doctorwho schreef:PdH schreef
Ik zei ook niet dat versimpeling niet mogelijk is (tenzij je reeds het simpelst mogelijke zelf replicerende organisme bent), ik zei dat er meer mogelijkheden tot adaptie zijn aan de meer complexe kant.
Kan je hier eens enkele concrete voorbeelden van geven
PdH schreef
En daardoor is de gemiddelde complexiteit van het leven op aarde gedurende de tijdspanne van 4 miljard jaar toegenomen, en dat was wel degelijk onvermijdelijk. Als iemand dat wil tegenspreken mag hij me eerst 3.5 miljard jaar oude fossielen van zoogdieren laten zien.
Het niet voorkomen van zoogdieren in een bepaalde tijd heeft
niet met complexiteit te maken maar meer met
tijd en mogelijkheden.
(Vetgedrukte woorden in bovenstaande quote is mijn beaccentuering)
Ik moet zeggen dat ik met enige verbazing deze uitspraak van je heb zitten lezen. Dat complexiteit en mogelijkheden innig aan elkaar gerelateerd zijn leek mij zo vanzelfsprekend dat ik dacht dat het geen verder betoog hoefde. Aangezien dat wel nodig blijkt te zal ik dat bij deze doen mbv van een zeer vereenvoudigde principe schets:
Beschouw een simpel eencellig organisme, laten we het O noemen, en een hypothetisch tweecellig organisme OO, opgebouwd uit twee identieke cellen gelijk aan die van O. Binnen elke redelijke definitie van complexiteit moet je concluderen dat OO complexer is dan O, omdat er altijd 1 bit informatie meer nodig is om OO te beschrijven (de beschrijving van de cel O + het bit informatie dat het organisme uit twee van deze cellen bestaat). Nu zullen er vele "richtingen" mogelijk waarin O kan muteren, maar laten we ons beperken tot twee mogelijkheden, de puntmutaties A en B en de optie dat er geen mutatie optreedt. De nazaten van O kunnen dus O zijn, A of B. Het is dan ook direct duidelijk dat OO meer mogelijkheden heeft, OO, AA of BB maar ook de mogelijkheden AB, OA of OB. M.a.w. OO kan iets wat O niet kan, het kan zijn cellen differentieren. Eenmaal gedifferentieerd is de complexiteit verder toegenomen, omdat de twee cellen nu ieder een aparte beschrijving nodig hebben wat weer meer mogelijkheden biedt voor verder evolutie, etc. De nazaten van O hebben maar twee mogelijkheden om een nieuwe niche te vinden en, omdat ik me tot puntmutaties beperkt hebt, leiden die niet tot een vergroting van de complexiteit. Daarentegen hebben de nazaten van OO 5 mogelijkheden, waarvan er dus twee tot een vergroting van de complexiteit leiden. En hun nazaten hebben nog meer mogelijkheden. Als een niche eenmaal bezet is hebben nazaten van minder goed geadapteerde mutatie daar niet zoveel kans meer, omdat de eerste nazaat nu eenmaal een voorsprong heeft.
Nu hoeft het niet zo te zijn dat AB, OA of OB een beter adaptatie is dan AA, BB of OO, en als dat niet zo is dan zullen ze uit de genenpoel geselecteerd worden. Maar de overgebleven OO, AA of BB evolueert vrolijk verder en evolutie zit nu eenmaal zo in mekaar dat vroeg of laat een A'B' een betere adaptatie zal blijken te zijn dan A'A' of B'B' .
Zoals gezegd is dit een zeer vereenvoudigd voorbeeld, en slechts toegespitst op cellen, maar eenzelfde verhaal kun je ophouden voor onderdelen van de cel, of onderdelen van organismen. Het gebit van zoogdieren is bijv. complexer dan van andere dieren omdat de tanden gedifferentieerd zijn in kiezen, snijtanden, slagtanden etc. Dat er daarnaast nog steeds dieren bestaan met een gebit bestaande uit ongedifferentieerde tanden (haaien, krokodillen) doet niets af aan het feit dat met het onstaan van de zoogdieren de complexiteit van het leven is toegenomen. Dat tegenwoordig het merendeel van de organismen nog steeds uit bacterien bestaat (een van jouw argumenten) doet niets af aan het feit dat er ooit een tijd was waarin er
alleen maar bacterien bestonden en er tegenwoordig bacterien + complexere levensvormen zijn en de gemiddelde complexiteit van het leven dus is toegenomen sinds die tijd.
Je gaf naast bovenstaand argument over het nog steeds bestaan van bacterien tegelijkertijd ook nog voorbeelden van soorten die in complexiteit gedaald waren. Ik kan ook er nog wel een geven die inhaakt op mijn eerdere voorbeeld. De miereneter, een zoogdier, heeft zijn tanden helemaal verloren en zijn gebit is dus minder complex geworden. Maar nu ga ik jouw eerdere argument omdraaien en tegen je gebruiken: zoals er naast de complexe nazaten van bacterien nog steeds simpele moderne varianten van bacterien bestaan, bestaan er naast de minder complexe miereneter ook nog steeds complexe moderne nazaten van de complexe voorouder van de miereneter.
Maar de bacterie en de miereneter zijn weliswaar levende wezens, ze zijn niet 'het leven', het leven is de verzameling van alle levende wezens, en je hoeft maar een kijk te nemen op de
Tree of Lifeom te zien dat de complexiteit van het leven voortdurend toe neemt (op enkele kortstondige periodes van massa-extincties na, maar als de stofwolken daarvan zijn opgetrokken zet de trend naar meer complexiteit zich gewoon weer voort.
doctorwho schreef:Het is m.i. niet zo dat het ontstaan van zoogdieren een onvermijdelijk gegeven was in de weg naar meer complexiteit.
Well duh! Dat was ook maar een (sarcastisch bedoeld) voorbeeld. Ik had net zo goed vogels, reptielen of welkeen ander realistisch maar niet-ingeslagen pad kunnen noemen. Waar het maar om gaat is dat complexiteit bouwt op complexiteit. Zoogdieren waren geen onvermijdelijk gegeven in de weg naar meer complexiteit, het bouwen van complexiteit op complexiteit is een onvermijdelijk gegeven op weg naar zoogdieren (of vogels, reptielen of een realistisch maar niet-ingeslagen ander pad)
Je zult geen 3.5 miljard jaar oude fossielen van zoogdieren vinden omdat de complexiteit van het leven toen nog niet voldoende was om die stap te maken. Complexiteit bouwt op complexiteit, in kleine stapjes. Voor specieke soorten vaak ook een stapje terug, maar over de breedte genomen alsmaar vooruit.
doctorwho schreef:PdH schreef
Dat het hier om een stochastisch proces gaat en de beste adaptie soms aan de minder complexe kant ligt doet niets aan dat argument af. Jouw voorbeelden van specifieke gevallen van versimpeling bij bepaalde soorten zijn dan ook geen argument. Gemiddeld genomen moest de complexiteit toenemen, en dat was wel degelijk onvermijdelijk
Gemiddeld genomen? Hoe bedoel je dat en kan je dat eens statistisch onderbouwen?
Ja, zie de eerder genoemde Tree of Life, waar miljoenen soorten, duizenden families en tientallen phyla in verwerkt zitten. Is dat een voldoende grote statistische sampling voor je?
doctorwho schreef:PdH schreef
Wat jij hier zegt is analoog aan discussies over global warming die ik gelezen heb, waarbij iemand wijst op het feit dat een aantal gletsjers nog steeds in volume toenemen en claimt dat dat een bewijs zou zijn dat global warming niet zou optreden, daarbij gemakshalve vergetend dat de overige 90% van alle gletsjers, waaronder alle grote, wel afnemen.
Onvergelijkbare grootheden en wat daar op rijmt is drogreden

Het gaat hier om de analogie in redenatiemethode, niet om de grootheden waar die redenatie op wordt toegepast, en die analogie klopt. Dit een drogreden noemen is een drogreden op zich, wat je totaal al op 3 brengt.
doctorwho schreef:Tsjok45 schreef
Wanneer men dus genomen bekijkt en vergelijkt ; is er inderdaad een toename van meetbare complexiteit evenredig met het tijdsverloop van evolutiegeschiedenis van het leven op aarde ( en binnen de geneste hierarchieen van de huidige biodiversiteit ) vastelbaar ...
Hierin kan ik mij volledig vinden en mijn genen ook maar ik meen dat dit niet de insteek van PdH inzake toenemende complexiteit was daar hij ondermeer zoogdieren in tijdspad plaatste.
Dat was dus wel mijn insteek.
Verder dank aan Joe Hn voor de interessante link.
Wie nog meer leesvoer wil, Richard Dawkins heeft in verschillende van zijn boeken, o.a. the Devil's Chaplain, de onvermijdelijke toename van complexiteit ook uitgelegd (en een stuk duidelijker dan ik

)