Ik heb de docu nu voor zo’n tweederde deel gezien.
Mooi gedaan zo op dat snijvlak tusssen kwantummechanica en het boeddhisme, en ook heel leuk om Rovelli zijn ervaringen met Nagarjoena te horen op het moment dat ik
datzelfde boek ook aan het lezen ben.
Totale onderlinge afhankelijkheid: dingen bestaan enkel en alleen in relatie tot andere dingen. Helemaal mee eens. De vraag naar de ultieme werkelijkheid, naar het fundament onder alles, is in zekere zin een verkeerde vraag, inderdaad.
Ik vond dat vooral de dame uit Tsjechië vanaf minuut 30 t/m minuut 33:44 het principe van het
worden sterk uitlegt.
Toch zie ik één belangrijke bewering, aanname, veronderstelling in deze video waar ik vraagtekens bij plaats, en dat raakt ook aan de titel.
De stelling namelijk dat de conventionele werkelijkheid misleidend zou zijn. De witte bloem, zegt Garfield, verschijnt aan ons alsof die een bestaan in zichzelf zou hebben, los van onze ervaring ervan. Is dat zo, verschijnt zij op die manier?
Ik ben het er natuurlijk mee eens dat die vergissing regelmatig gemaakt wordt. Ik durf te betwijfelen echter, of het begaan van die fout werkelijk “de conventionele manier van benaderen” van die bloem, of andere dingen, genoemd kan worden.
Dus, te denken dat de bloem een bestaan in zichzelf heeft – ik betwijfel dat die vergissing zo algemeen zou zijn als hier gesuggereerd wordt. Dat het een soort van “de reguliere manier van beschouwen” zou vertegenwoordigen.
Ik zou zeggen van niet, of tenminste, ik vraag me af, of de conventie, het gezonde verstand, de naïeve houding, niet iets beter weet dan dat, en het niet altijd juist precies de “nerds” zijn geweest, de betweters, de overijverigen, en voornamelijk hen, die naar deze fout neigen.
Natuurlijk hebben wij “in het westerse denken altijd naar natuurwetten gezocht” – maar dat betekent niet dat wij in onze conventionele, alledaagse blik, denken en kijken in termen van natuurwetten!
In het alledaagse verstaan van de wereld is daar toch geen spraken van? En zeggen wij toch gewoon, zaken als:
“Het schijnt mij toe dat…”
“Het lijkt dat…”
“Het ziet er naar uit dat...”
Niets fundamentele waarheid! Relationele waarheid, waar je maar kijkt.
Dat er dan een handjevol rare vogels hebben gezegd; “eigenlijk is het heel anders hoor!”, wat zou dat? Wie heeft hen eigenlijk ooit serieus genomen?
Waren er soms geen religieuze denkers meer over toen een handjevol wetenschappers aldus spraken? Waren er soms geen a-wetenschappelijke mensen in het algemeen meer over? Was de wetenschappelijke visie toen de enige?
Nee, dat lijkt me niet, zo is het nooit geweest. Dat de wetenschapper soms zijn hand overspeelt is één ding, te suggereren dat de gehele rest van de samenleving daar in meeging, en als het ware, foldde voor die bluf, dat is mijn een brug te ver.
Het grote probleem van de anti-filosoof is dat de leek gewoon tegen hem kan zeggen: “Ja, nou en? Zo ver was ik toch al lang? Wat nou fundamenten, wat nou onderliggende realiteit? Wie heeft ooit beweerd dat de werkelijkheid daar van afhankelijk zou zijn? Jullie nerds waren het in de eerste plaats die daarover begonnen, dus wat zou mij er aan gelegen zijn als ze er nu toch niet blijken te zijn?”