Gelovig blijven als je de Bijbel goed kent
Moderator: Moderators
Gelovig blijven als je de Bijbel goed kent
Mijn eerste officiële topic hier (op die in 'Even voorstellen' na dan). Dit topic heb ik ook op Fok! geopend, maar ik hoop hier ook tot een vruchtbare discussie te komen. Ik heb niet meer dan even vluchtig gekeken of er al een dergelijk topic was, dus ik kan ergens overheen gelezen hebben...
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Even als achtergrond:
Afgelopen semester heb ik het vak Literatuur van de Bijbel gevolgd. Een erg leuk vak waarvoor ik erg veel moet leren (voor mijn doen dan). We hebben een handboek voor het gedeelte over het Oude Testament en een handboek voor het gedeelte over het Nieuwe Testament en beide boeken ken ik inmiddels min of meer redelijk goed.
Het vak werd gedoceerd door de docenten van de faculteit theologie, dus gepromoveerde theologen die zich op diepgaand niveau met de materie bezig houden. Ook waren enkelen van hen dominee geweest. Ik weet niet hoeveel theologen aan de universiteit zelf ook geloven, maar ik ga er vanuit dat dat voor degenen die predikant zijn geweest in ieder geval wel geldt.
Zelf kom ik uit een gezin waarin Bijbelse waarheden als vanzelfsprekend werden voorgesteld. Jezus was geboren uit de maagd Maria, in een stal, Mozes had echt een zee gespleten en de overeenkomsten tussen Markus, Matteus en Lukas waren te wijten aan goddelijke inspiratie: alle drie kregen zij van God ongeveer dezelfde openbaring door.
Toen ik begon met dat vak zette ik al mijn twijfels bij de autoriteit van de Bijbel en met de tijd is dat alleen maar meer geworden. Ik liep tegen inconsistenties aan (waar ik jullie niet mee ga vermoeien), realiseerde me dat een hoop rampen die God op zijn volk afvuurde geen theologische verklaring nodig hebben, en de vraag blijft natuurlijk: wat is waar en wat is niet waar? Dat het in de Bijbel staat wil niet zeggen dat het waar is, want de Bijbel is natuurlijk literatuur, vormgegeven door mensen die een boodschap wilden verkondigen. Aan de andere kant is het ook niet zo dat per definitie niets van wat in de Bijbel staat waar is, want buiten-Bijbelse bronnen wijzen op de historiciteit van bepaalde gebeurtenissen, plaatsen en personen.
Toch heb ik een zekere mate van onttovering ondergaan en ik blijf het dan ook merkwaardig vinden hoe mensen die zich diepgaand met de Bijbel bezighouden gelovig kunnen blijven. Als je weet dat de voorstelling van een mens die zwanger wordt van een God een mythologische voorstelling is die afstamt van de Grieken, dat er geen archeologische bewijzen zijn voor een wereldwijde zondvloed (behalve dan dat de Perzische Golf en lokale riviertjes wel eens overstroomden) en dat de voorspellingen van de Profeten gewoon achteraf zijn geschreven, hoe kun je dan in gódsnaam (check de vondst ) nog in God geloven?
Kunnen gelovigen hier die meer dan basale kennis hebben van de Bijbel mij hier eens antwoord op geven?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Even als achtergrond:
Afgelopen semester heb ik het vak Literatuur van de Bijbel gevolgd. Een erg leuk vak waarvoor ik erg veel moet leren (voor mijn doen dan). We hebben een handboek voor het gedeelte over het Oude Testament en een handboek voor het gedeelte over het Nieuwe Testament en beide boeken ken ik inmiddels min of meer redelijk goed.
Het vak werd gedoceerd door de docenten van de faculteit theologie, dus gepromoveerde theologen die zich op diepgaand niveau met de materie bezig houden. Ook waren enkelen van hen dominee geweest. Ik weet niet hoeveel theologen aan de universiteit zelf ook geloven, maar ik ga er vanuit dat dat voor degenen die predikant zijn geweest in ieder geval wel geldt.
Zelf kom ik uit een gezin waarin Bijbelse waarheden als vanzelfsprekend werden voorgesteld. Jezus was geboren uit de maagd Maria, in een stal, Mozes had echt een zee gespleten en de overeenkomsten tussen Markus, Matteus en Lukas waren te wijten aan goddelijke inspiratie: alle drie kregen zij van God ongeveer dezelfde openbaring door.
Toen ik begon met dat vak zette ik al mijn twijfels bij de autoriteit van de Bijbel en met de tijd is dat alleen maar meer geworden. Ik liep tegen inconsistenties aan (waar ik jullie niet mee ga vermoeien), realiseerde me dat een hoop rampen die God op zijn volk afvuurde geen theologische verklaring nodig hebben, en de vraag blijft natuurlijk: wat is waar en wat is niet waar? Dat het in de Bijbel staat wil niet zeggen dat het waar is, want de Bijbel is natuurlijk literatuur, vormgegeven door mensen die een boodschap wilden verkondigen. Aan de andere kant is het ook niet zo dat per definitie niets van wat in de Bijbel staat waar is, want buiten-Bijbelse bronnen wijzen op de historiciteit van bepaalde gebeurtenissen, plaatsen en personen.
Toch heb ik een zekere mate van onttovering ondergaan en ik blijf het dan ook merkwaardig vinden hoe mensen die zich diepgaand met de Bijbel bezighouden gelovig kunnen blijven. Als je weet dat de voorstelling van een mens die zwanger wordt van een God een mythologische voorstelling is die afstamt van de Grieken, dat er geen archeologische bewijzen zijn voor een wereldwijde zondvloed (behalve dan dat de Perzische Golf en lokale riviertjes wel eens overstroomden) en dat de voorspellingen van de Profeten gewoon achteraf zijn geschreven, hoe kun je dan in gódsnaam (check de vondst ) nog in God geloven?
Kunnen gelovigen hier die meer dan basale kennis hebben van de Bijbel mij hier eens antwoord op geven?
De vraag lijkt me duidelijk: hoe is het mogelijk dat mensen die meer dan basale kennis hebben van de Bijbel hun geloof niet verliezen?
Het valt mij op dat veel mensen hier behoorlijk wat van de Bijbel weten, terwijl men hier tegelijkertijd ook best wel kritisch (of misschien zelfs wel vijandig) staat tegenover het geloof.
Alweer een interessante paradox: niets van het geloof willen weten (in de zin van er niets van moeten hebben), maar er intussen ook alles van willen weten (in de zin van grondige bijbelkennis vergaren). Volgens mij zijn de atheïsten de beste bijbelkenners die er zijn
En aan de andere kant is dat ook zo vreemd niet: je moet natuurlijk wel weten waar je precies tegen polemiseert
Het valt mij op dat veel mensen hier behoorlijk wat van de Bijbel weten, terwijl men hier tegelijkertijd ook best wel kritisch (of misschien zelfs wel vijandig) staat tegenover het geloof.
Alweer een interessante paradox: niets van het geloof willen weten (in de zin van er niets van moeten hebben), maar er intussen ook alles van willen weten (in de zin van grondige bijbelkennis vergaren). Volgens mij zijn de atheïsten de beste bijbelkenners die er zijn
En aan de andere kant is dat ook zo vreemd niet: je moet natuurlijk wel weten waar je precies tegen polemiseert
Obsessie, noem ik dat...viking84 schreef:Alweer een interessante paradox: niets van het geloof willen weten (in de zin van er niets van moeten hebben), maar er intussen ook alles van willen weten (in de zin van grondige bijbelkennis vergaren).
Wel, dat ben ik dus niet met je eens..in mijn ogen zijn de atheisten hier het levend bewijs van het feit dat de letter dood maar geloof levend maakt...al zal men dat uiteraard weer ontkennen...Volgens mij zijn de atheïsten de beste bijbelkenners die er zijn![]()
Exact.En aan de andere kant is dat ook zo vreemd niet: je moet natuurlijk wel weten waar je precies tegen polemiseert
moet ik hieruit afleiden dat jij de Bijbel afwijst en mensen zou willen aansporen vanuit hun hart te geloven? Zo ja, dan sluit ik me hier graag bij aan (áls mensen al zouden moeten geloven, daar ben ik nog niet over uit)Tamara schreef:Wel, dat ben ik dus niet met je eens..in mijn ogen zijn de atheisten hier het levend bewijs van het feit dat de letter dood maar geloof levend maakt...al zal men dat uiteraard weer ontkennen...
Integendeel, eerder vanuit hart, ziel en verstand. Je moet niets...het blijft een vrijwillige keuze immers.viking84 schreef:moet ik hieruit afleiden dat jij de Bijbel afwijst en mensen zou willen aansporen vanuit hun hart te geloven? Zo ja, dan sluit ik me hier graag bij aan (áls mensen al zouden moeten geloven, daar ben ik nog niet over uit)Tamara schreef:Wel, dat ben ik dus niet met je eens..in mijn ogen zijn de atheisten hier het levend bewijs van het feit dat de letter dood maar geloof levend maakt...al zal men dat uiteraard weer ontkennen...
Wat zou je geloven als de Thora daarna de Bijbel enz niet door de mensen waren geproduceert ?(En dan bedoel ik niet G'd daar is nog nooit een product van aangetoond).Tamara schreef:Integendeel, eerder vanuit hart, ziel en verstand. Je moet niets...het blijft een vrijwillige keuze immers.viking84 schreef:moet ik hieruit afleiden dat jij de Bijbel afwijst en mensen zou willen aansporen vanuit hun hart te geloven? Zo ja, dan sluit ik me hier graag bij aan (áls mensen al zouden moeten geloven, daar ben ik nog niet over uit)Tamara schreef:Wel, dat ben ik dus niet met je eens..in mijn ogen zijn de atheisten hier het levend bewijs van het feit dat de letter dood maar geloof levend maakt...al zal men dat uiteraard weer ontkennen...
Tamara schreef:Ik begrijp je vraag niet, sorry..Achnaton schreef:Wat zou je geloven als de Thora daarna de Bijbel enz niet door de mensen waren geproduceert ?(En dan bedoel ik niet G'd daar is nog nooit een product van aangetoond).
- Rereformed
- Moderator
- Berichten: 18251
- Lid geworden op: 15 okt 2004 12:33
- Locatie: Finland
- Contacteer:
Een groet van Rereformed!
Er zijn veel mensen die dan gaan sleutelen aan het geloof, dwz vanwege indoktrinatie in de jeugd of als jong volwassene kan men niet loskomen/zich vrijmaken van het geloof, maar blijft men vasthouden aan wat men als 'de goede kant ervan' beschouwt. Door het geloof voldoende vaag te maken kan men jarenlang blijven dobberen in een religieuze sfeer.
Mensen die blijven denken worden steeds eerlijker en doorzien uiteindelijk dat het alles waan was. Een goed voorbeeld hiervan is prof. Kuitert. Maar zelfs Kuitert blijft nog aan een boodschap hangen die aanspreekt: de zorg voor/het medeleven met de naaste. Wie weet wordt deze boodschap indringender ervaren wanneer men het appèl doet in een context van religie, zoiets als 'wij zijn allen een onderdeel van een groter geheel'.
"Een theologie die naar exactheid streeft, is de eerste stap naar het atheïsme. Een atheïst is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel zo niet de meeste godsvoorstellingen hun betekenis hebben verloren."
Een zeer ware uitspraak.
Ik vraag me vaak zelf af tegenwoordig hoe ik het alles vroeger heb kunnen geloven. Ik merk bij mezelf op dat de vervreemding van het christelijk geloof zo groot is dat ik me niet meer voor kan stellen dat ik het beleefde zoals ik fundamentalistische christenen hoor praten. ik weet wel dat ik veelal het doorslaggevende van de argumenten van de tegenpartij begreep, en daarom jarenlang wel gelovig was, maar het niet meer aktief kon uitdragen.
In discussies van de laatste paar dagen met Tamara en Mysterieus2000, merk ik op dat een gelovige zo ingekapseld zit in zijn overtuiging dat hij/zij niet luistert naar wat een ander zegt. Als een computer die voorgeprogrammeerd is rolt een automatisch antwoord op ieder probleem/vraagstelling. Veelal dringt de probleemstelling niet eens tot de gelovige door, maar heeft het antwoord niets te maken met de vraag, of wordt iets wat volkomen onligisch en dus onmogelijk is omzeild door de aandacht op iets anders te richten. De discussies met mysterieus van de afgelopen paar dagen spreken boekdelen.
http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=1880
http://www.freethinker.nl/forum/viewtop ... sc&start=0
http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=1887
Dit is ook niet mogelijk. Iedere denker en theoloog die grondige kennis van de bijbel en alle achtergronden heeft verliest zijn kinderlijke geloof, dwz het geloof zoals het op de zondagschool of door evangelische/orthodoxe/fundamentalistische prediking verkondigd wordt.viking84 schreef:De vraag lijkt me duidelijk: hoe is het mogelijk dat mensen die meer dan basale kennis hebben van de Bijbel hun geloof niet verliezen?
Er zijn veel mensen die dan gaan sleutelen aan het geloof, dwz vanwege indoktrinatie in de jeugd of als jong volwassene kan men niet loskomen/zich vrijmaken van het geloof, maar blijft men vasthouden aan wat men als 'de goede kant ervan' beschouwt. Door het geloof voldoende vaag te maken kan men jarenlang blijven dobberen in een religieuze sfeer.
Mensen die blijven denken worden steeds eerlijker en doorzien uiteindelijk dat het alles waan was. Een goed voorbeeld hiervan is prof. Kuitert. Maar zelfs Kuitert blijft nog aan een boodschap hangen die aanspreekt: de zorg voor/het medeleven met de naaste. Wie weet wordt deze boodschap indringender ervaren wanneer men het appèl doet in een context van religie, zoiets als 'wij zijn allen een onderdeel van een groter geheel'.
Een deelnemer aan dit forum (Fons) heeft als onderschrift:Het valt mij op dat veel mensen hier behoorlijk wat van de Bijbel weten, terwijl men hier tegelijkertijd ook best wel kritisch (of misschien zelfs wel vijandig) staat tegenover het geloof.
Alweer een interessante paradox: niets van het geloof willen weten (in de zin van er niets van moeten hebben), maar er intussen ook alles van willen weten (in de zin van grondige bijbelkennis vergaren). Volgens mij zijn de atheïsten de beste bijbelkenners die er zijn![]()
"Een theologie die naar exactheid streeft, is de eerste stap naar het atheïsme. Een atheïst is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel zo niet de meeste godsvoorstellingen hun betekenis hebben verloren."
Een zeer ware uitspraak.
De ex-gelovige, agnost of atheïst heeft veelal de discussies jarenlang met zichzelf gevoerd.En aan de andere kant is dat ook zo vreemd niet: je moet natuurlijk wel weten waar je precies tegen polemiseert
Ik vraag me vaak zelf af tegenwoordig hoe ik het alles vroeger heb kunnen geloven. Ik merk bij mezelf op dat de vervreemding van het christelijk geloof zo groot is dat ik me niet meer voor kan stellen dat ik het beleefde zoals ik fundamentalistische christenen hoor praten. ik weet wel dat ik veelal het doorslaggevende van de argumenten van de tegenpartij begreep, en daarom jarenlang wel gelovig was, maar het niet meer aktief kon uitdragen.
In discussies van de laatste paar dagen met Tamara en Mysterieus2000, merk ik op dat een gelovige zo ingekapseld zit in zijn overtuiging dat hij/zij niet luistert naar wat een ander zegt. Als een computer die voorgeprogrammeerd is rolt een automatisch antwoord op ieder probleem/vraagstelling. Veelal dringt de probleemstelling niet eens tot de gelovige door, maar heeft het antwoord niets te maken met de vraag, of wordt iets wat volkomen onligisch en dus onmogelijk is omzeild door de aandacht op iets anders te richten. De discussies met mysterieus van de afgelopen paar dagen spreken boekdelen.
http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=1880
http://www.freethinker.nl/forum/viewtop ... sc&start=0
http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=1887
Laatst gewijzigd door Rereformed op 12 jun 2006 06:46, 1 keer totaal gewijzigd.
- collegavanerik
- Superposter
- Berichten: 6347
- Lid geworden op: 31 mar 2005 22:59
- Locatie: Zuid Holland
- Rereformed
- Moderator
- Berichten: 18251
- Lid geworden op: 15 okt 2004 12:33
- Locatie: Finland
- Contacteer:
Ik heb een paar jaar geleden een opeenvolging van fases gemaakt die ik denk te kunnen zien in de geloofsbeleving van mijzelf. Hoe 'gemiddeld' dit is zou ik niet weten:
1. Het begint met een gevoel te verdrinken, in het donker te lopen.
2. Er komt een periode van zoeken. Vragen, twijfels, irriterende veelheid van antwoorden.
3. De bekering vindt plaats. Veelal ingrijpende gebeurtenis. De knoop wordt doorgehakt (waar men in het engels zo'n mooie uitdrukking voor heeft: crux decision). Men aanvaardt voorgoed een bepaald geloofssysteem.
4. Een beginperiode als gelovige. Euforie. Een gevoel van heerlijk geluk. Alles valt op zijn plaats. Het leven heeft zin, alles is geordend. Godswonderen gebeuren vooral in deze tijd. Relatief korte tijd, te vergelijken met periode van verliefdheid.
5. Periode van wegwerken van onvolmaaktheden in eigen karakter. Bij tijden voelt men zich nog onzeker, maar voortdurend besteedt men aandacht aan het opdoen van zelfkennis en kennis van de ware godsdienst, door contemplatie, studie, analyse, hoge doelstellingen, veel zelfkritiek en het volgen van de wil van God, -nog vaak door het opmerken van bovennatuurlijke wonderen, tekenen, "aanwijzingen van boven".
Het opofferen van de eigen wil -de moeilijkste traptrede. In vergelijking tot de vorige fase een veel langere periode. Vragen en antwoorden beginnen volgens voorgeschreven/ingestudeerd stramien te lopen.
6. Diepe inzichten, zekerheid met betrekking tot de zin van het leven, hoge standaard van (automatisch geworden) levensopvattingen en gedrag; vaak een gevoel dat men het doel al bijna bereikt heeft, om net voor de laatste inspanning ons weer te ontglippen. Tegelijkertijd leert men geleidelijk aan dat fanatisme geen zin heeft. Men wordt milder, bezadigder, men ziet de zaken steeds minder zwart-wit. De "wil van God" wordt op den duur onmogelijk aan te wijzen. Wonderen gebeuren niet meer. Steeds grotere behoefte aan onafhankelijk denken, maar twijfels worden zoveel mogelijk omgegoocheld tot 'diepzinnige inzichten', dwz dogma's worden geleidelijk aan overboord gezet en men richt zich slechts nog op 'spiritualiteit'.
7. Mystieke eenwording met God. Dit klinkt geweldig, maar men kan het evengoed het begin van het eind van de religie noemen: een andere manier om het te omschrijven is het bereiken van het niveau dat men beseft niet meer van God afhankelijk te zijn, maar opgegroeid is tot zelf een autoriteit te zijn. Het doorslaggevende opgedane inzicht is het inzicht dat zelfzucht niet zondig is, maar juist de sleutel is tot gezond leven: De zelfzuchtige mens in de positieve zin van het woord (iets waar de godsdienst nooit over spreekt) is de mens die iedereen bewondert. Hij treedt op als held, hij respecteert zichzelf, hij heeft zelfvertrouwen, beheerst de situatie, stuurt de zaken in een bepaalde richting, is een sterke persoonlijkheid, is zelfverzekerd, heeft hoge achting van zichzelf, is recht door zee en kan doodeerlijk zijn, heeft geen behoefte aan machtsvertoon en macht over anderen, voelt medelijden voor de zwakke mens. De mens die blijft staan op het niveau dat de godsdienstige vroomheid hem jarenlang heeft onderwezen vertoont gemakkelijk precies de omgekeerde eigenschappen: hij denkt nooit aan zichzelf, schopt zichzelf in de goot, laat zich gebruiken en voelt daarom gemakkelijk ressentiment, heeft geen hoogstaande visies waar hij voor vecht, maar probeert slechts anderen te overreden en te manipuleren, durft zichzelf niet geheel eerlijk te uiten maar leeft met heimelijkheid, heeft telkens de behoefte zich gesterkt te voelen, haat zichzelf, het leven, de wereld.
Natuurlijk is bovenstaande tweedeling een generalisering om de zaak duidelijk te maken. Ieder gezond mens zal zelfzucht en onbaatzuchtigheid in balans willen houden. Maar de godsdienst preekt altijd eenzijdig de onbaatzuchtigheid en zal de zelfzucht in welke vorm dan ook altijd veroordelen. De godsdienst kent slechts goed en kwaad en heeft nooit gehoord van zoiets als boven het dualisme uit stijgen.
8. De laatste stap: men breekt uiteindelijk met het idee van een toezicht hebbende, alles leidende en eisende God. Men ziet steeds meer in dat godsdienstige ideeën een waan waren, en dat in werkelijkheid alles zich afspeelt in het innerlijk van de mens. Men ervaart een uitbundige bevrijding. Een wedergeboorte, terugkeren tot de mensheid. Op dit punt heelt zich de innerlijke gespletenheid van de religieuze mens en herkrijgt men zichzelf terug.
De kwestie van het eventuele bestaan van God doet er niet meer toe, het wordt een filosofische bezigheid, aangezien de religieuze mens eindelijk heeft geleerd geheel uit zichzelf te leven, op zijn eigen denken te vertrouwen en nergens bang meer voor te hoeven zijn.
9. Een periode van tot rust komen. Het verwerken van gevoelens van agressie tegen godsdienst, bij tijden het gevoel van gemis van geborgenheid, het gevoel God in de steek te laten, niet meer loyaal te zijn aan Jezus, de teleurstelling dat alles op illusies berustte, menselijk (eigen) intellect maar zeer beperkt is enz. Deze dingen hebben vaak lange tijd nodig volledig verwerkt en aanvaard te worden.
10. Men is volkomen vervreemd van het vroegere vrome leven en kan zich niet eens meer indenken zo rondgelopen te hebben.
1. Het begint met een gevoel te verdrinken, in het donker te lopen.
2. Er komt een periode van zoeken. Vragen, twijfels, irriterende veelheid van antwoorden.
3. De bekering vindt plaats. Veelal ingrijpende gebeurtenis. De knoop wordt doorgehakt (waar men in het engels zo'n mooie uitdrukking voor heeft: crux decision). Men aanvaardt voorgoed een bepaald geloofssysteem.
4. Een beginperiode als gelovige. Euforie. Een gevoel van heerlijk geluk. Alles valt op zijn plaats. Het leven heeft zin, alles is geordend. Godswonderen gebeuren vooral in deze tijd. Relatief korte tijd, te vergelijken met periode van verliefdheid.
5. Periode van wegwerken van onvolmaaktheden in eigen karakter. Bij tijden voelt men zich nog onzeker, maar voortdurend besteedt men aandacht aan het opdoen van zelfkennis en kennis van de ware godsdienst, door contemplatie, studie, analyse, hoge doelstellingen, veel zelfkritiek en het volgen van de wil van God, -nog vaak door het opmerken van bovennatuurlijke wonderen, tekenen, "aanwijzingen van boven".
Het opofferen van de eigen wil -de moeilijkste traptrede. In vergelijking tot de vorige fase een veel langere periode. Vragen en antwoorden beginnen volgens voorgeschreven/ingestudeerd stramien te lopen.
6. Diepe inzichten, zekerheid met betrekking tot de zin van het leven, hoge standaard van (automatisch geworden) levensopvattingen en gedrag; vaak een gevoel dat men het doel al bijna bereikt heeft, om net voor de laatste inspanning ons weer te ontglippen. Tegelijkertijd leert men geleidelijk aan dat fanatisme geen zin heeft. Men wordt milder, bezadigder, men ziet de zaken steeds minder zwart-wit. De "wil van God" wordt op den duur onmogelijk aan te wijzen. Wonderen gebeuren niet meer. Steeds grotere behoefte aan onafhankelijk denken, maar twijfels worden zoveel mogelijk omgegoocheld tot 'diepzinnige inzichten', dwz dogma's worden geleidelijk aan overboord gezet en men richt zich slechts nog op 'spiritualiteit'.
7. Mystieke eenwording met God. Dit klinkt geweldig, maar men kan het evengoed het begin van het eind van de religie noemen: een andere manier om het te omschrijven is het bereiken van het niveau dat men beseft niet meer van God afhankelijk te zijn, maar opgegroeid is tot zelf een autoriteit te zijn. Het doorslaggevende opgedane inzicht is het inzicht dat zelfzucht niet zondig is, maar juist de sleutel is tot gezond leven: De zelfzuchtige mens in de positieve zin van het woord (iets waar de godsdienst nooit over spreekt) is de mens die iedereen bewondert. Hij treedt op als held, hij respecteert zichzelf, hij heeft zelfvertrouwen, beheerst de situatie, stuurt de zaken in een bepaalde richting, is een sterke persoonlijkheid, is zelfverzekerd, heeft hoge achting van zichzelf, is recht door zee en kan doodeerlijk zijn, heeft geen behoefte aan machtsvertoon en macht over anderen, voelt medelijden voor de zwakke mens. De mens die blijft staan op het niveau dat de godsdienstige vroomheid hem jarenlang heeft onderwezen vertoont gemakkelijk precies de omgekeerde eigenschappen: hij denkt nooit aan zichzelf, schopt zichzelf in de goot, laat zich gebruiken en voelt daarom gemakkelijk ressentiment, heeft geen hoogstaande visies waar hij voor vecht, maar probeert slechts anderen te overreden en te manipuleren, durft zichzelf niet geheel eerlijk te uiten maar leeft met heimelijkheid, heeft telkens de behoefte zich gesterkt te voelen, haat zichzelf, het leven, de wereld.
Natuurlijk is bovenstaande tweedeling een generalisering om de zaak duidelijk te maken. Ieder gezond mens zal zelfzucht en onbaatzuchtigheid in balans willen houden. Maar de godsdienst preekt altijd eenzijdig de onbaatzuchtigheid en zal de zelfzucht in welke vorm dan ook altijd veroordelen. De godsdienst kent slechts goed en kwaad en heeft nooit gehoord van zoiets als boven het dualisme uit stijgen.
8. De laatste stap: men breekt uiteindelijk met het idee van een toezicht hebbende, alles leidende en eisende God. Men ziet steeds meer in dat godsdienstige ideeën een waan waren, en dat in werkelijkheid alles zich afspeelt in het innerlijk van de mens. Men ervaart een uitbundige bevrijding. Een wedergeboorte, terugkeren tot de mensheid. Op dit punt heelt zich de innerlijke gespletenheid van de religieuze mens en herkrijgt men zichzelf terug.
De kwestie van het eventuele bestaan van God doet er niet meer toe, het wordt een filosofische bezigheid, aangezien de religieuze mens eindelijk heeft geleerd geheel uit zichzelf te leven, op zijn eigen denken te vertrouwen en nergens bang meer voor te hoeven zijn.
9. Een periode van tot rust komen. Het verwerken van gevoelens van agressie tegen godsdienst, bij tijden het gevoel van gemis van geborgenheid, het gevoel God in de steek te laten, niet meer loyaal te zijn aan Jezus, de teleurstelling dat alles op illusies berustte, menselijk (eigen) intellect maar zeer beperkt is enz. Deze dingen hebben vaak lange tijd nodig volledig verwerkt en aanvaard te worden.
10. Men is volkomen vervreemd van het vroegere vrome leven en kan zich niet eens meer indenken zo rondgelopen te hebben.
Laatst gewijzigd door Rereformed op 11 jun 2006 21:49, 1 keer totaal gewijzigd.
Hebr 6: