Dat begint een beetje bij de teksten die gebezigd worden. Ik ben het volkomen eens met de uitspraak
maar ik heb problemen met
omdat ik dit helemaal niet zo voel en ik ook niet het idee heb dat er ook maar één Nederlander is die dit zo voelt. De afschaffing van de slavernij door Nederland op 1 juli 1863 ligt 5 of 6 generaties achter ons. Ik heb daar niet veel meer mee en zeker geen schaamte, diepe spijt of berouw. Ergens tussen 1814 (het stoppen van de slavenhandel) en 1863 heeft een voorzaat van mij een moord gepleegd. Ook daar voel ik geen schaamte, diepe spijt of berouw bij. Het is te ver weg, te lang geleden, ik ben er nooit mee in aanraking gekomen, de mensen die het gedaan hebben en hun slachtoffers heb ik niet gekend, noch mensen die hen wel gekend hebben.Daarbij past schaamte, diepe spijt en berouw.
Daarnaast vind ik dat er nog wel wat, vooral cynische, kanttekeningen zijn te maken. De slavenhandel floreerde door de verse aanvoer van slaven. Die werden dan weer vooral geleverd door lokale stammen die hier een mooie gelegenheid in zagen om lokale vijanden te elimineren, daar ook nog eens aan te verdienen en landje pik mee te kunnen spelen. Dit speelde zich dan ook nog eens af in gebieden waaruit nu een immigratiestroom richting Europa loopt iets wat de nazaten van de slaven op een presenteerblaadje aangereikt hebben gekregen.
Dan is er ook nog eens het gestuntel van de politiek om het woord "excuses" vooral niet te noemen gemotiveerd door angst voor financiële claims. Ik zou niet weten aan wie die betaald moeten worden. Alsof de nazaten van het slachtoffer van mijn moordzuchtige voorzaat opeens bij mij gederfd inkomen komen eisen.
Misschien is het goed om de afschaffing van de slavernij te gedenken, maar hoe lang nog? Honderd jaar, tweehonderd? Misschien is het beter om een herdenking te doen van grote humanistische stappen die door de maatschappij gezet zijn. De afschaffing van de slavernij is er daar één van. Het kinderwetje van Van Houten verdient daar ook een plaats in. En zo zijn er vast wel meer te noemen.