Reacties op 'Hete hangijzers', een serie lezingen in Delft over apologetiek.
Forumdiscussie over dit onderwerp:
Zie overzichtspagina voor alle artikelen over de hete hangijzers.
Onlangs gaf Stefan Paas een lezing over God en de vraag naar het lijden, in het kader van de lezingenserie 'Hete Hangijzers' waarin filosofische en theologische problemen worden besproken waar gelovigen tegenaan lopen. De lezingenreeks is opgezet door prof. Cees Dekker in samenwerking met de Delftse kerken om gelovigen die worstelen met deze problemen handvatten geven hiermee om te gaan.
De toespraken in de serie vormen de aanleiding van een in 2009 te verschijnen boek: 'Hete Hangijzers' (Buijten & Schipperheijn).
In zijn lezing en het erop gebaseerde boekhoofdstuk stelt Paas de vraag aan de orde hoe het lijden in de wereld te rijmen zou kunnen zijn met het geloof in het bestaan van een algoede en almachtige God, die deze werkelijkheid geschapen heeft. Hij geeft een aantal argumenten waaruit zou moeten blijken dat het geloof in een algoede en almachtige God wel degelijk consistent is met de onderkenning van het lijden in de werkelijkheid.
Ik heb dat beoogde hoofdstuk van Stefan Paas voor het boek 'Hete Hangijzers' doorgenomen en wil er gaarne mijn commentaar bij plaatsen. Aanvankelijk vroeg ik me hoe zinvol het zou zijn om dat hier te doen: dat lijkt toch een beetje op preken voor eigen parochie. Maar nu Stefan Paas hier is geland, is die vraag beantwoord.
Ik zal eerst een algemene opmerking maken over waar het hoofdstuk als geheel mijns inziens tegen oploopt, en dan punt voor punt mijn kritische kanttekeningen plaatsen bij de argumenten die Stefan Paas opwerpt ten aanzien van de verenigbaarheid van God en het lijden, om vervolgens een conclusie te trekken in hoeverre zijn onderneming geslaagd is.
Rationalisaties doen het lijden geen recht.
Mijn eerste opmerking is een globale. Mijns inziens doet Paas met zijn rationalisaties geen recht aan het lijden. Door het lijden te rationaliseren als passend binnen Gods grotere plan relativeert hij het weg. Dit maakt Paas' onderneming in mijn ogen ongeloofwaardig. De woorden klinken hol, leeg en oppervlakkig.
Laat hij wachten tot de arm van de Almachtige zijn kinderen heeft weggerukt, tot zijn vrouw van hem scheidt en hijzelf crepeert in zijn lichaam. Dan zullen zijn woorden minder klinken als die van de vrienden van Job, welke eveneens Gods beleid trachten te rationaliseren, en meer als die van Job zelf.
Hoewel? Het is juist Job die God vol vuur aanklaagt en zegt: niet ík heb gezondigd, maar met Gods beleid is er iets stevig mis. Job doet de hand pas op de mond als God hem intimideert met grote woorden en agressieve retoriek. Job staat dus aan de kant van de aanklagers, en het bijbelboek eindigt niet met een antwoord, maar met een gebrek aan een antwoord: want, zo dondert God tegen de mens die Hij heeft geruïneerd om niks (of eigenlijk, om de satan af te troeven): jij bent te klein en te nietig om Mijn wegen te begrijpen, dus je kunt beter je waffel houden.
1. De ondoorgrondelijkheid van God.
Paas begint daar zijn argumentatie mee, met het poneren van de ondoorgrondelijkheid van God: wij mensen zijn te beperkt om de redenen van een alwetend en almachtig wezen te begrijpen.
'Eens zullen we het begrijpen' , zo houdt Paas ons voor. Hoe krijgt Paas dat voor elkaar, als ik vragen mag? Gaat God in het hiernamaals, in de hemel of in het eschaton of hoe je dat ook maar wilt noemen, onze beperkte menselijke geest 'upgraden' tot alwetendheid? Maar dan zouden we ons op het niveau van God bevinden en niet langer beperkte wezens zijn. Mijns inziens maakt Paas zich met deze zet veel te gemakkelijk af van het aanvankelijk zo benadrukte onderscheid tussen mens en God. In het eschaton kan alles blijkbaar! Maar dat is jezelf tevreden stellen met sprookjes en wensfantasieën.
Met het onderscheid tussen mens en God komen we aan een tweede probleem. Door de redenen van God aan het beperkte, feilbare mensenverstand te onttrekken, onttrekt Paas God aan wat door ons binnen onze werkelijkheid nog zinvol als 'goed' en 'kwaad' omschreven kan worden. De Holocaust en de Goelags en de genociden zijn weliswaar 'kwaad' in onze ogen, maar in het grotere Plan der dingen (dat wij niet kunnen vatten) dienen ze een doel, en zijn ze acceptabel of zelfs een goede zaak.
Als God zich echter in zijn ondoorgrondelijkheid onttrekt aan wat wij betekenisvol 'goed' en 'kwaad' kunnen noemen, dan brengt dat met zich mee dat de bewering van christenen dat God 'goed' en 'liefdevol' is (zelf)bedrog is. We kunnen op dat vlak helemaal niets zinnigs over God zeggen, want God is zo ondoorgrondelijk dat wat voor ons het hoogste kwaad is, vanuit Gods perspectief, om Hem moverende en voor ons duistere redenen, mogelijk het hoogste goed is. De kruisiging van een onschuldig mens ter uitboeting van de zonden van andere mensen, bijvoorbeeld.
2. De aard van de materie en van de menselijke vrijheid brengen noodzakelijk lijden met zich mee.
Paas' tweede argument betreft de onvermijdelijkheid van het lijden vanuit enerzijds de natuur en anderzijds de vrijheid van de mens.
I. Paas' argument over de natuur valt in twee deelargumenten uiteen. Allereerst stelt hij (a) dat een wereld zonder lijden waarschijnlijk logisch onmogelijk is, omdat lijden onlosmakelijk verbonden is met een materiële werkelijkheid. Zijn tweede argument (b) is dat Gods enige alternatief is de wereld niet te scheppen, en dat wij niet rationeel en zakelijk kunnen afwegen wat meer gewicht heeft: al het geluk of al het lijden in de wereld, en zodoende de vraag of de wereld beter wel of niet geschapen had kunnen worden, niet kunnen beantwoorden.
a. Tegen Paas' z'n eerste deelargument zou ik in willen werpen, dat hij daarmee een streep haalt door de christelijke eschatologie. Indien een wereld zonder lijden logisch onmogelijk is, hoe zal God dan een nieuwe wereld en een nieuwe aarde, zonder lijden maken?
Weet u wat ook gegeven is met een materiële werkelijkheid? Schaarste van voedsel- en natuurlijke hulpbronnen en alle twist en geweld die daarmee gegeven is. Tot de aapjes die elkaar - soms op gruwelijke wijze - uit het bos vechten aan toe. Vertel me eens, dr. Paas, hoe gaat de Here God dat oplossen, indien het logisch onmogelijk is bepaalde vormen van lijden uit te bannen vanuit de eigenschappen van de materie?
Of wat? Gaat Hij de psyche van alle gelovigen in het eschaton op magische wijze transformeren tot die van volmaakt altruïstische troetelbeertjes en my little pony's, die anderen consequent de helft van hun bezit geven? Maar wat blijft er dan nog over van uw free will defense? De gelovigen in het eschaton zijn helemaal niet vrij, ze zijn precies die willoze robots waarmee u even verder in uw betoog schermt om de Schepper uit het beklaagdenbankje te krijgen.
b. Wat betreft de vraag of alle geluksbeleving van bewuste levensvormen opweegt tegen al het lijden, heeft Dostojevski reeds een indrukwekkend antwoord laten klinken in zijn romanpersonage Ivan Karamazov. Denkend aan een hypothetisch meisje dat haar hele leven mishandeld wordt en elke dag bidt dat God haar zal verlossen (wat Hij uiteraard niet doet; dat doet Hij nooit.), zegt Ivan: ik geef mijn toegangskaart voor dit leven bescheiden terug.
Volgens Paas is het argument dat het lijden in de wereld onverenigbaar is met God "meer een door persoonlijk leed gekleurde schreeuw dan een koele afweging van al het leed in deze wereld tegenover al het moois dat daarin ook te vinden is."
Om zijn God te redden moet de apologeet de houding aannemen van de koele, berekenende schrijftafelmoordenaar, die miljoenen mensenlevens afstreept tegenover al het goeds dat daar tegenover staat.
Een moreel mens die in een algoede, alwetende en almachtige God gelooft, geeft zijn kaart terug. Niet omwille van zijn eigen persoonlijke leed, maar vanwege dat van al die anderen, en omdat 'goed' in het geval van zo'n God eenvoudig niet goed genoeg is.
Het argument dat je daarvoor alles zou moeten kunnen overzien, is een non-argument. Men hoeft toch ook niet alle mogelijke toekomsten van het Midden-Oosten te kennen om te weten dat de oorlog in Irak een fiasco was?
II. Paas' argument over de onontkoombaarheid van het lijden gegeven de vrijheid van de mens is het klassieke 'free will defense', die op hetzelfde bezwaar stuit als het voorgaande argument: God wist van tevoren waar de wereld op uit zou draaien en blijft dus verantwoordelijk.
3. Alleen een volmaakte wereld is goed genoeg
Paas' derde argument is dat als je begint met de gruwelen en het lijden weg te denken, dat je dan door moet gaan met wegsnijden, omdat al het lijden dat overblijft, enorme proporties zal aannemen in de beleving van iemand die niet erger kent. Uiteindelijk zullen zelfs onvriendelijke woorden en manipulatie uitgebannen moeten worden, omdat dit voor iemand die geen ander - ernstiger lijden kent - vrijwel ondraaglijk zal zijn.
Dit argument impliceert dat we ziektes als de kanker, pest en malaria maar beter niet kunnen uitbannen, want hoe meer lijden we wegnemen, hoe groter onze beleving van het resterende lijden zal worden voor generaties die deze vormen van lijden niet meer kennen. Gedachtenexperimenten zijn leuk, maar uiteindelijk gaat het om hoe de dingen werken in het echte leven, en in het echte leven helpen we lepra en ringworminfectie niet de wereld niet uit omdat kiespijn en verkoudheid anders enorm lijden zouden worden. In Paas' eigen woorden: "Dit soort tegenwerpingen draagt een sterk speculatief karakter. Het lijkt me het beste dat we de wereld die we kennen als uitgangspunt nemen en ons afvragen hoe die te verbinden is met het geloof in God".
"Het experiment laat zien dat mensen altijd zullen vragen waarom God het lijden toelaat, tenzij de wereld en zijzelf volmaakt zijn.", schrijft Paas. Maar dat is niet meer dan een herformulering van de vraag: hoe kan een volmaakt goed, Almachtig wezen een wereld scheppen die zo overduidelijk onvolmaakt is. Welke wereld dat is - voor ons is het deze wereld - is secundair. Christenen beweren dat er (a) een God is, dat die (b) volmaakt goed, almachtig en alwetend is en dat die (c) de wereld heeft geschapen. En christenen lopen dus altijd op tegen de werkelijkheid dat deze wereld zich niet met zo'n God laat rijmen.
4. Morele mensen in een a-morele werkelijkheid.
Paas' vierde argument is niet defensief, maar aanvallend. Waar haalt de atheïst zijn morele verontwaardiging vandaan?, zo vraagt hij. God afrekenen op morele maatstaven veronderstelt dat er morele maatstaven zijn, maar de atheïst kan die nergens in funderen en de christen wel.
a. "Maar het probleem van dit soort atheïsme, dat sterk is ingegeven door bewogenheid en woede om onrecht en leed, is dat het eigenlijk geen reden heeft om zich daarover zo op te winden. Immers, als wij niet meer zijn dan toevallige producten van diezelfde natuur die zoveel leed verspreidt, hoe komt het dan dat wij – zo te zien als enige wezens op aarde – hiermee zoveel moeite hebben?"
Laat Paas voor zichzelf spreken. Ik voel bepaald geen moeite met het accepteren van het leed dat de natuur met zich meebrengt. Dat is juist zo mooi aan het atheïsme: je hoeft je niet meer af te vragen wat het 'waarom' is achter vreselijke gebeurtenissen, omdat het atheïsme je doet realiseren dat dit 'waarom' er niet is. Er zijn slechts blinde natuurkrachten die een effect opleveren, dat gunstig, danwel neutraal, danwel ongunstig uitpakt voor organismen.
Het is pas wanneer christenen met de bewering komen dat deze kosmos met al wat daarin is, is geschapen en wordt onderhouden door een volmaakt goede, almachtige en alwetende God dat ik verontwaardiging voel. Die claim is pervers en leugenachtig in het licht van het lijden in de wereld. Het is dus pas binnen de parameters van het christelijk geloof dat het lijden een kolossaal filosofisch probleem wordt.
b. Daarnaast stelt Paas dat moraliteit niet uit de biologie ontleend kan worden, als zijnde ontsprongen aan succesvol gedrag van sociale groepen primaten, omdat niet al het succesvol gedrag noodzakelijk moreel rechtvaardig gedrag is, en evenmin al het gedrag in sociale verbanden.
Maar daarmee draait Paas de zaak om. De bewering van biologen is helemaal niet dat moreel gedrag de enige route tot succes of sociale cohesie: de Japanse hoornaar is een succesvolle insectensoort, die leeft in een sociaal verband, en die leeft van roof en moord en daartoe de meest akelige wapens heeft ontwikkeld. Chimpansees hebben er geen probleem mee andere groepen chimpansees mannetje voor mannetje te doden, tot er te weinig mannetjes zijn om de groep te verdedigen, de nazaten kunnen worden afgemaakt en de vrouwtjes ingepikt en opnieuw bevrucht. Daar hebben chimpansees geen morele bezwaren bij, hoewel uit onderzoek blijkt dat apen wel degelijk beschikken over een vorm van rechtvaardigheidsgevoel.
Wat biologen beweren is slechts dat moreel besef heeft bijgedragen aan het succes van onze soort. Hetgeen niet zo gek is aangezien deze zich in sociale verbanden heeft ontwikkeld, en het licht valt in te zien hoe het besef dat het niet aardig is te stelen van elkaar of elkaar de kop in te slaan om niets, bijdraagt aan het succes van de groep.
Dit moreel besef stamt uit empathisch vermogen en de geschiedenis van de mensheid toont aan dat we die empathie uitstrekken tot steeds wijdere cirkels. Betrof die aanvankelijk slechts onze eigen familie of clan, gaandeweg is deze empathie onze streek-, stad-, geloofsgenoten, rasgenoten, landgenoten gaan omvatten; en verzet tegen bio-industrie en dierproeven tonen aan dat we in een nieuwe overgangsfase zitten waarin we ook zoogdieren die dichtbij ons staan binnen die empathische cirkel laten vallen.
Wat ons brengt op een onoverkomelijk probleem voor Paas. Immers, wie gelooft dat er een absolute moraliteit is, en dat die moraliteit ontspringt aan God, moet verklaren hoe het dan komt dat onze noties van wat moreel is en wat niet aan verandering onderhavig zijn. Er was een tijd dat slavernij, genocide, de ondergeschiktheid van de vrouw aan de man en steniging wanneer een vrouw geen maagd bleek te zijn bij de huwelijksnacht moreel goed werd geacht.
Sterker nog: de bijbel prijst deze dingen zelf aan als zijnde moreel juist. Als God nu de bron van de absolute moraal is, zouden we dan niet verwachten dat Hij die moraal ook kenbaar zou maken in Zijn Woord? Als God de bron van de absolute moraal is, hoe kan het zijn dat de bijbel gelijke tred houdt met de in de Oudheid gangbare moraal en wij het nu beter weten dan Mozes toen? Paas staat hier voor een dilemma: hij moet ofwel pleiten voor het verbranden van heksen, stenigen van homoseksuelen, overspelige vrouwen en opstandige pubers, of toegeven dat God aanroepen voor de absolute moraal niets anders is dan 'God' schuiven als bodem voor wat in wezen een moraal is die ontspringt aan ons eigen denken over goed en kwaad. En met dat laatste wordt het aanroepen van God als bron voor de absolute moraal betekenisloos.
Paas had het begrip God in relatie tot begrippen als 'goed' en 'kwaad' zoals ik boven liet zien echter reeds betekenisloos gemaakt, omdat hij God principieel boven ons bevattingsvermogen plaatst en dus 'jenseits von Gut und Bose'. Als in Gods meesterplan de Holocaust en de Goelags en de Rwandese genocide 'goed' kunnen zijn, wat betekenen dan nog 'goed' en 'kwaad' in relatie tot het begrip 'God'? En als ze niets meer betekenen in relatie tot God, hoe kan God dan nog op een betekenisvolle wijze het fundament vormen van onze moraal?
5. God 'ervaart' het lijden?
Tenslotte komt Paas met een argument vanuit de bijbel. God zelf heeft in het kruis het lijden 'aan den lijve' ervaren, zo geloven christenen, want zij menen dat God in Jezus mens werd.
Ik zou Paas aanraden zijn dogmengeschiedenis er nog eens op na te slaan. Juist in de eeuwen waarin het dogma van de incarnatie en van de Drie-eenheid werden uitgewerkt stonden twee zaken als een paal boven water:
a. De goddelijkheid van Jezus is ontologisch van aard. Jezus heeft dezelfde essentie als God. Maar essenties voelen en ervaren niet. Essenties zijn feitelijk abstracte begrippen.
b. God voelt niets. Zou God iets voelen, dan zou hij onderworpen zijn aan passies en driften.
Paas z'n 'christelijke' argument dat God aan het kruis ons lijden ervoer, houdt dus ook theologisch geen steek.
Conclusie.
Samenvattend kunnen we stellen dat in zijn poging zijn godsconcept te redden van het argument van het lijden, Stefan Paas het lijden zoveel mogelijk moet legitimeren en daarmee bagatelliseren, de verantwoordelijkheid voor het kwaad op de mensheid moet schuiven (maar daarmee niet wegneemt dat God eindverantwoordelijke blijft), de christelijke toekomstleer nogal radicaal moet inperken (maar dat niet lijkt te beseffen) en in het algemeen moet rechtpraten waarvan iedereen op z'n klompen voelt dat het krom is.
Dat een algoede, almachtige en alwetende God de schepper zou zijn van deze werkelijkheid, dat deugt gewoon niet. En in zijn hart weet Stefan Paas dat zelf eigenlijk ook wel.
Forumdiscussie over dit onderwerp:
Zie overzichtspagina voor alle artikelen over de hete hangijzers.