Re: ontdekkingsreis van een vreemdeling
Geplaatst: 20 sep 2016 19:34
Ik leerde in korte tijd verschillende andere beroepen, tot zich een vacature aandiende in Artis, waar ik kon gaan werken bij de Wolven de hyena's en de Dingo's.
Ze betaalden er zelfs wekelijks geld voor, niet veel...dat nou ook weer niet, maar ik had het best voor niets willen doen...
Ik had het daar erg naar mijn zin, en kon mij steeds meer gaan verdiepen in diergedrag. Tot op heden houd ik mij daar nog altijd mee bezig, d.w.z. met de studie, want werken doe ik al heel lang niet meer. Vanwege twee (mislukte) rug operaties, moest ik al stoppen met zwaar belastend werk toen ik begin dertig was.
In mijn vrije tijd las ik als een bezetene. Alles dat betrekking had op de tweede wereld oorlog verslond ik in een woedend delirium om toch maar een glimp op te kunnen vangen wie mijn ouders geweest waren. Wellicht waren er nog mensen die ze hadden gekend of gezien. Duizenden foto's heb ik bekeken in de hoop iets te ontdekken.
Hoeveel massagraven kan men aan, hoeveel perversiteiten zijn nog te verwerken? Ik viel in een poel van duistere ellende, van onbeschrijfelijk leed, en niet te bevatten menselijk wangedrag.
Jaar na jaar verstreek, maar ik bleef lopen in de mist. In een verduisterde omgeving van peilloos verdriet.
Ik wist toen nog niet wat een depressie was, maar ik zal er beslist wel een paar gehad hebben.
Vriendschappen hield ik er niet meer op na, want ik was geen aangenaam gezelschap. Alleen de aanwezigheid van dieren deed mij goed, want zij stelden geen eisen, en zochten mij niet met kwaadaardige bedoelingen. Omtrent ethisch en sociaal gedrag leerde ik meer van hen dan van mijn soortgenoten. Die dieren die ik verzorgde leefden ook in groepen, net als wij.
Zij waren evenals mijn medemensen zwaar bewapend. Maar zij waren er niet op uit om hun roedelgenoten te doden. Zelfs vreemdelingen die in de groep verzeild geraakten werden slechts verjaagd, maar niet gedood. Enkel prooidieren werden gedood, doch nooit uit kwaadaardigheid. Een leeuw is niet boos op een gazelle, hij vind het geen verachtelijk dier maar denkt alleen Ha...Lunch! Ik ben er van overtuigd dat dieren mij in leven hielden met hun nimmer aflatende vriendelijkheid,en vooral de wolven en de dingo's bezaten een zuiver werkend gevoel voor de stemming waarin ik verkeerde. Vaak heel subtiel gaven zij blijk van medeleven wanneer je eens wat al te neerslachtig was. Een natte neus in je bakkes, en likje of een grommetje in het voorbijgaan, dat maakte mij gelukkig en stemde mij dankbaar. Zij schonken grootmoedig levenskracht als ik bij hen bleef slapen, omdat er een bevalling op komst was.
Als het zonder problemen verliep, kreeg ik als eerste hun kinderen te zien, en huilde ik van dankbaarheid vanwege het geschonken vertrouwen.
Langzaam probeerde ik de controle over mijn gemoedstoestand terug te krijgen. Ik zwierf veel door Amsterdam, en bezocht de schamele restanten van wat eens een bloeiende Joodse wijk was geweest. De Weesperstraat lag erbij als een rottend gebit, met overal afbraakpanden begroeid met planten van allerlei soort. Vroeger zou ik onkruid gezegd hebben maar die woorden gebruik ik al zestig jaar niet meer. Onkruid en ongedierte bestaan helemaal niet. Er is kruid, en er is gedierte...Onmensen, ja die bestaan, en het is geen bedreigde soort. Nou ja een beetje dan.
zij worden bedreigd door andere onmensen.
Tot mijn verbazing was er te midden van die verpaupering van het voormalige ghetto en Joods bakkertje. In zijn kleine winkel kon je traditionele Joodse bakkers producten kopen. Wat hij maakte was zo lekker dat ik daar elke week terugging. Maar ach, de straat werd gesaneerd, alles ging tegen de vlakte, en nu staan er kantoorkolossen zonder ziel.
Het is nog droefgeestiger geworden dan de voormalige Joodse wijk, hoe armoedig die aanblik ook was...
Ik bezocht de leegstaande oude en nieuwe sjoel* aan het Jonas Daniël Meijerplein, waar toen nog geen afschuwelijke snelweg doorheen liep, en hoorde in mijn verbeelding de vrolijke stemmen van Yiddische Jeledjes*,spelend tussen de huizen, en heel langzaam trok de mist op. Zonder het te beseffen was ik bezig te berusten. Ik begaf mij op sjabbat naar een sjoel, maar ik had alleen een astrakan muts om mijn hoofd te bedekken. Midden in de zomer moet ik een nogal opvallende verschijning zijn geweest, maar dat was voor mij geen bron van zorg. Ik was daar als in trans, en toen de chazan een gebed aanhief besefte ik dat ik thuis was. Ik verstond geen woord Hebreeuws, maar de melodie en de melancholieke manier van zingen klonk ongewoon vertrouwd, alsof ik uit een lange slaap gewekt werd, en ontwaakte in een ruimte gevuld met oude bekenden.
Gelukkig heb ik aan heel weinig slaap voldoende. Twee soms drie uur slaap daar kan ik uitstekend mee leven, en daar ben ik heel blij mee. Ik vind het eeuwig zonde om één derde deel van mijn leven door te brengen in bewusteloze toestand. Daarom had ik veel tijd beschikbaar weer eens een geheel nieuwe studie te beginnen. En snelcursus Hebreeuws, godsdienstlessen, en opnieuw zangles nemen, want nu ik geen priester meer kon worden wilde ik op z'n minst chazan worden.
Een tegenvaller was dat de lessen mijn begroting ver te boven gingen. Ik moest een manier vinden om meer geld te verdienen want van mijn schamele salaris kon ik net de kamerhuur en wat eten betalen. Nam ik er een baan bij dan hield ik weer te weinig tijd over om mijn toekomstplannen te realiseren.
Er zat niets anders op dan een beter betaalde baan te vinden. Het meest ongezonde en onaangename werk bleek het best te betalen, dus werd ik verfspuiter. De opleiding was in de praktijk, en bovendien kosteloos. Na een paar weken kon ik geheel zelfstandig werken, en verdiende ik ruim het dubbele van wat ik gewend was. Het lesgeld kon betaald worden.
De volgende stap was een sjoel vinden waar ik mij bij thuis voelde. De meeste waren namelijk orthodox, en daar zag men mij eerder als een goed bedoelende goi*, dan als Jood. Ik werd duidelijk op afstand gehouden.
Bovendien had ik als dierenliefhebber nogal een aversie tegen ritueel slachten...Die hele koshere* keuken kwam mij nodeloos ingewikkeld over. Ik was niet in die traditie grootgebracht, en bij het ochtend gebed god danken dat ik niet als vrouw geboren was vond ik vrij stuitend.
Na een tijdje zoeken kwam ik terecht in een sjoel aan de Lairessestraat, hier in dit vertimmerde woonhuis trof ik het restant aan van wat eens een bloeiende uit z'n krachten gegroeide joodse gemeenschap was geweest. Deze gemeente had echter een zeer bezielende rabbijn. Een begenadigd spreker, en een groot inspirator. Zijn rechterhand was een Chazan die zowel beschikte over een stralend mooi stemgeluid, als grote muzikale gaven.
Wat mij verheugde is dat in deze sjoel mannen en vrouwen door elkaar zaten, terwijl dat bij de orthodoxen strikt gescheiden was. Dat deed mij sterk denken aan de krampachtige scheiding van de seksen in mijn lagere schooltijd.
De mensen waren erg aardig voor mij en al snel voelde ik mij er helemaal thuis. Alles leek daar in een ontspannen sfeer te gaan, men kwam gewoon met de auto naar sjoel, en niemand deed krampachtig zijn best de indruk te wekken dat zij op sjabbat helemaal waren komen lopen.
*Jeled Hebr. kind
*Sjoel Yiddish. synagoge
*Goi Hebr. niet jood.
*van Casjroet Hebr. Ritueel geoorloofd
Ze betaalden er zelfs wekelijks geld voor, niet veel...dat nou ook weer niet, maar ik had het best voor niets willen doen...
Ik had het daar erg naar mijn zin, en kon mij steeds meer gaan verdiepen in diergedrag. Tot op heden houd ik mij daar nog altijd mee bezig, d.w.z. met de studie, want werken doe ik al heel lang niet meer. Vanwege twee (mislukte) rug operaties, moest ik al stoppen met zwaar belastend werk toen ik begin dertig was.
In mijn vrije tijd las ik als een bezetene. Alles dat betrekking had op de tweede wereld oorlog verslond ik in een woedend delirium om toch maar een glimp op te kunnen vangen wie mijn ouders geweest waren. Wellicht waren er nog mensen die ze hadden gekend of gezien. Duizenden foto's heb ik bekeken in de hoop iets te ontdekken.
Hoeveel massagraven kan men aan, hoeveel perversiteiten zijn nog te verwerken? Ik viel in een poel van duistere ellende, van onbeschrijfelijk leed, en niet te bevatten menselijk wangedrag.
Jaar na jaar verstreek, maar ik bleef lopen in de mist. In een verduisterde omgeving van peilloos verdriet.
Ik wist toen nog niet wat een depressie was, maar ik zal er beslist wel een paar gehad hebben.
Vriendschappen hield ik er niet meer op na, want ik was geen aangenaam gezelschap. Alleen de aanwezigheid van dieren deed mij goed, want zij stelden geen eisen, en zochten mij niet met kwaadaardige bedoelingen. Omtrent ethisch en sociaal gedrag leerde ik meer van hen dan van mijn soortgenoten. Die dieren die ik verzorgde leefden ook in groepen, net als wij.
Zij waren evenals mijn medemensen zwaar bewapend. Maar zij waren er niet op uit om hun roedelgenoten te doden. Zelfs vreemdelingen die in de groep verzeild geraakten werden slechts verjaagd, maar niet gedood. Enkel prooidieren werden gedood, doch nooit uit kwaadaardigheid. Een leeuw is niet boos op een gazelle, hij vind het geen verachtelijk dier maar denkt alleen Ha...Lunch! Ik ben er van overtuigd dat dieren mij in leven hielden met hun nimmer aflatende vriendelijkheid,en vooral de wolven en de dingo's bezaten een zuiver werkend gevoel voor de stemming waarin ik verkeerde. Vaak heel subtiel gaven zij blijk van medeleven wanneer je eens wat al te neerslachtig was. Een natte neus in je bakkes, en likje of een grommetje in het voorbijgaan, dat maakte mij gelukkig en stemde mij dankbaar. Zij schonken grootmoedig levenskracht als ik bij hen bleef slapen, omdat er een bevalling op komst was.
Als het zonder problemen verliep, kreeg ik als eerste hun kinderen te zien, en huilde ik van dankbaarheid vanwege het geschonken vertrouwen.
Langzaam probeerde ik de controle over mijn gemoedstoestand terug te krijgen. Ik zwierf veel door Amsterdam, en bezocht de schamele restanten van wat eens een bloeiende Joodse wijk was geweest. De Weesperstraat lag erbij als een rottend gebit, met overal afbraakpanden begroeid met planten van allerlei soort. Vroeger zou ik onkruid gezegd hebben maar die woorden gebruik ik al zestig jaar niet meer. Onkruid en ongedierte bestaan helemaal niet. Er is kruid, en er is gedierte...Onmensen, ja die bestaan, en het is geen bedreigde soort. Nou ja een beetje dan.
zij worden bedreigd door andere onmensen.
Tot mijn verbazing was er te midden van die verpaupering van het voormalige ghetto en Joods bakkertje. In zijn kleine winkel kon je traditionele Joodse bakkers producten kopen. Wat hij maakte was zo lekker dat ik daar elke week terugging. Maar ach, de straat werd gesaneerd, alles ging tegen de vlakte, en nu staan er kantoorkolossen zonder ziel.
Het is nog droefgeestiger geworden dan de voormalige Joodse wijk, hoe armoedig die aanblik ook was...
Ik bezocht de leegstaande oude en nieuwe sjoel* aan het Jonas Daniël Meijerplein, waar toen nog geen afschuwelijke snelweg doorheen liep, en hoorde in mijn verbeelding de vrolijke stemmen van Yiddische Jeledjes*,spelend tussen de huizen, en heel langzaam trok de mist op. Zonder het te beseffen was ik bezig te berusten. Ik begaf mij op sjabbat naar een sjoel, maar ik had alleen een astrakan muts om mijn hoofd te bedekken. Midden in de zomer moet ik een nogal opvallende verschijning zijn geweest, maar dat was voor mij geen bron van zorg. Ik was daar als in trans, en toen de chazan een gebed aanhief besefte ik dat ik thuis was. Ik verstond geen woord Hebreeuws, maar de melodie en de melancholieke manier van zingen klonk ongewoon vertrouwd, alsof ik uit een lange slaap gewekt werd, en ontwaakte in een ruimte gevuld met oude bekenden.
Gelukkig heb ik aan heel weinig slaap voldoende. Twee soms drie uur slaap daar kan ik uitstekend mee leven, en daar ben ik heel blij mee. Ik vind het eeuwig zonde om één derde deel van mijn leven door te brengen in bewusteloze toestand. Daarom had ik veel tijd beschikbaar weer eens een geheel nieuwe studie te beginnen. En snelcursus Hebreeuws, godsdienstlessen, en opnieuw zangles nemen, want nu ik geen priester meer kon worden wilde ik op z'n minst chazan worden.
Een tegenvaller was dat de lessen mijn begroting ver te boven gingen. Ik moest een manier vinden om meer geld te verdienen want van mijn schamele salaris kon ik net de kamerhuur en wat eten betalen. Nam ik er een baan bij dan hield ik weer te weinig tijd over om mijn toekomstplannen te realiseren.
Er zat niets anders op dan een beter betaalde baan te vinden. Het meest ongezonde en onaangename werk bleek het best te betalen, dus werd ik verfspuiter. De opleiding was in de praktijk, en bovendien kosteloos. Na een paar weken kon ik geheel zelfstandig werken, en verdiende ik ruim het dubbele van wat ik gewend was. Het lesgeld kon betaald worden.
De volgende stap was een sjoel vinden waar ik mij bij thuis voelde. De meeste waren namelijk orthodox, en daar zag men mij eerder als een goed bedoelende goi*, dan als Jood. Ik werd duidelijk op afstand gehouden.
Bovendien had ik als dierenliefhebber nogal een aversie tegen ritueel slachten...Die hele koshere* keuken kwam mij nodeloos ingewikkeld over. Ik was niet in die traditie grootgebracht, en bij het ochtend gebed god danken dat ik niet als vrouw geboren was vond ik vrij stuitend.
Na een tijdje zoeken kwam ik terecht in een sjoel aan de Lairessestraat, hier in dit vertimmerde woonhuis trof ik het restant aan van wat eens een bloeiende uit z'n krachten gegroeide joodse gemeenschap was geweest. Deze gemeente had echter een zeer bezielende rabbijn. Een begenadigd spreker, en een groot inspirator. Zijn rechterhand was een Chazan die zowel beschikte over een stralend mooi stemgeluid, als grote muzikale gaven.
Wat mij verheugde is dat in deze sjoel mannen en vrouwen door elkaar zaten, terwijl dat bij de orthodoxen strikt gescheiden was. Dat deed mij sterk denken aan de krampachtige scheiding van de seksen in mijn lagere schooltijd.
De mensen waren erg aardig voor mij en al snel voelde ik mij er helemaal thuis. Alles leek daar in een ontspannen sfeer te gaan, men kwam gewoon met de auto naar sjoel, en niemand deed krampachtig zijn best de indruk te wekken dat zij op sjabbat helemaal waren komen lopen.
*Jeled Hebr. kind
*Sjoel Yiddish. synagoge
*Goi Hebr. niet jood.
*van Casjroet Hebr. Ritueel geoorloofd