Dat hangt - volgens mij - enkel af van hoe dicht we c kunnen benaderen.
Uitleg:
Als voorbeeld neem ik hier muonen, een zwaar soort electronen, die in de buitenste lagen van de atmosfeer gemaakt worden. Ze leven maar 2 microseconden en vliegen bijna met lichtsnelheid naar het aardoppervlak. Ze kunnen dus maar 600 meter afleggen (s=v•t). Toch komen ze 20 km verder op het aardoppervlak terecht.
Relativiteit zorgt voor tijdsrek en ruimtekrimp
Muonen hebben voor ons wel een langere levensduur en voor hen is de afstand tot de Aarde korter en loopt hun tijd normaal.
Omdat ze t.o.v. ons bewegen wordt hun levensduur verlengd van 2,2 microseconde tot 34,8 microseconde in ons referentiekader.
Voor zo'n reizende muon staat ie stil en is de afstand tot de Aarde geen 6000 meter maar 380 meter wanneer zij volgens ons aan 0,998c reizen.
Voor de muonen is er immers een lengtekrimp (Lorentz contraction) en loopt hun tijd normaal.
Die formule voor lengtecontractie:

Daarom bereikt een muon, niettegenstaande zijn korte levensduur, toch de Aarde.
Hiermee wil ik aantonen dat:
De te overbruggen ruimte krimpt voor de reizende waarnemer en neigt naar nul wanneer zijn snelheid richting c gaat.
Of we binnen een redelijke levenstermijn tot aan de andere kant van het univerum geraken hangt enkel af van hoe dicht we c kunnen benaderen.
Een foton heeft een eigentijd van nul en bevindt zich steeds in de kosmos als in een tijdloze en ruimteloze dimensie.

(vul voor v=c in en dan krijg je:
1-1=0 en de wortel van NUL is NUL en t maal NUL is NUL.)
Een snelheid gelijk aan c geeft een massaloos object een universum met een tijd en ruimte gelijk aan nul.
Voor de duidelijkheid: de reiziger die aan een snelheid reist die c nadert (c = lichtsnelheid) wordt zeer traag oud volgens de achterblijvers en de achterblijvers gaan van generatie op generatie.
Dus de objectieve ruimte en tijd blijven gigantisch. Alleen is de overbrugging ervan zowel in tijd en ruimte door een reiziger binnen redelijke levenstermijn afhankelijk van zijn benadering van c (of van de lentecontractie van de ruimte die hij gaat overbruggen)
Slaat dit ergens op denk je?
Mvg
Maarten Vergucht