@ Siger,
Ik begrijp niet wat er op dit gebied mis is met Dawkins
Dat komt omdat je het vertikt om mijn theorie over hoe mensen mensen geworden zijn, enige aandacht te geven. En dat komt weer doordat die nergens in de academische filosofie te bespeuren valt. En dat komt weer doordat die zich nog steeds ophoudt in een denkwereld waarin de kongsi van despoot en Kerk het denken overheerst en de kerken mochten uitmaken hoe mensen zijn.
Maar dit is een vrijdenkersforum, dus denk even mee met iemand die zich aan dat eeuwenoude paradigma onttrokken heeft.
Wij zijn afkomstig van een aapmensenpopulatie waarin zich het cultuurtje van met de handen uitbeelden van waar je op dat moment aan denkt (en wat je per se wilt communiceren) heeft genesteld. Waarschijnlijk begonnen als een meidenspelletje, in elk geval is het geen overlevings-uitvinding geweest want zónder dat communicatiemiddel deden de aapmensen het ook prima.
Die gebaren-imitaties waren 'namen' voor de 'dingen'. We werden een 'symbolic species', zoals Bickerton ons noemt. Dat was totaal nieuw in de dierenwereld: een dier dat een 'ding' kon communiceren dat niet ter plekke waarneembaar was. Behalve dat het een leuk spelletje was, was het ook wel handig, eigenlijk. Daarom bleef het, en breidde het zich gestaag uit, over de hele stam. Onze voorouders. Ik noem ze hier VO's.
Dat werden hierdoor heel andere dieren dan de natuur ooit gezien had. Wat maakte de VO's zo apart?
1. Een 'naam' voor een 'ding' schept een gevoel van afstand tussen de benoemer en het benoemde ding, tussen
subject en
object. De VO's kwamen gevoelsmatig los te staan van hun omgeving, terwijl andere dieren er willoos onderdeel van bleven. De VO's konden de 'dingen'
objectiveren, relativeren.
2. Een 'naam' geeft een gevoel van
macht over het benoemde. Met een 'naam' grijp je het 'ding' bij de kladden. Je
begrijpt het ding, je krijgt er
grip op, capito? Doordat de VO's een naam hadden voor de sabeltandtijger, verloren ze er hun redeloze angst voor. Doordat de VO's een naam hadden voor het
vuur zijn ze het tenslotte, als enige soort in de natuur, gaan gebruiken in plaats van er in redeloze angst voor op de loop te blijven gaan. Dit heeft hen tenslotte echt tot 'mensen'(
Homo) doen worden.
3. Met dit nieuwe communicatiemiddel konden de VO's kennis van de ene generatie op de andere overdragen, kennis kon zich bij hen gaan opstapelen.
4. Met dit nieuwe communicatiemiddel konden de VO's individuele vindingrijkheid op één hoop gooien. Twee weten meer dan één, en met een hele groep kun je vaak reddende oplossingen bedenken. de VO's konden
brainstormen.
5. (OK, komt een beetje voort uit 4.): de VO's konden plannen beramen. Van een bang troepje aapmensen werden ze de
hooligans van de savanne.
Kijk, Siger, hier weet Dawkins niks van, en ook Dennett niet en de hele reutemeteut van de academische filosofie niet. Wat? De enige mensen ter wereld die dit weten zijn Siger en couw.

Nou moet ik Siger nog wel even duidelijk maken wat dit met
religie van doen heeft.
Met het
vuur werden de VO's
Homo, en verbreidden ze zich buiten hun tropische bakermat. Ik noem ze nu verder Vroege Mensen (VM's). Versta daaronder
H. erectus,
H. heidelbergensis,
H. neandertalensis, en zo meer. Steeds meer 'namen' voor steeds meer 'dingen', ze kwamen mentaal in een 'woordenwereld' te leven, een wereld waarin alle relevante 'dingen' een 'naam' hadden. Ze werden 'talige wezens': schepselen voor wie de 'dingen' slechts bestaan als en in zoverre ze er een 'naam' voor hebben. Dat schonk hen weliswaar
macht over hun omgeving, maar het had ook een nare kant. Ze verloren hun dierlijke instinctzekerheid. Bij de individuele keuze tussen iets 'instinctief' doen dan wel als resultaat van gezamenlijk overleg, kozen ze steeds meer het laatste. Geen twee kapiteins op het schip van je besluitname: het instinct legde het steeds meer af.
Aangezien hun 'taligheid' met niets begonnen was en bij de VM's nog steeds weinig voorstelde, terwijl die desalniettemin hun beslissingen lieten afhangen van dat hachelijke overleg, werden ze onzeker.
Met onzekerheid valt niet te leven, dus hanteerden ze van stond af aan twee zekerheidverschaffende mechanismen:
herhalen en
geloven.
Herhalen: de dingen doen zoals de voorouders het altijd deden. De VM's werden oer- en oerconservatief. De paleo's (ja, zo noem ik alle soorten onderzoekers die voor ons Verhaal van belang zijn) verbazen zich er nog steeds over: twee miljoen jaar hetzelfde ontwerp vuistbijl
Ook het elke lieve dag besluiten met het dansen/zingen van het Scheppingsverhaal van hun woordenwereld (daarover dadelijk meer) rond het kampvuur was hun mechaniek om hun woordenwereld te bevestigen. Zelfs de Aboriginals raakten nog volslagen apathisch toen de Engelsen hun land in beslag namen en ze het niet langer konden dansen/zingen: hun wereld had opgehouden te bestaan, en dus ook zijzelf bestonden daarmee niet langer. Herhaalde bewegingen maken endorfines vrij: dansen, joggen, ritme, ik denk hierbij aan die olifant in Burger's Dierenpark: urenlang stond hij op één plek kop met slurf heen en weer te zwaaien, daarbij de voorpoten beurtelings kruisend.
Geloven: dat de dingen zijn zoals je graag wilt dat ze zijn; of zoals iemand met gezag zégt dat ze zijn. Geloven in de magie van spreuken en 'heilige' voorwerpen.
Nu het Scheppingsverhaal. De VM's verbreidden zich over Eurazië. Dat ging heel langzaam. Pas als een groep te groot werd, kreeg je spanningen en dan besloot een klein groepje jonge vrouwen, kinderen en mannen om een nieuw gebied in gebruik te gaan nemen. Niet verder weg van een dagreis of tien, want ze bleven elkaar nodig hebben, voor partners, voor bepaalde medische kruiden of materialen, of om op te kunnen terugvallen bij hongersnood of ramp. Het nieuwe gebied dat de kolonisten betraden, was nog 'woest en ledig': de dingen hadden er nog geen 'naam'. Voor hun nakomelingen was dat eerste groepje de scheppende Grote Voorouder. Ze waren talige wezens, voor wie de dingen slechts bestaan als en in zoverre ze er een 'naam' voor hebben. De Grote Voorouder (het tot één Scheppende Figuur samengetrokken groepje eerste kolonisten) was een mythische Figuur: half mens half dier, noch man noch vrouw, kon door de lucht of onder de grond door. Op één plek het stamgebied binnengekomen liet Hij overal de voor de stam belangrijke elementen (bossen, bomen, moerassen en bergen, rivieren en meren) achter, en op één plek de zielen die bij een passerende vrouw een nieuw leven konden beginnen en waarheen de ziel na het overlijden terug ging om een nieuwe kans af te wachten. Zelfs vandaag nog vinden antropologen over de hele wereld nog wel sporen van dit Scheppingsverhaal. Geen VM-stam die het ooit zonde zijn Scheppingsverhaal heeft kunnen of hoeven stellen. 95% van het bestaan van onze soort hebben onze voorouders hun wereld op deze manier beleefd. Het is deel van ons genoom geworden: het
religieuze gevoel waarmee ieder van ons geboren wordt en behept blijft, al uit het zich bij de één zus en bij de ander zó.
Kijk, Siger, hier weet Dawkins niets van af, noch de reutemeteut. In zijn terechte afkeer van het godgeloof, dat sinds een paar duizend jaar parasiteert op ons aangeboren religieuze gevoel, gooit hij met dat badwater het kind weg. Nou zijn er aangeboren neigingen, zoals die tot ons overeten bij overvloed, of vreemdelingenangst, die we in ons moeten bestrijden. Maar het religieuze gevoel hangt nauw samen met ons saamhorigheidsgevoel, en dat moet juist gekoesterd.
Zo, nou vind ik het wel weer genoeg voor vandaag. Ik heb een Verhaal in de aanbieding, en de enige manier is: het te vertellen. Puf-puf!.