Het verzet tegen heliocentrisme moge dan vanwege ontegenspreekbare feiten achterhaald zijn, de argumenten die Voetius naar voren haalde beslist niet! Zie deze bijdrage en volgende hoe ook iemand uit onze tijd nog steeds valt over het primitieve wereldbeeld waar de bijbel van getuigt. Merk op dat het probleem veel groter is dan enkel de kwestie geo- vs. heliocentrisme, iets wat van den Brink geheel niet in beschouwing neemt.Jart Voortman schreef:Op een geraffineerde manier neemt Van den Brink Voetius op in zijn betoog. Voetius was in de 17e eeuw een fel tegenstander van het heliocentrisme van Copernicus. Voor Voetius stond hier het christelijk geloof op het spel. Van den Brink zegt: tegenwoordig zijn er geen gelovigen meer die geloven dat de zon om de aarde draait. Het verzet van Voetius tegen dit idee is volkomen achterhaald. Zou er met evolutie niet iets vergelijkbaars aan de hand zijn?
Hier van den Brinks tekst:
Van den Brink valt hier volkomen voor de argumentatie die van Delden en Ouweneel in de zeventiger jaren ons op de mouw wilden spelden (zie hier voor meer daarover). De redenering klinkt nog redelijk zolang je het hebt over de zonbeweging, maar van den Brink, net als van Delden en Ouweneel, zien geheel over het hoofd dat de bijbel ook spreekt over de zuilen waarop de aarde is gegrondvest. Zo'n uitspraak kan uitdrukkelijk niet gebaseerd zijn op een 'waarnemingsperspectief'. Evenmin is dat het geval wanneer de bijbelschrijver God laat afdalen uit de hemel om iets te kunnen zien. En wat moeten we met het 'kijkbeeld' in het Nieuwe Testament, waar iemand op de grond ligt vanwege een epileptische aanval, maar het in de bijbeltekt uitgelegd wordt als bezeten zijn door demonen? Hier is een goed voorbeeld van dat 'kijkbeeld' ook een wereldbeschouwing inhoudt, in dit geval een wereldbeschouwing dat eenvoudig niet klopt.van den Brink schreef:Tegenwoordig nemen de meeste mensen aan dat de bijbelschrijvers niet uitgingen van een geocentrisch wereldbeeld toen ze aangaven dat de zon om de aarde draaide, maar dat ze schreven vanuit wat wel het 'kijkbeeld' of 'waarnemingsperspectief' genoemd wordt, dat wil zeggen vanuit de manier waarop dingen zich in het alledaagse leven aan ons voordoen. Zo opgevat hoeven de teksten die suggereren dat de zon om de aarde draait dus niet in strijd te zijn met het heliocentrisme, want ze geven slechts alledaagse waarneming weer.
Hier het dilemma van Voetius:
Een zon die men stil laat staan, vooruit, dat is spreektaal, maar zuilen waarop de aarde is gegrondvest? Toeschrijven aan demonische bezetenheid terwijl het gaat om epileptie, een lichamelijke stoornis, plotselinge ongecontroleerde elektrische ontlading van hersencellen? Sluizen (luiken, ramen) des hemels die opengaan om een zondvloed te creëren en daarna weer toegesloten worden? (Gen. 6:11, 8:1). Een gewelf dat midden in de watermassa wordt gecreëerd om wateren boven en onder van elkaar te scheiden? (Gen. 1:6,7)van den Brink schreef:Voetius (1589-1676) was weliswaar bekend met de kijkbeeld-benadering, maar vond de gedachte dat de Heilige Geest ons in de bijbel niet de waarheid zou doorgeven ronduit godslasterlijk. De patriarchen en profeten en heel het oude volk Israel waren toch werkelijk niet te dom om het copernicaanse stelsel te begrijpen! De Heilige Geest had het gewoon kunnen uitleggen en via hen ook de eerste lezers van de bijbel. Hier stond volgens Voetius het gezag van de Heilige Schrift en daarmee het hele christelijke geloof op het spel. Voetius' leerling Schoock was het met hem eens en verwoordde het zo mogelijk nog puntiger: de bijbel mag zich dan aanpassen aan ons begripsvermogen, maar nooit zó dat ze 'liegt met de leugenaars en dwaalt met de dwalenden'.
Het probleem is zelfs nog omvangrijker, want het omvat niet alleen wetenschappelijk ontdekte feiten, maar ook morele zaken die we als evident beschouwen. Zoals indien wij van mening zijn dat slavernij mensonterend is, homoseksualiteit een aangeboren eigenschap is, en kinderen zonder lijfstraffen opgevoed dienen te worden, dan kunnen we met Voetius zeggen dat de patriarchen en profeten en heel het oude volk Israel toch werkelijk niet te dom waren om zulke zaken door de Heilige Geest uitgelegd te krijgen, en via hen alle gelovige lezers van alle volgende eeuwen.
Van den Brink maakt zich er veel te gemakkelijk van af:
Van den Brink doet net alsof bovenstaand scenario niet plaatsgevonden heeft en alsof het enkel om de kwestie van geo- versus heliocentrisme draaide. In werkelijkheid heeft Voetius gelijk gehad dat het hele gezag van de Heilige Schrift en daarmee van het christelijk geloof op het spel staat: het inzicht dat de bijbel ons talloze zaken vertelt die pertinent niet kloppen en evident gebaseerd zijn op een achterhaald wereldbeeld is de reden die onze maatschappij in drie eeuwen tijd vrijwel geheel ontkerstend heeft.van den Brink schreef:Vandaag is er vrijwel niemand die dit nog met Voetius en Schoock eens is. We kunnen ons over het algemeen prima vinden in de 'waarnemersperspectiefuitleg' van Jozua 10:12. Daarom lijkt het erop dat Voetius en de zijnen overhaaste conclusies trokken toen ze het schriftgezag hier op het spel zagen staan. Hun stelling dat heel het geloof zou omvallen heeft veel gereformeerde christenen destijds echter wel op het verkeerde been gezet. We mogen ons gelukkig prijzen dat het zo gegaan is; anders zou het christelijk getuigenis tot op de dag van vandaag vermengd zijn gebleven met een algemeen als onhoudbaar ervaren wereldbeeld. Velen zouden zich van de christelijke boodschap afwenden, vanuit de begrijpelijke gedachte dat als datgene wat christenen over de kosmos zeggen zo evident verouderd is, de rest van wat ze te melden hebben ook wel niet zal kloppen.