Het debat waar deze Thinking Christian het over heeft (volg linkje), is tussen William Lane Craig en Bart Ehrman, wiens naam hier op het forum wel eens voorbij is gekomen. Kortweg komt het debat er hier op neer, dat Craig, die een toegewijd evangelisch gelovige is, stelt dat bovenstaande feiten niet in twijfel getrokken worden door de bijbelgeleerden en vanuit die feiten maar een historische verklaring het meest voor de hand ligt, namelijk dat Jezus uit de dood verrees. Ehman wijst dat af, omdat bovennatuurlijke verklaringen per definitie de minste verklarende kracht bezitten en dat vanuit historisch perspectief, elke binnenwereldlijke verklaring dus aannemelijker is.Craig shows that a majority of NT scholars accept these as historical:
1. After his crucifixion Jesus was buried by Joseph of Arimathea in a tomb.
2. On the Sunday after the crucifixion, Jesus' tomb was found empty by a group of his women followers.
3. On different occasions and under various circumstances different individuals and groups of people experienced appearances of Jesus alive from the dead. [Not all of these scholars accept these as experiences of an embodied and glorified Christ, in accord with Biblical theology; some would view them as hallucination or as spiritual visions.]
4. The original disciples suddenly and sincerely came to believe that Jesus was risen from the dead despite their having every predisposition to the contrary.
These are accepted by scholars for basically the same two reasons in each case: they are multiply-attested by independent sources; and they are unexpected, even embarrassing facts for the early church, unlikely to have been made up as part of a Christ story.
http://www.thinkingchristian.net/C27830 ... index.html
Het debat van twee uur kan hier op Youtube bekeken worden en hier nagelezen in PDF-formaat.
Jammer genoeg gaat Ehrman maar spaarzaam in op het grondargument van Craig, dat er vier gebeurtenissen zijn die nagenoeg historisch vaststaan omdat de meerderheid van de nieuw-testamentici ze accepteert.
Craig zegt dat men moet ingaan op de argumenten achter die vier feiten. Prima
Dat het zou gaan om 'multiple-attested sources' is klinkklare onzin. Mattheus en Lucas nemen hun gegevens over van Marcus. Tegen de tijd dat Johannes zijn evangelie schrijft is het aannemelijk dat de verhalen uit deze evangelieen in een of andere vorm zijn 'ingeburgerd'.
Dat de vrouwen een marginale groep waren in het Palestina van de eerste eeuw zonder getuigkracht en daarom niet verzonnen zouden worden, weet Ehrman te weerleggen door te stellen dat de verworpenen bij Marcus nu juist een bijzondere plaats krijgen en dat dit een motief vormt om de vrouwen Jezus eerst te laten vinden. Daar kunnen we aan toevoegen dat de meeste geleerden van mening zijn dat Marcus zijn evangelie in Rome schreef, niet in Palestina.
Zowel de vrouwen als Jozef van Arimathea ontbreken in de oudste bron, namelijk 1 Korinthiers 15:3-8, waarin Paulus nadrukkelijk zegt de authentieke overlevering over Jezus verrijzenis door te geven. Logisch ook, aangezien de hele voorstelling van de graflegging in een tombe er ontbreekt. Craig probeert die wel in de uitdrukking 'en hij is begraven' te futselen, maar dat kan van alles betekenen.
Bovendien past het opnieuw levend worden van een aards, stoffelijk lichaam helemaal niet in Paulus' voorstelling van het opstandingslichaam zoals hij dat in het vervolg van 1 Korinthiers 15 geeft: hij spreekt daar over een aards lichaam dat in de aarde vergaat en plaats maakt voor een geestelijk lichaam: "Wat gij zelf zaait wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstig lichaam, maar slechts een korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. En God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft en wel elk zaad zijn eigen lichaam." (1 Kor. 15:36-38 ).
Kortom: wat Craig doet is het evangelie wat bijsnoeien op punten die hij niet 'de kern' acht, en de rest voor historisch verklaren, met als enige doel genoeg materiaal over te houden om de opstanding te historisch te 'bewijzen'. Hij gedraagt zich niet als onpartijdige historicus in deze, die zoveel mogelijk objectief naar het bewijsmateriaal kijkt. Veeleer gedraagt hij zich als advocaat van het christendom, die de sterkste punten selecteert en presenteert om zijn zaak te bepleiten.
Ehrman neemt de rol van onpartijdige historicus wel serieus, en dit heeft hem er dan ook toe geleid zijn evangelische geloof drastisch te herzien (zoals zoveel protestantse theologen). Als je in de feitelijkheid van de verschijningen van Jezus gelooft, moet je geloof hechten aan de feitelijkheid van tal van post-mortem verschijningen waarvan in de Oudheid bericht worden. Maar dat doet Craig niet. Die wil een speciaal plekje voor Jezus Christus in de geschiedenis reserveren op grond van zijn geloofservaring als 17-jarige dat het evangelie waar is.