De waarheid kan soms pijn doen, maar dat maak hem nog niet minder waar.johanan schreef:Even als een reactie op jouw buitengewoon harde en ongefundeerde reactie.
Hand in eigen boezem steken zou ik zeggen.johanan schreef:en jij hetgeen je een ander (of zelfs een hele groep) van beticht van veroordeelde, je zelf bezigt. Voordat je zelf begrepen hebt wat er bedoeld wordt heb je jouw (voor)oordeel al klaar.
Het Woord waar jij zo hoog van opgeeft en waar jij naar leeft doet niets anders dan (ver)oordelen, veroordelen van ongelovigen, gehandicapten, homo's etc.
Johannes 12:48 schreef: Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen.
2 Kor 6:12 schreef:Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid? Wat heeft licht met duisternis te maken?
Levitcus 21 16:23 schreef:16 De HEER zei tegen Mozes: 17 ‘Zeg tegen Aäron: “Als een van je nakomelingen een gebrek heeft, mag hij niet aantreden om voedsel aan te bieden aan zijn God. Dat geldt voor alle komende generaties. 18 Niemand met enigerlei gebrek mag als priester aantreden: niemand die blind is of verlamd, niemand met een misvormd gelaat of abnormaal ontwikkelde ledematen, 19 niemand wiens ledematen na een botbreuk vergroeid zijn, 20 niemand met een gebochelde of dwergachtige gestalte, niemand met staar, niemand met zweren of uitslag, niemand met verpletterde zaadballen. 21 Geen enkele nakomeling van de priester Aäron die een gebrek heeft, mag aantreden om de offergaven aan de HEER aan te bieden. Omdat hij een gebrek heeft mag hij niet aantreden om voedsel aan zijn God aan te bieden. 22 Hij mag wel eten van het voedsel van zijn God, zowel van de heilige als van de allerheiligste offergaven. 23 Maar omdat hij een gebrek heeft, mag hij de ruimte waar het voorhangsel hangt niet betreden en niet bij het altaar dienst doen, anders zou hij mijn heilige plaatsen ontwijden; ik ben de HEER, ik heilig ze.”’
Het Woord oordeeld en veroordeeld niet alleen, het generaliseert ook nog eens.1 Petrus 4:3 schreef:U hebt al genoeg tijd verspild aan allerlei zaken waarin de ongelovigen plezier hebben: losbandigheid, wellust, dronkenschap, bras- en slemppartijen en verwerpelijke afgodendienst.
Het woord in een discussie tussen gelovigen onder elkaar brengt hen misschien dichter bij elkaar door hun gemeenschappelijke 'vijand' de ongelovige, maar tegelijkertijd zorgen deze woorden voor een vergroting van de kloof tussen gelovigen en atheïsten, want deze woorden hebben uiteindelijk als basis het Woord wat atheïsten en anderen veroordeeld.
Dus brengt het Woord de mensen dichter bij elkaar? Nee, integendeel het zorgt daadwerkelijk voor alle ellendige dingen die Distiple al opsomde.