“Spiritualiteit', vermoedelijk is het woord tegelijkertijd in zwang gekomen met 'postmodernisme'.
Het zijn sudderbegrippen, bedoeld om eindeloos op klein vuur te blijven pruttelen en het huis te hullen in een wolk van gebraad.
Dat moet wel in een pan aangebrand vlees uitmonden. Iedereen trek... niets te eten.
Nadenkertje van Michaël Zeeman.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet naar het atheïsme. Een atheïst is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel zo niet alle godsvoorstellingen hun betekenis hebben verloren.
Spiritualiteit vind ik inderdaad een te hooi en te gras gebruikt woord, zelfs door atheïsten. Je kan er van alles bij bedenken, een grote vergaarbak om van alles in te smijten, van religie tot new age, van gevoelens tot verwondering.
Omdat het begrip zo volgeladen is met zo ontzettend uiteenlopende inhoud is er van werkelijke inhoud inderdaad geen sprake meer. Het is dan ook een begrip geworden dat mij totaal niets meer zegt. En ik zie ook de zin niet meer om iets spiritueel te noemen.
Spiritueel van spirit? Waarom hebben wij hier zo'n begrip voor nodig? Laat het begrip spiritueel maar aan de gelovigen die hun geest vullen met zaken die er niet zijn en hun gevoelens perse een andere lading moeten geven. Ik neem afstand van dit soort geestbegrippen. Ik hou het bij emotie en verwondering, daar heb ik geen apart begrip voor nodig.
Alle gebondenheid kan vrijheid heten, zolang de mens de banden niet voelt knellen. (naar Erasmus)
Il n’y a que les imbéciles qui ne changent jamais d’avis ... (Jacques Brel)