siger schreef:
Eerst toen het Nazisme het griezelverhaal van het erfelijk determinisme tot zijn waanzinnigste consequenties had doorgevoerd, ontstond er even een beschaamde stilte onder de hogepriesters van de zelfzucht. Maar al spoedig volgden suksessen in de ontcijfering van DNA en werden nieuwe theoretische modellen op punt gezet. Erfelijk determinisme begon weer schuchter terrein te winnen. De nieuwe naam was niet meer “machtige stier”, “adellijk bloed”, “wet van de sterkse” of “sociaal darwinisme” maar wel “sociobiologie” (die, na enige opschudding verwekt te hebben, een nieuwe schuilplaats zou vinden onder de noemer “evolutionaire psychologie”.)
Volgens mij vergelijk je hier onterecht het Nazisme met de evolutionaire psychologie.
Het was zeker niet Wilson's idee, evenmin als die van andere 'sociobiologen', om zo'n politiek debat te laten ontstaan. En het debat is uiteindelijk onzinnig gebleken...
Als men alle aspecten van het menselijk gedrag overziet (denk aan genegenheid, verkeer, kunst, liefde, wetenschap, technologie, filosofie, fictie, religie...), moet men al vlug besluiten dat het even onmogelijk is ons streven en onze daden af te leiden uit de 250.000 genen die mensen bezitten, als het onmogelijk is de hele inhoud van een universiteitsbibliotheek af te leiden uit één woordenboek. Net zoals bij het woordenboek, hangt alles af van hoe een handvol herhaalbare bouwblokjes (letters, woorden of genen) zich nestelt in een onvoorspelbaar wisselende omgevin
Men is het er al over eens dat het gedrag een interactie is tussen genen en omgeving.
Dus geen nature en geen nurture.
Volgens de klassieke theorie van de natuurlijke selectie sterven onbaatzuchtige individuen vanzelf uit, maar toch offeren grote aantallen mierenwerkers zich elke generatie op zonder eindelijk eens uit te sterven. William D. Hamilton heeft een rekenkundig antwoord op dit probleem geformuleerd, namelijk de verwantschapsselectie (“kin selection”.) Verwantsschapsselectie komt hierop neer dat, aangezien iemands genen voor een deel ook in diens verwanten zitten, een individu dat sterft haar genen kan voortzetten als daarbij meer dan twee broers of zussen, of meer dan acht neven of nichten, etc.... overleven. Niet de overleving van van de groep, de familie of zelfs een individu was dus van belang, maar de overleving van het gen (“inclusive fitness”.) Het principe werd in 1976 uitgewerkt door Richard Dawkins in “The Selfish Gene”. Dawkins, nooit verlegen om een eerlijk standpunt; verweet Wilson te geloven in familieselectie en zelfs in de verfoeide groepsselectie. Volgens sommigen betekende "The Selfish Gene" niet minder dan de redding van de sociobiologie.
Waar verwijt Dawkins Wilson iets? Tegenwoordig begint Wilson inderdaad weer te denken aan groepsselectie, maar toentertijd naar mijn weten nog niet.
Ook Noam Chomsky protesteerde. Sociale biologie, schrijft hij, werd feitelijk 85 jaar eerder ingeluid door de anarchist en natuurwetenschapper Peter Krooptkin in “Mutual Aid: a Factor of Evolution” gedrukt in 1902. In dit boek bekritiseert Kropotkin de conclusies omtrent de “strijd voor het bestaan” van de bekende T.H. Huxley, die nooit publiek antwoordde, maar in een persoonlijke brief aan Kropotkin diens werk “interessant en belangrijk” noemde. Kropotkin's ideeën over de rol van samenwerking in evolutie, met zijn implicaties voor een anarchistische sociale organisatie, is vandaag even krachtig als de huidige sociobiologie. Maar op een of andere onbegrijpelijke wijze raakte dit werk niet in de “canon”.
Ik dacht dat Chomsky de sociobiologie niet afwees, maar het zelfs gebruikte voor sommige van zijn linguistische ideeën. Heb je geen bronnen?
Na Kropotkin hebben ook Lorenz, Tinbergen, Goodall en anderen onderzoek verricht naar gedrag van dieren. Er is mi. een schril contrast tussen hun boeken, die de verrassende rijkdom van het leven toonden, en het reductionisme van de nieuwe biologen dat alles uitholt en armer maakt – die een veelkleurige, schuimende wereld onttovert in een machinehal vol schimmige, haperende mechanieken. Nog belangrijker is dat wetenschappers met zulk een wereldbeeld, wetenschappers wiens droom onze nachtmerrie is, menen te weten dat jij en ik “enkel-dit” zijn, en we beter doen wat zij ons vertellen om ongelukken te voorkomen
.
Ik moest hier wel even lachen. Je vergelijkt de sociobiologie met het nazisme, maar van alle gedragsbiologen was Lorenz waarschijnlijk één van de enigen die zich heeft beziggehouden met NAzi-praktijken (hij was zelf lid geweest van de Nazi-partij).
Op het moment leidt het reductionisme inderdaad in de biologie.
De verontwaardiging voor Wilson's ideeën kwam niet van christenen maar van linkse wetenschappers, en ook van seculiere Joden uit het Amerikaanse Cambridge. Links weigerde te aanvaarden dat de samenleving onverbeterbaar was; Joden weigerden de holocaust the beschouwen als een uiting van onze natuur. Hoe kon ooit een betere samenleving opgebouwd worden als mensen voor altijd door hun genen aan de leiband werden gehouden?
Er waren inkse wetenschappers die het er wel mee eens waren. Maar Wilson had inderdaad het de twintig bladzijden over het menselijk gedrag mss beter niet in zijn boek gestoken.
Maar terug: nu is het concept nature en nurture helemaal veranderd dan toen.
Het laagtepunt kwam in 1978, tijdens een meeting van de American Association for the Advancement of Science, waar een protesteerder een emmer ijswater over Wilson's hoofd kieperde, terwijl leden van het International Committee Against Racism op het podium klommen en Wilson ervan beschuldigden genocide, racisme en sexisme goed te praten. Gould, die ook aanwezig was, veroordeelde het incident.
Je moet je bronnen is checken. Wilson kreeg geen emmer ijswater over zich heen. Alleen een
glas (al dan niet koud) water.
Ik heb nu geen tijd nog meer te reageren. Maar ik wil zeggen dat ik het met beide kampen eens ben (al werden Lewontin en Gould wel iets te veel gedreven door hun politieke overtuigingen).
Het debat is fout gevoerd.