Atheïsme wordt vaak gezien als het ontbreken van een geloof in een god of goden, maar het heeft ook een eigen standpunt ten opzichte van het idee van goddelijkheid.
Atheïsme is dan ook gebaseerd op een overtuiging, namelijk dat er geen overtuigende bewijzen zijn voor het bestaan van een god. Dit standpunt verhoudt zich dualistisch tot het theïsme door er een tegenpool van te vormen. Atheïsme stelt zich tegenover het geloof in het bovennatuurlijke door het ontbreken ervan te benadrukken, wat ook een opvatting is en een vorm van geloven – geloven in de afwezigheid van iets.
Mijn interpretatie, waarin elk standpunt een vorm van dualiteit met zich meebrengt, sluit aan bij het idee dat overtuigingen grenzen stellen aan onze waarneming van de werkelijkheid. Overtuigingen, of ze nu religieus, spiritueel, of atheïstisch zijn, scheppen namelijk een kader dat de werkelijkheid door een specifieke lens bekijkt. Hierdoor maakt atheïsme, zelfs als afwijzing van goddelijke overtuigingen, deel uit van een dualistische kijk op de werkelijkheid.
Zoals ik eerder schreef...
Atheïsme kan een deel van je identiteit vormen, net zoals elke overtuiging of afwijzing van een overtuiging bijdraagt aan hoe we onszelf zien. Door jezelf te identificeren als atheïst, geef je een naam aan een bepaald standpunt en wordt het een deel van het zelfbeeld dat je in de wereld uitdraagt. Het wordt iets wat je “bent” of “gelooft,” in tegenstelling tot andere mensen die zichzelf misschien theïst, agnost of spiritueel noemen.bonifacius schreef: ↑13 nov 2024 12:21 Het dualistische wereldbeeld wordt vaak gezien als een bron van veel van ons leed.
De vraag of een dualistische visie aangeboren is, is een zeer interessante en complexe vraag die filosofen en wetenschappers al eeuwenlang bezighoudt.
Hoewel dualisme misschien niet aangeboren is, lijkt het een vrijwel universele menselijke ervaring. We maken voortdurend onderscheid tussen onszelf en de wereld om ons heen, tussen lichaam en geest, tussen subject en object.
Onze taal en de manier waarop we denken zijn vaak dualistisch van aard. Dit kan ons wereldbeeld sterk beïnvloeden.
Religies, filosofieën en culturele tradities hebben een dualistische kijk op de werkelijkheid. Deze overtuigingen worden van generatie op generatie overgedragen en vormen een belangrijk onderdeel van onze identiteit.
Dit zelfbeeld draagt bij aan de dualistische kijk waarin jij jezelf als een specifiek “ik” met bepaalde eigenschappen ziet tegenover anderen met andere eigenschappen of overtuigingen. Tegelijkertijd maak je jezelf los van andere mogelijkheden van zijn. Het interessante is dat zodra je een overtuiging of identiteit loslaat, ook dat deel van de zelfconstructie – wie je denkt te zijn – minder vastomlijnd wordt.
Zelfkennis begint vaak met vragen zoals "Wie ben ik?" en "Wat ben ik?", en het vergt vaak het loslaten van labels en ideeën om dichter bij het antwoord te komen. In de kern gaat het erom of we werkelijk een atheïst, theïst, of iets anders zijn, of dat we slechts dénken deze identiteit te zijn.
Wanneer je jezelf identificeert als een atheïst, kan dat voelen als iets wezenlijks – maar eigenlijk is het een gedachte over jezelf, een overtuiging die je omarmt op basis van ervaringen, overtuigingen en voorkeuren.
De vraag “Wie ben ik?” wijst voorbij gedachten en overtuigingen naar iets fundamentelers. Wat zich werkelijk afspeelt is vaak dat we denken dat we een bepaalde identiteit zijn, omdat dat denken zich hecht aan labels en ideeën. Door zelfonderzoek kan je ontdekken dat die identiteiten, zoals "atheïst" of "gelovige," uiteindelijk alleen maar labels zijn die onze ervaring beperken. Wat je werkelijk bent, blijkt vaak iets te zijn dat niet in die categorieën past – een ruimere aanwezigheid die al die ideeën overstijgt.
