Filosofie Magazine bezie ik vooral voor een gepopulariseerde versie van filosofiebedrijving. Het moet allemaal niet te moeilijk zijn. Ik noem het maar de Volkskrant of de Telegraaf voor mensen die zich voor filosofie interesseren. Natuurlijk moet je ergens beginnen maar met enkele pennestreken even een Martin heidegger en zaijn betekenis voor de filosofie afserveren geeft mij toch te denken over de mate van diepgang in de materie die van de betreffende afserveerders verwacht kan worden. Na een begin is het de bedoeling dat je verder groeit in plaats van dat je je welhaast sektarisch, middels recitatie van oppervlakkig ongenoegen, meent te moeten mani(e)festeren ten koste van een reeds overleden filosoof.
Laat ik met een begrijpeleijk voorbeeld komen van waar ik me aan erger: De wijze waarop Heidegger tot definitief fout bestempeld wordt door mensen met een historische kennis die Heideegger op dat moment nog niet kon hebben omdat hij dacht in lotsbestemmingen. Hij meende daaraan actief vorm te moeten geven tijdens de jaren dertig voordat hij zich van de terecht in opspraak geraakte partij verwijderde.
Bij onze afserveerders wordt de kreet fout in de oorlog driftig gereciteerd alsof daarmee recht gedaan zou worden aan de man en zijn situatie en alsof daarmee meteen maar alles is gezegd over wat de man aan gedachtenconstructies bouwde over het zjin en en zijnde. Dat resolute oppervlakkige afserverenHet doet me wat denken aan een cartoonrel waarvan de deelnemers zichzelf ook graag achteraf als aan de goede kant staand hoopten te profileren terwijl doorheen de opwinding al vlot zichbaar werd dat deze mensen vooral kabaal maakten, trachtten zichzelf te overschreeuwen voordat de ander dat lawaai eens kritisch zou bevragen en ze het antwoord schuldig zouden moeten blijven. Een oudhollands spreekwoord komt met een vergelijking van holle vaten die het hardst klinken. Het spreekwoord zou wel eens bijzonder van toepassing kunnen zijn al kan ieder dat natuurlijk het beste voor zichzelf uitmaken zolang deze zich niet te zeer door een opzwellend ego laat hinderen.
De rode draad van Martin Heidegger laat zich kennen in de vraag hoe te leven in het tijds- of ‘zijnsperk' aan waarin 'God dood is' of waarin de bovenzinnelijke wereld van Plato en het Christendom leeg is geworden, waarin de werkelijkheid verschijnt als zinloos en doelloos, maar waarin een mens toch een weg moet vinden. Zijn belangrijkste werk Sein und Zeit kwam ruim voor de oorlog in 1927 uit. Om nu dit werk vanwege wat dan ook rondom die oorlog plaatsvond af te serveren zonder er een woord aan te wijden komt op mij stompzinnig over. Alsof er even een 'aanwezig' geroepen kon worden door een populair geachte mening zonder p0lichtplegingen te reciteren.
Wie zich eventueel aangesproken voelt hoeft zich niet ongerust te maken. In de wereld van het filisterdom is het amper iemand opgevallen. Men is er, bang om buiten de boot te vallen, vooral bezig om elkaar te bevestigen. Juist daarom zullen gelijkgestemden zich verzamelen om dit ketterse geluid vlot geridiculiseerd te krijgebn voordat het hun ego publiek treft.
Heidegger en de Nazi's
In 1928 werd Marin Heidegger hoogleraar in Freiburg en in 1933 werd Heidegger de eerste Nationaal Socialistische rector van sw Universiteit van Freiburg. In 1934 trad hij alweer af vanwege een conflict met de partij. Hij heeft nooit ondubbelzinnig afstand van het Nationaal Socialisme genomen. Heidegger zet zich af tegen de katholieke kerk, had angst voor het Communisme en bestreed dat het leven om de economie zou draaien. Verder was hij Ant-Marxistisch, Anti-Amerikaans en had hij het helemaal niet op de voortschrijdende techniek omdat deze wel eens ten koste kon gaan van betaalde banen en samenlevingsverbanden. Heidegger keerde zich tegen de hiërarchische verhoudingen in de maatschappij en op de universiteit. Hij maakte zich sterk voor kritische bevraging van maatschappelijke omstandigheden en veranderingsgerichte actie vanuit de jeugd.
In de rectoraatsrede van 1933 ['Die Selbstbehauptung der deutschen Universität'] vinden we de bovenstaande zaken terug. Het nationaal-socialisme leek in het begin een beweging te zijn die de maatschappelijke verhoudingen zou veranderen. Het nationaal-socialisme leek de bedoeling te hebben het onrecht in de wereld te niet te doen, het nationaal-socialisme zou alles beter en anders maken. In het begin werd het nationaal-socialisme gezien als de oplossing voor de zwak functionerende republiek van Weimar. Mensen die zonder kennis van de levensomstandigheden in Duitsland in die tijd menen Heidegger om deze keuze in die tjid en setting te moeten afserveren maken op mji een behoorlijk oppervlakkige indruk. Niet dat het ertoe doet wat iemand op mij voor indruk zal maken, ik ben hier evenals elke andere deelnemer een van de vele deelnemende entiteiten.
Heidegger gebruikte in zijn rectoraatsrede ideeën van Plato. Waar Plato sprak over en Staat van politici (filosofen), krijgers en arbeiders sprak Heidegger over wetenschappers (Wissendienst), verdedigers (Wehrdienst) en arbeiders (Arbeitsdienst). Hji stelde met Plato: ¨Alles Große steht im Sturm...¨. Volgens Heidegger moest er een storm over het land gaan om te zien wat sterk is en wat zwak. Er moest zich volgens hem een selectieproces voordoen om uit het oude model een nieuw model gemodelleerd te kunnen krijgen en dat modelleren zou onvermijdelijk slachtoffers kosten. Je zou dit een religieuze overtuiging kunnen noemen...
Vanaf 1935 gad hij vorm aan zijn idee van de Westerse geschiedenis als geschiedenis van het Verval. Volgens Heidegger kwam die geschienis aan zijn einde met Friedrich Nietzsche en het technologisch tijdperk. Vanaf die tjid kleeft aan Martin Heidegger het etiektje nazifilosoof. Zijn invloed binnen de wetenschappelijke wereld lwerd nauwelijks minder, onder andere omdat wetenschappers in die tijd zelf durfden denken en het niet zozeer nodig hadden om zaken en mensen als zwart of wit voor te stellen. In die tijd werd middelmatighjeid nog uitgeselecteerd bij de poort met als gevolg dat voor bekrompen kleinburgelijkheid nauwelijks plaats was op de universiteit. Bijwerkingen van het verheven gelijkheidideaal dat nimmer werd bereikt hadden nog geen vat gekregen op de campus en bijgevolg kreeg sentimentalisering van een debat nog geen vat op het filosofische discours
Later maar eens meer.
"Das Land wird erst durch den Weg."