Relativiteit van ruimte (en niet enkel van tijd)
Geplaatst: 24 dec 2024 09:45
Ik publiceer mijn idee hier, want het is niet wetenschappelijk genoeg voor een paper. Maar dit is mijn hypothese:
Wist je dat je als waarnemer van ruimte en tijd niet alleen onze eigen specifieke klok hebt (tijd is relatief), maar dat we ook ons eigen specifieke idee hebben van wat ‘stilstaan’ in onbeweeglijke vlakke ruimtes betekent vanuit onze locatie in ruimte (en tijd).
In zekere zin hebben de Flat Earthers gedeeltelijk gelijk…
We hebben een specifiek lokaal idee van wat ‘stilstaan’ in vlakke, onbeweeglijke ruimtes betekent en dat is ons referentiepunt voor het zien van gebogen roterende objecten en uitgestrekte ruimtes elders.
Waar je ook bent, je hebt een bepaald idee van rechte, niet-gekromde ruimtes, die stil staan.
En dat idee bepaalt wat je buiten in de ruimte zult waarnemen: bewegend, roterend, uitdijend
En jouw lokale idee van een rechte lijn die niet beweegt, verschilt van de rechte lijn die stilstaat van andere waarnemers met verschillende klokken.
Je hebt niet alleen een andere klok (tijd is relatief)
je hebt ook een andere ruler. (jouw lokale idee van onbeweeglijke eucledische ruimte is relatief)
Laat ik het uitleggen met een bekend voorbeeld:
Je hebt het gevoel dat je stilstaat in de ruimte op aarde, toch? Dat is je referentiekader daar, als waarnemer in de ruimte.
Wanneer je met je ruimteschip aan de aarde begint te ontsnappen en de ontsnappingssnelheid bereikt, zul je de gebogen ruimte van de aarde steeds meer onder je zien, in verhouding tot je in de tijd uitgerekte nieuwe omgeving in de ruimte die je nu met je ruimteschip betreedt.
Je zult de aarde steeds meer zien draaien vanuit jouw nieuwe gezichtspunt.
Als je aan de zwaartekracht van het zonnestelsel ontsnapt, zul je vanuit je nieuwe perspectieven de aarde en de maan steeds meer zien wobbelen bewegen in het zonnestelsel rond de zon.
Omdat je een nieuw ‘idee’ hebt van wat ‘stilstaan’ betekent en een nieuw idee van een vlakke ruimte.
En: de duur van jouw werkelijke moment is voor jou hetzelfde, waar je ook bent. Het is niet uitgerekt in jouw ervaring als waarnemer van de tijd. Zelfs als er sprake is van een grafvitatie in de tijd wanneer je de zwaartekrachtvelden verlaat, ervaar je dezelfde feitelijke momentduur. Je feitelijke moment wordt niet uitgerekt of uitgezet in de zwaartekrachtvelden. Je zult dus overal om je heen roterende en gebogen objecten zien, verder van je af.
Je klok en je liniaal zijn de maatstaven voor het observeren van ruimtes verder weg van je. (bijv. intergalactische ruimte).
Waarom tikt jouw klok in jouw ervaring altijd ‘normaal’, waar je ook bent, zelfs in de buurt van een zwart gat of bijna de snelheid van het licht? Omdat voor elke waarnemer de duur van het feitelijke moment hetzelfde is, waar hij ook is.
De duur van het feitelijke moment is voor iedere waarnemer hetzelfde, waar hij of zij zich ook bevindt. Daarom: hij zal ‘vervormingen van de ruimte’ altijd elders meten’. (uitbreidingen van ruimtes, krommingen van massieve objecten, rotaties van massieve gebogen objecten, lengtecontractie, lengterek ten opzichte van hem/haar).
Daarbuiten is er ruimtetijd. Een 4D-geometrie waarin gebeurtenissen uit het verleden, het heden en de toekomst tegelijkertijd bestaan. (Einstein)
Maar een waarnemer bestaat alleen op het feitelijke moment. Dat is de reden waarom hij of zij slechts van moment tot moment een gebeurtenis kan ervaren die zich ontvouwt. In de ruimtetijd vinden alle gebeurtenissen gelijktijdig plaats. Alleen levende wezens kunnen op het werkelijke moment bestaan. Objecten zijn gebeurtenissen die gelijktijdig in de ruimtetijd op verschillende tijdstippen voorkomen.
Een waarnemer heeft altijd een lokaal idee van een rechte lijn, die niet beweegt. (een referentiekader voor ruimtes en massieve objecten). Je hebt je eigen klok, en je persoonlijke meting van de tijdstroom, lokaal, is verbonden met je lokale idee van een rechte lijn, die niet beweegt.
De aarde staat stil, ten opzichte van jou. Dezelfde klokken. Dezelfde tijdstroom. Lokaal is jouw idee van een eucledische ruimte die niet beweegt hier op aarde.
Dat is een inertiaal referentiekader voor een waarnemer.
In de wereld zijn er alleen deze waarnemers van tijd en ruimte en geen gekozen coördinatensystemen. Een willekeurig door een wiskundige gekozen referentiekader is dus iets anders dan een fysieke waarnemer met een feitelijke momentervaring die de ontvouwing van de gebeurtenissen van moment tot moment (en niet tegelijkertijd zoals in de ruimtetijd) ervaart in een 3D-wereld, met zijn eigen idee van stilstaan in onbeweeglijke rechte ruimtes.
De Waarnemer kan niet gevonden worden in de materiële werkelijkheid. De waarnemer is een blinde vlek. Een blinde vlek tijdens het meten. Het is niet meetbaar, maar wel afleidbaar aanwezig, wat in de wiskunde wordt teruggebracht tot een nulpunt. Het introduceren van een vage term als 'observatie' in de wetenschap zou op weerstand kunnen stuiten binnen de natuurkunde omdat het buiten het domein valt van wat als 'materiële of meetbare werkelijkheid' wordt beschouwd. '. Maar dit verschil in perspectief maakt een wereld van verschil als het gaat om wat voor verklaringen je krijgt voor de waargenomen verschijnselen, zoals de waargenomen uitdijing van de ruimte. (zie tijdstempelmodel met ‘uitgebreide ruimte’ als relativistische ruimte, afhankelijk van onze tijdsbeleving)
Een waarnemer gebruikt altijd zijn eigen normen voor ruimte en tijd (zijn eigen referentiekader, zoals dat heet) om elders een 'lengtecontractie' of 'tijdvervorming' te meten. Waar hij of zij ook is.
Ontstaan van deze wereld?
Eerst was er ruimtetijd. Een onzichtbare (puur niet-materiële?) 4D-geometrie waarin alle gebeurtenissen tegelijkertijd bestaan of toegankelijk zijn. (mensen met bijna-doodervaringen praten over deze tijdloze ervaring en de toegankelijkheid van alle gebeurtenissen tegelijk…).
Toen ontstond de eerste waarnemer en hij of zij ervoer een 3D-wereld vanuit zijn of haar perspectief met een bepaalde klok (een lokale tijdsduur) en een bepaalde liniaal (een lokaal specifiek idee van eucledische ruimtes dat lokaal stilstaat).
Vervolgens observeerde hij of zij de gebogen en uitgezette ruimtes, al dan niet draaiend, elders, met zijn of haar klok en zijn of haar liniaal als maatstaf voor deze metingen.
Er is dus geen Big Bang nodig.
Maarten Vergucht
24/12/2024
Antwerpen, België
Wist je dat je als waarnemer van ruimte en tijd niet alleen onze eigen specifieke klok hebt (tijd is relatief), maar dat we ook ons eigen specifieke idee hebben van wat ‘stilstaan’ in onbeweeglijke vlakke ruimtes betekent vanuit onze locatie in ruimte (en tijd).
In zekere zin hebben de Flat Earthers gedeeltelijk gelijk…
We hebben een specifiek lokaal idee van wat ‘stilstaan’ in vlakke, onbeweeglijke ruimtes betekent en dat is ons referentiepunt voor het zien van gebogen roterende objecten en uitgestrekte ruimtes elders.
Waar je ook bent, je hebt een bepaald idee van rechte, niet-gekromde ruimtes, die stil staan.
En dat idee bepaalt wat je buiten in de ruimte zult waarnemen: bewegend, roterend, uitdijend
En jouw lokale idee van een rechte lijn die niet beweegt, verschilt van de rechte lijn die stilstaat van andere waarnemers met verschillende klokken.
Je hebt niet alleen een andere klok (tijd is relatief)
je hebt ook een andere ruler. (jouw lokale idee van onbeweeglijke eucledische ruimte is relatief)
Laat ik het uitleggen met een bekend voorbeeld:
Je hebt het gevoel dat je stilstaat in de ruimte op aarde, toch? Dat is je referentiekader daar, als waarnemer in de ruimte.
Wanneer je met je ruimteschip aan de aarde begint te ontsnappen en de ontsnappingssnelheid bereikt, zul je de gebogen ruimte van de aarde steeds meer onder je zien, in verhouding tot je in de tijd uitgerekte nieuwe omgeving in de ruimte die je nu met je ruimteschip betreedt.
Je zult de aarde steeds meer zien draaien vanuit jouw nieuwe gezichtspunt.
Als je aan de zwaartekracht van het zonnestelsel ontsnapt, zul je vanuit je nieuwe perspectieven de aarde en de maan steeds meer zien wobbelen bewegen in het zonnestelsel rond de zon.
Omdat je een nieuw ‘idee’ hebt van wat ‘stilstaan’ betekent en een nieuw idee van een vlakke ruimte.
En: de duur van jouw werkelijke moment is voor jou hetzelfde, waar je ook bent. Het is niet uitgerekt in jouw ervaring als waarnemer van de tijd. Zelfs als er sprake is van een grafvitatie in de tijd wanneer je de zwaartekrachtvelden verlaat, ervaar je dezelfde feitelijke momentduur. Je feitelijke moment wordt niet uitgerekt of uitgezet in de zwaartekrachtvelden. Je zult dus overal om je heen roterende en gebogen objecten zien, verder van je af.
Je klok en je liniaal zijn de maatstaven voor het observeren van ruimtes verder weg van je. (bijv. intergalactische ruimte).
Waarom tikt jouw klok in jouw ervaring altijd ‘normaal’, waar je ook bent, zelfs in de buurt van een zwart gat of bijna de snelheid van het licht? Omdat voor elke waarnemer de duur van het feitelijke moment hetzelfde is, waar hij ook is.
De duur van het feitelijke moment is voor iedere waarnemer hetzelfde, waar hij of zij zich ook bevindt. Daarom: hij zal ‘vervormingen van de ruimte’ altijd elders meten’. (uitbreidingen van ruimtes, krommingen van massieve objecten, rotaties van massieve gebogen objecten, lengtecontractie, lengterek ten opzichte van hem/haar).
Daarbuiten is er ruimtetijd. Een 4D-geometrie waarin gebeurtenissen uit het verleden, het heden en de toekomst tegelijkertijd bestaan. (Einstein)
Maar een waarnemer bestaat alleen op het feitelijke moment. Dat is de reden waarom hij of zij slechts van moment tot moment een gebeurtenis kan ervaren die zich ontvouwt. In de ruimtetijd vinden alle gebeurtenissen gelijktijdig plaats. Alleen levende wezens kunnen op het werkelijke moment bestaan. Objecten zijn gebeurtenissen die gelijktijdig in de ruimtetijd op verschillende tijdstippen voorkomen.
Een waarnemer heeft altijd een lokaal idee van een rechte lijn, die niet beweegt. (een referentiekader voor ruimtes en massieve objecten). Je hebt je eigen klok, en je persoonlijke meting van de tijdstroom, lokaal, is verbonden met je lokale idee van een rechte lijn, die niet beweegt.
De aarde staat stil, ten opzichte van jou. Dezelfde klokken. Dezelfde tijdstroom. Lokaal is jouw idee van een eucledische ruimte die niet beweegt hier op aarde.
Dat is een inertiaal referentiekader voor een waarnemer.
In de wereld zijn er alleen deze waarnemers van tijd en ruimte en geen gekozen coördinatensystemen. Een willekeurig door een wiskundige gekozen referentiekader is dus iets anders dan een fysieke waarnemer met een feitelijke momentervaring die de ontvouwing van de gebeurtenissen van moment tot moment (en niet tegelijkertijd zoals in de ruimtetijd) ervaart in een 3D-wereld, met zijn eigen idee van stilstaan in onbeweeglijke rechte ruimtes.
De Waarnemer kan niet gevonden worden in de materiële werkelijkheid. De waarnemer is een blinde vlek. Een blinde vlek tijdens het meten. Het is niet meetbaar, maar wel afleidbaar aanwezig, wat in de wiskunde wordt teruggebracht tot een nulpunt. Het introduceren van een vage term als 'observatie' in de wetenschap zou op weerstand kunnen stuiten binnen de natuurkunde omdat het buiten het domein valt van wat als 'materiële of meetbare werkelijkheid' wordt beschouwd. '. Maar dit verschil in perspectief maakt een wereld van verschil als het gaat om wat voor verklaringen je krijgt voor de waargenomen verschijnselen, zoals de waargenomen uitdijing van de ruimte. (zie tijdstempelmodel met ‘uitgebreide ruimte’ als relativistische ruimte, afhankelijk van onze tijdsbeleving)
Een waarnemer gebruikt altijd zijn eigen normen voor ruimte en tijd (zijn eigen referentiekader, zoals dat heet) om elders een 'lengtecontractie' of 'tijdvervorming' te meten. Waar hij of zij ook is.
Ontstaan van deze wereld?
Eerst was er ruimtetijd. Een onzichtbare (puur niet-materiële?) 4D-geometrie waarin alle gebeurtenissen tegelijkertijd bestaan of toegankelijk zijn. (mensen met bijna-doodervaringen praten over deze tijdloze ervaring en de toegankelijkheid van alle gebeurtenissen tegelijk…).
Toen ontstond de eerste waarnemer en hij of zij ervoer een 3D-wereld vanuit zijn of haar perspectief met een bepaalde klok (een lokale tijdsduur) en een bepaalde liniaal (een lokaal specifiek idee van eucledische ruimtes dat lokaal stilstaat).
Vervolgens observeerde hij of zij de gebogen en uitgezette ruimtes, al dan niet draaiend, elders, met zijn of haar klok en zijn of haar liniaal als maatstaf voor deze metingen.
Er is dus geen Big Bang nodig.
Maarten Vergucht
24/12/2024
Antwerpen, België