De poll is van , Michael Levin.
Levin is natuurlijk bekend voor zijn collectie intelligentie en zijn experimenten in dat kader met oa platwormen, vooral bij complexe morfogenese (de ontwikkeling van vorm).
Levin verwerpt het idee dat wiskunde slechts een beschrijvend hulpmiddel is, en stelt dat abstracte structuren (platonische ruimte) de fysieke en biologische werkelijkheid informeren of vormgeven op een manier die niet volledig kan worden verklaard door alleen genetica of omgevingsfactoren.
hij stelt dat emergentie als het ontstaan van complexe patronen puur uit lokale, ongecoördineerde interacties, onvoldoende zijn om de robuuste, doelgerichte patronen in levende systemen te voorspellen en te controleren. zoals het regeneratievermogen van een platworm onderworpen aan een niet biologische omgeving die hun hoofd doet ontploffen om dan te herstellen naar een specifieke anatomische vorm. Levin steld dat morfogenese functioneert in een "morfogenetische ruimte" die wordt gedomineerd door attractoren. deze attractoren zijn de stabiele, gewenste toestanden van de anatomie. als je de cellen stoort (bijvoorbeeld door een platworm doormidden te snijden), zal de attractor het systeem functioneel bepalen en terugsturen naar de oorspronkelijke, stabiele morfologische toestand.
de attractoren zijn op zichzelf wiskundig gedefinieerde entiteiten uit de dynamische systeemtheorie waarmee Levin de abstracte structuren (uit zijn platonische ruimte) linked aan de concrete biologische uitkomst. de attractor bepaalt de uiteindelijke vorm, zelfs als de onderliggende fysische paden (de moleculaire details) flexibel zijn. de attractoren zijn de functioneel bepalende krachten die stabiliteit en doelgerichtheid bieden.
dit alles om tenslotte terecht te komen, bij dat je link ook wel degelijk mijn eerste reactie hier hierop was.
het klinkt me teveel als set-theoretic (verzamelingleer) platonisme. (mogelijk lost Levin dit gedeeltelijk op door zijn platonische ruimte uitgebreider te nemen.)
je link stelt 'wiskundig structuralisme' in de plaats, of maw catergie theorie ipv set theorie (ja sorry had het niet echt voorzien, maar door je link kan ik toch moeilijk anders). wiskundige objecten hebben geen intrinsieke eigenschappen maar worden gedefinieerd door hun externe relaties. ( cfr ook Rovelli)
maar ook met enige commentaar betreffende 'wiskundig structuralisme' waar je link naar verwijst. klint mogelijk nogal als 'structuralisme', maar is in zekere zin geëvolueerd naar iets meer naar 'poststructuralistisch' (maar voor de duidelijkheid eveneens met enorme tegenstellingen) -waarmee ik waarschijnlijk de filosofen hier zal ergeren.
wiskundig structuralisme: het maakte niet uit wat erin zit; wat telt, zijn de relaties, de morfismen, de structuur. identiteit is positie in een netwerk, niet substantie.
maar zodra de structuur het absolute fundament wordt, verdwijnt het fundament zelf er blijft enkel het tussen.
daar waar de metafysica sprak over 'de dingen', en het structuralisme over 'de relaties tussen dingen', spreken we nu over relaties tussen relaties. de structuur wordt vloeibaar; de stabiliteit lost op in morfismen.
van het vaste naar het relationele, van het universele naar het contextuele, van de waarheid als totaliteit naar de waarheid als lokaal patroon.
verzamelingenleer : het absolute universum van objecten pre-structuralisme (essenties, substanties)
algebra (Bourbaki): structuren en invarianten structuralisme: orde en systeem
categorie theorie: relaties tussen structuren (morfismen, functoren)
relationeel structuralisme
topos en sheaf theorie: contextuele logica’s, the gluing problem (Ambramsky en Coecke), lokale waarheden
poststructuralisme: meervoud, context, différance
oneindige categorieën en homotopietheorie
identiteit als proces, continu vervagend : becoming
van structuur naar beweging
(de eerste categorieën van waren nog zuiver 'structuralistisch' een poging om alles te vatten in termen van vorm en relatie. maar dan verschijnt Alexandre Grothendieck structuren zijn zelf niet statisch zijn ze leven boven iets, ze variëren over een basis, ze veranderen van contex. een topos, zegt Grothendieck, is een universum van waarheden dat intern coherent is, maar niet noodzakelijk deelbaar met een ander. de waarheid zelf wordt 'gefibrerd'.)
Degrowth is a civilation-killer, it's the little death that brings total annihilation. mass scale demoralization from cultural steering. growth is life, degrowth is death. it's that simple.