Cor van der Laak schreef:
Antwoord vraag 1:
Een eenduidige definitie van dit begrip is er denk ik niet, maar ik versta eronder: het vermogen tot het opdoen en toepassen van kennis. Het vermogen tot het denken in abstracties, het leggen van relaties en de mate van creativiteit in het bedenken van oplossingen voor (complexe) problemen.
Ik ga bijna helemaal met je mee.
Het vermogen om kennis op te doen is bij een intelligent minder bedeelde persoon soms buitengewoon.
De meeste definities van intelligentie zijn omschrijvingen, daardoor vaak heel verschillend van aard met als voornaamste kenmerk, dat ieder zijn specifieke aandachtspunt in die omschrijving legt
Het belangrijkste bij al die definities is dat je niet het onderscheid moet vergeten tussen intelligentie en kennis.
Dat wordt te vaak verweven.
Een ander belangrijk verschil is de mogelijkheid om veel kennis op te nemen, dus een goed geheugen te hebben, en de mogelijkheid er iets mee te doen.
Ik heb ooit iemand gekend met een fotografisch geheugen, maar geen enkele mogelijkheid om logische verbanden te leggen. Ik kwam daar achter, nadat ik een half uur had zitten te luisteren en een simpele vraag stelde over wat hij had verteld, die hij niet wist te beantwoorden.
Of deze kennis rationeel tot ons gekomen is of emotioneel, of de bron van de kennis een juiste was of niet waardoor onze kennis meer of minder waar is, doet op zich niet ter zake.
"Intelligentie is het vermogen om gegevens, verkregen gedurende een periode van je leven te combineren en te gebruiken met een bepaald doel."
Die gegevens kunnen dus rationeel tot je gekomen zijn of emotioneel, waardoor ook de aard van die kennis dezelfde eigenschappen heeft.
Ook kan het doel zeer gedifferentieerd zijn.
Bij intelligent omgaan met kennis gaat het dus om het kunnen inpassen ervan in een bepaalde probleemstelling om een doel te kunnen bereiken en niet om een algemeen aanvaarde waarheid.
Die doelen kunnen heel verschillend zijn, afhankelijk van de soort en de aard van de gemeenschap en tijd dat men leeft.
Dat je het meest bereikt en het verst komt bij het aansluiten binnen een gemeenschap, als je de kennis, de normen en de waarden van die gemeenschap aanvaardt en daar vanuit gaat, is duidelijk.
Het is dan vaak een kwestie van rationele en emotionele intelligentie, die het je mogelijk maakt dat te bereiken.
Op het moment dat uitgegaan wordt van verschillende soorten en hoeveelheden kennis wordt het dus extra moeilijk en zal het meer intelligentie vereisen om alsnog aan te sluiten.
Grote rationele kennis en weinig emotionele intelligentie zal extra problemen geven.
Ik denk dat hier ook de kern ligt van de problemen bij de intelligente, maar voor de ongelovige en meer skeptisch denkende mensen, irrationele gelovige.
Afhankelijk van zijn eigen doelstelling zal hij die intelligentie gaan gebruiken om te komen tot een oplossing van zijn probleem.
Vanaf dat moment is hij in zijn eigen denken dus niet irrationeel. Hij gebruikt slechts, voor de ongelovige, foutieve brongegevens.
Ik denk dat het evident is, dat ook het hebben en het ontwikkelen van een probleem en dan de ogen sluiten voor kennis die dat probleem zal vergroten, hoort bij de oplossingen die een mens kan aandragen.
Het opzetten van oogkleppen is dus niet zozeer een kenmerk van veel of weinig verstand, maar soms ook een enig redmiddel van een intelligent persoon, die zich geplaatst ziet voor een, voor hem op dat moment, onmogelijke situatie.
Met irrationaliteit bedoel ik zaken die niet- of moeilijk verenigbaar zijn met het "gezonde verstand". In deze context bedoel ik er vooral mee: het vermogen tot het maken van een juist onderscheid tussen datgene wat als "waar" en dat wat redelijkerwijs als fantasie of mythisch kan worden beschouwd. Creationisme vind ik daarvan een goed voorbeeld.
Mi. gaat het hier niet zozeer om de mogelijkheid, maar meer om "de wenselijkheid" met het oog op het doel wat men heeft.
Zie voorgaande motivatie.
Dikkemick omschrijft het mi. hier ook goed.
dikkemick schreef:
Hoe het vermogen tot maken van onderscheid ("waar" versus mythe) vertroebeld is kun je niet eens aan ongezond verstand toeschrijven. Voor deze mensen IS de opstanding rationeel, waar en een feitelijk gegeven.
Of dit ook allemaal aan de basis ligt van het geloof in fantasierijke dingen, geloof ik niet zozeer.
Wel is uit de culturele geschiedenis bekend dat mensen, in moeilijke omstandigheden levend, zich vaak moeilijk alleen binnen de ratio kunnen redden. Die is dan vaak te afstotend voor hen.
Eerder gaat men zich dan bezig houden met fantasierijke onderwerpen.
Zie de afwisselende perioden gedurende eeuwen in de kunst van ratio en minimalisme met perioden van romantiek en fantasie.
Die duren vaak een generatie of volwassen mensenleven lang.
Met intelligentie heeft dat weinig of niets te maken.
Die zal dat alleen versterken.
Goede humor versplintert de gesneden beelden in ons hoofd. - Frank Bosman.