Zij kan niet geloven dat ik dat zei. Het leven was volgens haar namelijk veel mooier mét een geloof in een god van liefde en met de overtuiging dat er na dit leven zoveel moois voor je staat te wachten in het hemelse paradijs.
Zoals ik in mijn voorsteltopic reeds aangaf, kom ik uit een zogenaamde 'zwarte-kousen kerk'. Een kerk waar ellende, de verdorvenheid van de mensheid, verdoemenis en de hel nogal nadrukkelijk wordt gepredikt. Het geloof waar ik in was opgevoed achter mij laten, zorgde ervoor dat een last van de schouders viel. Zij komt echter uit een kerk waar 'god is liefde', dankbaarheid en de hemel veel meer centraal staan. Zij ervaart het geloof heel anders dan ik toentertijd. Voor haar is haar geloof een belangrijk, positief onderdeel van het leven.
Ik gaf in het gesprek aan niet te kunnen geloven in een god van liefde, die mensen in het hiernamaals voor eeuwig in het hellevuur laat branden. Ik zei dat ik god nooit zou willen loven en aanbidden in de hemel, terwijl ik weet dat er tegelijkertijd mensen voor eeuwig worden gestraft. En volgens de uitleg die ik ken van Mattheus 7:13-14 zijn er zelfs velen die dit lot wacht. Maar of het er nu veel of weinig zijn, doet er eigenlijk niet eens echt toe. Op de vraag of zij geloofde dat ik, die willens en wetens het geloof de rug heeft toegekeerd, dan volgens haar 'god is liefde'-geloof in de hel terecht zou komen, had ze als antwoord dat ze dat niet zeker wist en daarover geen oordeel wilde geven. Ze gelooft overigens dus wel in het bestaan van de hel.
Een paar vragen hierover:
- Herkennen jullie bovenstaand gesprek?
- Zijn er van jullie die uit een zelfde kerk als zij komen en dit geloof hebben afgezworen, die op dit punt nog aanvullingen op hebben?
Titel veranderd. Maria