Wat is Kennis
Geplaatst: 26 sep 2010 20:19
Epistemologie oftewel Wat is kennis?
Ik werd op dit filosofische fenomeen geattendeerd door de cartoon-website “Jesus and Mo”( http://www.jesusandmo.net/) Mijn eerste Google –link was – zoals zo vaak- Wikepedia. Het viel me op dat de Engelse en de Nederlandse epistemolgie-pagina er behoorlijk anders uitzien, en dat de filosofen – zoals zo vaak – behoorlijk onpragmatisch te werk gaan. Zoals gebruikelijk probeert men het woord kennis te abstraheren, en dus van al zijn context te ontdoen. Daarbij verliest men echter binnen de korstste keren uit her oog, waar kennis goed voor is!
Het begint al bij het begin, als men kennis opdeelt in drie vormen (Lievers en Van Lith: Inleiding Kennisleer)
K1.' Propositionele kennis (als in: Jan weet dat Utrecht de hoofdstad van de provincie Utrecht is)
K2. 'Vaardigheden-kennis’ of, in het Engels, know-how (als in: Jan weet hoe je een band moet plakken).
K3. 'Vertrouwdheids-kennis’ of, in het Engels, knowledge by acquaintance (als in: Jan kent Piet).
Over K2 en K3 vallen filosofisch zeker interessante dingen te zeggen, maar in de kennisleer gaat de aandacht vooral uit naar propositionele kennis.
Maar wat is het nut ?
Als we K1 K2 en K3 als zodanig bezien, dan lijkt het mij evident, dat K1 en K2 als enig nut hebben, om K2 mogelijk te maken. Niet K1, maar K2 lijkt mij daaom de essentiële vorm van kennis.
Net als in bij mijn voorgaande onderwerp “wat is denken”, heb ik de neiging om het onderwerp te bestuderen in samenhang met handelen. K1 is dan het geheel van veronderstellingen die ons (in de toekomst) helpen succesvol te handelen. K2 is enerzijds het geheel der kunde , maar ook specifiek - het onbewuste opereren onze zenuwbanen, zoals lopen, fietsen, praten. K3 is de vaardigheid om te herkennen. Van de drie is K1 met name de kennis die bewust is, en dat verklaart waarschijnlijk meteen waarom de meeste filosofen (liefhebbers van wijsheid) zich daar op concentreren.
De Klassieke Analyse van K1 is als volgt: ((Lievers en Van Lith: Inleiding Kennisleer))
KA S weet dat p precies dan wanneer:
(i) S overtuigd is van p,
(ii) p waar is, en
(iii) S gerechtvaardigd is in zijn overtuiging dat p het geval is.
Het probleem ligt daarbij altijd in de rechtvaardiging. Deze blijkt in theorie nooit geheel en al te kunnen worden onderbouwd. Bovendien is er het Gettier probleem (zie Wikepedia). Daarme worden situaties bedoeld waarin i, ii en ii alle drie opgaan, maar waarbij er desalniettemin geen verband bestaat tusenn i en iii enerzijds en ii anderszijds, oftewel dat p waar is is stom toeval en heeft niets te maken met de rechtvaardiging die S heeft voor zijn overtuiging dat p waar is. Simpel voorbeeld. Ik zie een kat achter het raam, en dat rechtvaardigt mij in de overtuiging dat er een kat achter het raam zit. Nu zit er weliswaar een kat achter het raam, maar dat is niet de kat die ik zag (dat was een pluche speelgoed), maar de kat die ik niet kon zien omdat hij aan het zicht werd ontrokken door een plant vóór het raam.
Zover ik kan zien kleven deze problemen niet aan mijn alternatieve analyse
AA p is kennis wanneer telkens (bij dezelfde p):
(i) Overtuiging p er toe leidt dat men een gebeurtenis G verwacht.
(ii) Alternatieve overtuigingen er minder toe leiden dat men G verwacht.
(iii) G daadwerkelijk geschiedt.
Het essentiele verschil is dat p in dit geval zelf niet helemaal waar hoeft te zijn. De theorie van de zwaartekracht blijft kennis ook al zou de zwaartekracht zelf mogelijkerwijs niet bestaan. Het is de consequentie van p: Ik verwacht gebeurtenis G, die in de toekomst dient te geschieden (de appel moet vallen). De rechtvaardiging van overtuigiing p, is bij voorbaat verzekerd, zolang alle appels (èn peren) vallen, als niets ze tegenhoud. Ik heb tevens persoon S laten vallen, omdat de analyae natuurlijk ook opgaat bij meerdere personen met dezelfde overtuiging.
Mag ik u uitnodigen om gaten te schieten in deze analyse?
Ik werd op dit filosofische fenomeen geattendeerd door de cartoon-website “Jesus and Mo”( http://www.jesusandmo.net/) Mijn eerste Google –link was – zoals zo vaak- Wikepedia. Het viel me op dat de Engelse en de Nederlandse epistemolgie-pagina er behoorlijk anders uitzien, en dat de filosofen – zoals zo vaak – behoorlijk onpragmatisch te werk gaan. Zoals gebruikelijk probeert men het woord kennis te abstraheren, en dus van al zijn context te ontdoen. Daarbij verliest men echter binnen de korstste keren uit her oog, waar kennis goed voor is!
Het begint al bij het begin, als men kennis opdeelt in drie vormen (Lievers en Van Lith: Inleiding Kennisleer)
K1.' Propositionele kennis (als in: Jan weet dat Utrecht de hoofdstad van de provincie Utrecht is)
K2. 'Vaardigheden-kennis’ of, in het Engels, know-how (als in: Jan weet hoe je een band moet plakken).
K3. 'Vertrouwdheids-kennis’ of, in het Engels, knowledge by acquaintance (als in: Jan kent Piet).
Over K2 en K3 vallen filosofisch zeker interessante dingen te zeggen, maar in de kennisleer gaat de aandacht vooral uit naar propositionele kennis.
Maar wat is het nut ?
Als we K1 K2 en K3 als zodanig bezien, dan lijkt het mij evident, dat K1 en K2 als enig nut hebben, om K2 mogelijk te maken. Niet K1, maar K2 lijkt mij daaom de essentiële vorm van kennis.
Net als in bij mijn voorgaande onderwerp “wat is denken”, heb ik de neiging om het onderwerp te bestuderen in samenhang met handelen. K1 is dan het geheel van veronderstellingen die ons (in de toekomst) helpen succesvol te handelen. K2 is enerzijds het geheel der kunde , maar ook specifiek - het onbewuste opereren onze zenuwbanen, zoals lopen, fietsen, praten. K3 is de vaardigheid om te herkennen. Van de drie is K1 met name de kennis die bewust is, en dat verklaart waarschijnlijk meteen waarom de meeste filosofen (liefhebbers van wijsheid) zich daar op concentreren.
De Klassieke Analyse van K1 is als volgt: ((Lievers en Van Lith: Inleiding Kennisleer))
KA S weet dat p precies dan wanneer:
(i) S overtuigd is van p,
(ii) p waar is, en
(iii) S gerechtvaardigd is in zijn overtuiging dat p het geval is.
Het probleem ligt daarbij altijd in de rechtvaardiging. Deze blijkt in theorie nooit geheel en al te kunnen worden onderbouwd. Bovendien is er het Gettier probleem (zie Wikepedia). Daarme worden situaties bedoeld waarin i, ii en ii alle drie opgaan, maar waarbij er desalniettemin geen verband bestaat tusenn i en iii enerzijds en ii anderszijds, oftewel dat p waar is is stom toeval en heeft niets te maken met de rechtvaardiging die S heeft voor zijn overtuiging dat p waar is. Simpel voorbeeld. Ik zie een kat achter het raam, en dat rechtvaardigt mij in de overtuiging dat er een kat achter het raam zit. Nu zit er weliswaar een kat achter het raam, maar dat is niet de kat die ik zag (dat was een pluche speelgoed), maar de kat die ik niet kon zien omdat hij aan het zicht werd ontrokken door een plant vóór het raam.
Zover ik kan zien kleven deze problemen niet aan mijn alternatieve analyse
AA p is kennis wanneer telkens (bij dezelfde p):
(i) Overtuiging p er toe leidt dat men een gebeurtenis G verwacht.
(ii) Alternatieve overtuigingen er minder toe leiden dat men G verwacht.
(iii) G daadwerkelijk geschiedt.
Het essentiele verschil is dat p in dit geval zelf niet helemaal waar hoeft te zijn. De theorie van de zwaartekracht blijft kennis ook al zou de zwaartekracht zelf mogelijkerwijs niet bestaan. Het is de consequentie van p: Ik verwacht gebeurtenis G, die in de toekomst dient te geschieden (de appel moet vallen). De rechtvaardiging van overtuigiing p, is bij voorbaat verzekerd, zolang alle appels (èn peren) vallen, als niets ze tegenhoud. Ik heb tevens persoon S laten vallen, omdat de analyae natuurlijk ook opgaat bij meerdere personen met dezelfde overtuiging.
Mag ik u uitnodigen om gaten te schieten in deze analyse?