken. De verschijning van de maan is die verschijning, niet meer, maar ook niet minder.
Niet alleen de metafysicus vergist zich, maar bovendien ook degene die de metafysicus probeert tegen te spreken. Ook die vergist zich nog. 
VseslavBotkin schreef: ↑02 dec 2024 16:04
"The end of knowing" is voor de scepticus de vernietiging van het epistemologische project omdat zowel kenner en gekende leeg zijn. Dat is iets heel anders dan de theïstische "end of knowing", het knielen voor de onbegrijpelijkheid en onbevatbaarheid van God, Ene, Geheel of een ander Hoofdletterwoord naar keuze.
 
Dat weet ik niet, of ze zo anders zijn.
Er vallen natuurlijk een enorm scala aan verschijnselen onder deze veel te grote paraplu. Maar om al dat volgens deze scheiding, deze indeling te rangschikken, met de sceptici aan de ene kant en de mystici aan de andere, dat voelt zeer kunstmatig aan.
Waarom zou de ene “om de juiste reden” zeggen dat de wereld onkenbaar is, dat er niets te kennen valt, en de andere dat “om de verkeerde reden”? Het kan natuurlijk. Maar de redenen die ik kan zien om zo’n scheiding aan te willen brengen zijn wat mij betreft uiterst verdacht.