Maria schreef: ↑15 apr 2025 18:12
Wie heeft hier nog meer herinneringen aan?
Eind jaren 70 heb ik kort op een reformatorische school in een dorp in de Zak van Zuid-Beveland gezeten. Vanwege het werk van mijn vader in de provincie Zeeland was ons gezin destijds vanuit de Randstad naar de genoemde regio verhuisd.
In het dorp waren twee basisscholen. Een openbare en een reformatorische school. Gezien de christelijke achtergrond van mijn ouders (niet reformatorisch, maar wel protestant) lag het voor de hand dat ik op de school met de bijbel terecht zou komen. Dit sloot immers beter aan op het idee van een christelijke opvoeding die zij met mij voor ogen hadden. Achteraf een grote fout, zo zagen mijn ouders later zelf ook wel in.
De cultuurschok kon haast niet groter. Van een gematigd christelijke school in de Randstad naar een streng gelovig regime op een plattelandsdorp.
Als jochie van tien jaar kwam ik binnen in de vijfde klas (wat tegenwoordig groep 7 is). Het eerste dat opviel, waren inderdaad de kledingvoorschriften. Alle meisjes liepen in een jurk of rok rond. Weer of geen weer. Als jongen had ik hier verder uiteraard geen last van. En ik was nog veel te argeloos om mij te realiseren wat dit eventueel met de meisjes deed. Als het überhaupt al iets met ze deed, want als iedereen in de kudde collectief hetzelfde draagt, is dat binnen de groep misschien niet iets om je druk over te maken. Dan is het gewoon zoals het is.
In de hoek van de klas stond een oud traporgel. Elke ochtend speelde de meester erop en werden er op hele noten twee of drie psalmen gezongen. Als kind vond ik dat
niet-ritmisch zingen echt vreselijk. Maar nog veel erger was de catechismus die je uit het hoofd moest leren. Voor wie niet bekend is met de zondagen uit de
Heidelberger Catechismus hieronder de eerste zondag. Voor de goede orde: De catechismus bestaat uit 52 zondagen. Elke zondag bestaat uit meerdere vragen en antwoorden. Om precies te zijn: 52 zondagen met in totaal 129 vragen en 129 antwoorden.
Zondag 1
Vraag 1
Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord
Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven, het eigendom ben, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus. Want Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle macht van de duivel verlost.
Hij bewaart mij zo, dat zonder de wil van mijn hemelse vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, ja zelfs zo, dat alles dienen moet tot mijn heil .
Daarom geeft Hij mij door zijn Heilige Geest ook zekerheid van het eeuwige leven en maakt Hij mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven.
Vraag 2
Wat moet u weten om door deze troost gelukkig te leven en te sterven?
Antwoord
Ten eerste hoe groot mijn zonden en ellende zijn.
Ten tweede hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word.
Ten derde hoe ik God voor zo’n verlossing dankbaar moet zijn.
Met dit soort teksten kinderen indoctrineren die amper 10 jaar oud zijn, valt onder de vrijheid van godsdienst en vrijheid van onderwijs.
En wanneer veel van die kinderen eenmaal volwassen zijn geworden, leggen ze er vrijwillig belijdenis over af en onderschrijven ze de ingeprente waanzin van harte.
Nog een bijzonder detail dat riekt naar kindermishandeling uit die tijd:
Als Sinterklaas op 5 december op de tegenovergelegen openbare school op bezoek kwam, moesten alle jaloezieën in de reformatorische school worden gesloten. Dit om te voorkomen dat de kinderen naar buiten konden kijken en met het heidendom werden geconfronteerd. Zelfs de goedheiligman werd als zedenkwetsend beschouwd.
Gelukkig zagen mijn ouders tijdig in dat ik diep en diep ongelukkig werd op deze school.
Na een half jaar werd ik overgeplaatst naar een school in de 'grote' stad Goes. Nog steeds een protestante school, maar meer met een gematigd klimaat.