Peter van Velzen schreef:Dat is nu juist de crux, het is voor mij helemaal niet ruiterlijk of moeilijk om het toe te geven. Toen ik er last van had, kende ik het woord depressie niet eens. Mensen reageerden tegenover mij ook heel aardig. Ik had immers "liefdesverdriet", daarmee kan men makkelijk symphatiseren. Het leek ook of het mij overkwam, terwijl ik het toch echt mijzelf aandeed (wie te lang naar een vrouw blijft kijken). Bij veel depressieve mensen, heeft het helemaal niets te maken met wat ze zelf doen of denken, maar is gewoon het chemisch evenwicht in de hersenen verstoord. Die kunnen er ècht weinig of niets zelf aan doen. Het is dan niet anders dan een lichamelijke ziekte. Ik snap dus echt niet waarvoor zij zich zouden moeten schamen. Maar zoals gezegd, het kan best aan mij liggen. Misschien is het voor normale mensen wel heel moeilijk om toe te geven dat je ook je "zelf" niet beheerst. Ik vondt dat meer een mooi excuus - vooral naar mijzelf toe - voor al mijn overige falen. Je raadt het waarschijnlijk al, mijn sociale intelligentie is belabberd, want mijn eigen oordeel over mijzelf vindt ik veel belangrijker dan dat van anderen. Ik heb er dan ook meer dan 30 jaar over gedaan om te beseffen dat je niet altijd alles kan zeggen wat je denkt, waar anderen dat als kind al door hebben. Ik had toch echt wel gemerkt dat anderen soms ziedend konden worden omtrent mijn "oprechtheid", maar voordat ik door had dat dat niet (alleen) aan de "onredelijke" ander lag, dat heeft lang geduurd.
Nogmaals, het dwingt respect af, zulke openhartige zelfkritiek - ik ben het geheel eens met wat Vegan hierboven schrijft. Uit dat je het niet moeilijk vind om zoiets te uiten en (wat je schreef over vroeger), krijg ik het vermoeden dat je in sociale contexten van nature een extravert persoon bent (klopt dat?) - en geen introvert persoon - net als ik. Introverten zijn van nature immers niet geneigd om wat in hun innerlijk leeft via taal onmiddellijk in de groep te gooien, dat doen extraverten van kindsaf, maar zijn van kindsaf geneigd om zich in een groep veel stil te houden en zijn zich bewust (bij verlegenheid maar al te bewust) wat en wanneer en in welke sociale situatie ze het weinige (hebben) durven zeggen van wat ze hoorbaar willen zeggen. Introverten beschuldigen zichzelf van falen wanneer ze 'laf' zwijgen in een voorbije situatie van wat ze eigenlijk 'moedig' hadden moeten zeggen.
Toen ik in een ernstige depressie belandde, kende ik het woord 'depressie' wel en gebruikte het juist vanaf mijn eerste verwoede pogingen om over "mijn depressie" te verhalen aan familie en vrienden, mijn psychotherapeut en anderen die wilden luisteren. De aanleiding voor mijn depressie was duidelijk, namelijk het einde van een destructieve liefdesrelatie van 3 jaar met een ‘moeilijke’ vrouw die altijd problemen had waarmee ik haar steeds had geholpen. Toen ik het uit had gemaakt, leek het (eveneens) of het me overkwam. De depressie werd geleidelijk steeds ernstiger en niets wat ik deed of dacht had daar enig remmend effect op. Het woord dat ik nog niet kende en dat mijn psychotherapeut aandroeg voor mijn ex-partner was ‘borderliner’. Dat verklaarde een hoop van wat ik met haar had meegemaakt. Het gaf begrip van de aanleiding maar niet van de depressie zelf. De nabije mensen aan wie ik het probeerde uit te leggen konden sympathiseren met dat ik tijdens die relatie alles uit de kast had gehaald als een ‘goede partner’ betaamt om haar te helpen met haar problemen, maar ondanks hun goede wil konden ze dmv mijn verwoede uitlegpogingen van mijn depressieve toestand daarmee niet sympathiseren. Net als ik daarvoor hadden ze geen persoonlijke ervaring met het psychisch lijden tijdens een ernstige depressie. Gelukkig maar, want het is geen pretje, zoals je weet. Maar het is uiterst frusterend als je de mensen die je het meest na staan niet de pijn kunt uitleggen die je moet doorstaan. Enkel degenen die ooit zelf het psychisch lijden aan bijv. een burnout doormaakten konden er iets van vatten. Het is inderdaad zo, zoals je ‘met gezond verstand’ schreef, dat er bij ernstige depressie sprake is van een chemische onbalans in de hersenen (neurotransmitters) en dat een mens daar even weinig aan kan doen als aan het krijgen van een lichamelijke ziekte (als een onbalans in de bloedsamenstelling). Het lijkt er echter ook op dat men in het algemeen
wel vanzelf empathisch is wanneer een ander een lichamelijke ziekte krijgt of heeft (ook al heeft de empathische die ziekte nooit gekregen) en dat het empathische gevoel voor een ander die een psychische ziekte krijgt of heeft
niet vanzelf aanwezig is bij degenen die nimmer persoonlijk ervaring opdeden met een psychisch ziekte en zelfs afwezig als diegenen daarbij ook nog hun ‘gezonde verstand’ niet gebruiken.
Wat betreft de communicatiestoornis over wel-of-niet-gedaan huiswerk tussen jou en je godsdienstleraar vroeger: is het wel nodig om het (helaas) niet-gegeven antwoord "Ja" op de vraag van je leraar te zien als een 'leugentje om bestwil' wanneer de waarheid is dat je in plaats van het opgegeven huiswerk eigenlijk eigenwijs en stiekum meer en ook moeilijker/uitdagender werk (bijbelstudie) had gedaan?
Nu ik er bij stilsta, is het toch ook best opvallend dat mijn twee depressieve periodes allebei het gevolg waren van een situatie waarin het oordeel van een ander w'él zwaar woog, en waarin dat oordeel niet positief (genoeg) was. Weer een afwijking. Ik heb - meen ik - ergens gelezen dat een depressie vaak het gevolg is van een onnodig negatief zélfbeeld, niet zozeer van een negatief oordeel van een ander.
Ik vraag me af of het niet het gevolg was van een situatie waarin een liefdesrelatie in het spel is of op het spel staat. Want ik ken inmiddels al heel wat verhalen van mensen die vanuit een dergelijke situatie (bijv. een relatiecrisis) in een depressie belandden. Een onnodig negatief zelfbeeld is mi eerder een symptoom van depressie dan een hoofdoorzaak, hooguit een mede-oorzaak bij bijv. de hoofdoorzaak van naar binnen geslagen woede uit onmacht in de omgang met een (liefdes)situatie of naar binnen geslagen kwade teleurstelling bij de afwijzing van een liefde. Mensen met een onnodig laag zelfbeeld zijn geneigd meer waarde te hechten en meer vertrouwen te verbinden aan het oordeel van een ander dan aan hun eigen oordeel, dat ze waardeloos en onbetrouwbaar vinden, en wanneer een ander’s oordeel over hen negatief is wordt hun negatieve zelfbeeld bevestigd (waar positieve oordelen die hun negatieve zelfbeeld ontkennen nauwelijks gewicht in de schaal lijken te leggen).
Hm, hoe meer ik leer, hoe minder ik lijk te weten.
Zo werkt het Socratische principe van het weten van niet-weten. Cusanus noemde het treffend ‘docta ignorantia: geleerde onwetendheid’.
Nog eens na gelezen. Ik vond mijn toestand een fraai excuus voor mijn overige falen. Misschien dat een écht depressief iemand (met naar men zegt meer realiteitszin) inziet dat anderen depressiviteit wel eens als een slécht excuus zouden kunnen zien. Kun je daar wat over zeggen. Hoe reageert men, en hoe verwacht men dat er gereageerd wordt ? Misschien dat ik dan begrijp waarom het (voor anderen dan mij) vaak een taboe is.
“Een taboe is iets dat wordt beschouwd als ongepast om te gebruiken, te doen of over te spreken” – meldt
Wiki - “Het schenden van een taboe in een bepaalde cultuur kan leiden tot reputatieschade, sociale uitsluiting of andere vormen van repercussie”.
Het spreken over (je) depressie is taboe zolang het ongepast wordt gevonden om erover te praten, wat te merken is aan reacties met verzwakkende benamingen die het in het sociaal toelaatbare pogen te trekken – bijv. “Je hebt een dipje, iedereen heeft op een dag wel eens een sombere stemming”. In de eerste link over het taboe die ik boven plaatste zegt een uit Amerika afkomstige psycholoog die in Groningen werkt:
"Toch is het hebben van een depressie nog steeds een taboe. Dat blijkt vooral uit het feit dat het beestje niet bij zijn naam genoemd mag worden. Daarom gebruiken Nederlanders uitdrukkingen als ‘niet goed in mijn vel zitten’, ‘alles niet meer op een rijtje hebben’ of ‘er even geen gat meer in zien’. Als aan de bedrijfsarts of werkgever toch een ziekevemelding moet plaatsvinden, dan zijn de termen ‘burn-out’, ‘overspannenheid’ en ‘overwerkt’ populair. Wie op een andere manier om de hete brei heen wil dansen, kan gebruik maken van termen als ‘information-overload’, ‘emotioneel stuk’ of ‘er mentaal doorheen zitten’. Voor iedereen die ook deze terminologie te kneuzerig vindt klinken, heb ik nog in de aanbieding: ‘slecht in vorm’, ‘even van de leg’ of ‘niet in normale doen’. Het is dus een taboe zolang de neiging bestaat (ook in het bedrijfsleven) om het beestje depressie niet (officieus en officieel) bij naam te noemen en een andere naam te geven.
En het is een taboe zolang het schenden ervan leidt tot reputatie-schade en sociale uitsluiting van mensen die in een ernstige depressie zijn beland en daar tegen anderen openlijk over spreken.
Mensen die zelf nooit het lijden aan een psychische ziekte hebben meegemaakt en die daarover hun gezonde verstand niet gebruiken, zo heb ik meegemaakt in reacties, geloven soms heilig in de ‘mythe van eigen verdienste’ die stelt dat het hun eigen verdienste is dat ze zelf altijd psychisch gezond zijn gebleven – een teken van hun kracht - en dat het evenzeer de eigen verdienste is dat anderen een psychische ziekte krijgen – een teken van zwakte waarvoor die anderen zich zouden moeten schamen. In kwaadheid over zulke reacties heb ik me achteraf wel eens afgevraagd of die mensen soms meenden bewuste controle te hebben over de juiste balans tussen hun neurotransmitters, net als dat ze bewuste controle hebben over hun juiste aantallen rode en witte bloedlichaampjes oid. Deze maakbaarheidsmythe is reputatieschadelijk voor depressieven en extra problematisch voor depressieven die in de waarheid ervan geloven en vol zelfverwijt over hun depressie spreken tegen hun psychotherapeut, als ze door hun geloof in deze onware mythe überhaupt wel professionele hulp kunnen aanvaarden. De mythe van eigen verdienste gaat echter niet op, zoals het gezonde verstand met kennis van zaken weet, want de chemisch ‘gezonde’ balans of ‘ongezonde’ onbalans tussen de neurotransmitters serotonine, noradrenaline en dopamine ligt buiten ons aller machtsfeer. Volgens het DepressieCentrum (zie de laatste link boven) spelen bij het ontstaan van depressie niet alleen de biologische factoren een rol maar een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren, net als bij het ontstaan van lichamelijke ziekten.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. Art.1 vd Universele Verklaring vd Rechten vd Mens