Ammonius schreef: ↑06 sep 2024 16:19
Amerauder schreef: ↑02 sep 2024 12:32
Oké, even terug naar de absolute basis:
Neem bijvoorbeeld het concept stoel.
Eerst leren wij het woord stoel kennen – het symbool, het concept.
Op het moment waarop wij onszelf dat concept meester hebben gemaakt, kunnen we het vervolgens gaan herkennen in de wereld. We kunnen dan in een kamer kijken en zien of er stoelen in die kamer aanwezig zijn, of niet.
Daarvoor, op het moment dat we het concept stoel nog niet machtig zijn, kunnen we dat ook nog niet: zien of een kamer stoelen bevat, of niet. We zien dan misschien wat hout- en stofachtige substantie in de ruimte, maar of dat een stoel vormt, is dan nog niet zichtbaat. Om dat te kunnen weten, om dat te kunnen zien, daarvoor moet je eerst het concept ‘stoel’ geleerd hebben. We moeten ons het onderscheidingsvermogen eigen hebben gemaakt. Dat is waar het hier op aankomt.
In die zin is het dus met alle objecten en gebeurtenissen zo, en met vele zaken meer. Eerst leer je het concept, pas daarna kun je het gewaarworden in de wereld.
En dat is hoe is het is dat:
holog schreef: ↑18 aug 2024 14:24
Alle (zintuigelijke) waarnemingen zijn theorie-geladen.
Het gewaarworden en het verstandelijk begrijpen staan niet los van elkaar, alsof het volledig zelfstandige gebieden zouden zijn. Ze zijn onlosmakelijk verbonden, en vloeien in elkaar over.
Dat, wat wij stoel noemen, is, voordat wij het zo noemen, nog geen stoel. Net zoals het eerst in onze geest zijn kleur krijgt, zo ook krijgt het daar pas zijn structuur als object.
Je kunt je wat losse moleculen voorstellen die zomaar wat rondzweven in een ongedifferentieerde ruimte. Ook dat is een beeld in onze geest, maar het is een beeld dat je kan helpen te begrijpen wat een stoel zou zijn, zonder ons, die er in ons begrip een stoel van maken.
...
Het
concept 'stoel' is een talige entiteit, en bestaat slechts wanneer zij door mensen (of andere taalbeheersende wezens) wordt bedacht. Maar de
verwijzing van het concept stoel is de stoel zelf, als fysiek object, en dat is geen talige entiteit. Je kunt dus prima zeggen: "Er bestonden al stoelen voordat het concept 'stoel' was bedacht." Dat betekent: de verwijzing van het concept 'stoel' bestond al. Mocht je dit willen ontkennen en willen betogen dat verwijzingen ook talig zijn, dan heb ik daar nog niet echt een goed argument in deze discussie voor zien langskomen.
Oké laten we ze even labelen, voor de duidelijkheid. Stoel (C) is het concept ‘stoel’ in de taal, in onze gedachten. Stoel (F) is het fysieke object.
In het meest normale geval gebruiken we dus (C) om naar (F) te verwijzen.
En nu beweer jij dat je kunt zeggen dat er al stoelen (F) hadden kunnen zijn voordat het concept stoel (C) bestond? Is dat wat je vraagt?
Dat kun je prima zeggen ja, maar het zou niet kloppen.
Immers, hoe zou iemand een stoel (F) kunnen vervaardigen zonder het concept stoel (C)? De meubelmaker werkt toch met een bepaalde intentie? Hij heeft toch een bepaald plan? Het is toch niet alsof die stoel aan de boom gegroeid is, of zomaar uit de hemel kwam vallen?
Dus nee, dat is uitgeloten. Er moet (C) zijn voor de meubelmaker om (F) te kunnen maken.
Dat is waarom, zoals ik reeds tegen Peter zei, dit alles met betrekking tot menselijke uitvindingen nog vele malen gemakkelijker in te zien is. Met natuurlijke verschijnselen ligt het iets moeilijker, maar ook daar is iets zeer vergelijkbaars aan de hand.
Tot zover duidelijk?
Nu wordt het iets moeilijker:
Stel je nu even een persoon voor die het concept (C) niet machtig is. Iemand zegt tegen hem “Kijk daar, die stoel! Mooi hè?”.
Wat nu? Hoe zou hij weten waar hij moet kijken, wat zou hij moeten proberen te zien, als hij het concept (C) niet machtig is? Je noemt het een “verwijzing”, maar in dit geval is daar dus geen sprake van, er wordt nergens naar verwezen, de verwijzing lukt niet. Dus kan deze persoon de stoel ook niet zien. Ten hoogste ziet hij wat hout- en stofachtige substantie, maar om daar een stoel van te kunnen maken, heeft hij het concept (C) nodig.