Ik heb niks te melden. Kent u trouwens het verhaal de niks van Marten Toonder. Hierin staat heer Bommel oog in oog met de vliegensvlugge traaggesloomde niks.
'Niksisme' stond op 9 augustus 2003 voor het eerst in de krant, een
dag nadat het synoniem 'nietsisme' zijn intrede in onze taal had
gedaan. Beide woorden staan voor het ontbreken van het godsgeloof,
oftewel het overtuigde ongeloof. De auteur die het woord in onze taal
introduceerde, stelde 'niksisme' voor als een alternatief voor het
aloude 'agnosticisme', maar het zou natuurlijk ook als de moderne
pendant van 'atheïsme' kunnen worden opgevat.
Tegenover 'niksisme' staat 'ietsisme': het geloof dat er (wél) iets
hogers is. Dat woord bestaat waarschijnlijk sinds 1997. Op 31
december 1999 stond er een mooie omschrijving van in de Volkskrant:
'Het moderne geloof in Nederland is het ietsisme, dat kortweg kan
worden samengevat als het idee dat het toch sneu zou zijn als er
helemaal niets was. Het is een beetje een ratjetoe van wensen die de
vader van de gedachte zijn, aangemaakt met cultureel relativisme dat
voorschrijft dat het geloof van andersdenkenden óók geaccepteerd moet
worden.'
---------------------
Bron:
Taalpost, 3 september 2003
http://www.taalpost.nl
niets2 (onb.vnw.)
1 geen enkel ding, geen enkele zaak => geen bal, geen barst, geen biet, geen bliksem, geen botten, geen donder, geen flikker, geen fluit, geen fuck, geen greintje, geen klap, geen klop, geen kruimel, geen lor, geen mallemoer, geen mieter, geen moer, geen pest, geen reet, geen ruk, geen schijntje, geen sikkepit, geen snars, geen sodemieter, geen spat, geen steek, geen zak, geen zier, nada, niemendal, niet, nihil, niks, noppes, nul komma nul, zero
niets3 (bw.)
1 allerminst
niets·be·te·ke·nend (bn.)
1 onbeduidend
niets·doen (het ~)
1 volkomen passiviteit => ledigheid, leegloperij
niets·nut (de ~ (m.))
1 iem. die nergens voor deugt => baliekluiver, dagdief, lanterfant, lapzwans, leegloper, niksnut, non-valeur, slampamper, voddenvent
niets·ont·ziend (bn.)
1 meedogenloos
niets·ver·hul·lend (bn.)
1 zonder iets te bedekken of te verzwijgen
niets·ver·moe·dend (bn.)
1 zonder kwaad vermoeden
niets·zeg·gend (bn.)
1 geen wezenlijke inhoud hebbend => leeg
Van Dale
Hedendaags Nederlands:
Terug naar boven