Waarom angst voor de Islam gerechtvaardigd is!

Islam will dominate the worldWanneer mensen kritiek leveren op de islam, roepen de pleitbezorgers en steunbetuigers van dat geloof meestal in koor: ‘Islamofobie!’ Het is niet voor niets dat de gelovigen en hun steunbetuigers gekozen hebben voor een term die lijkt op een psychische aandoening. Het is een bewuste strategie om de critici neer te zetten als gestoorden, als mensen met een zieke geest, waarbij men dan hoopt dat niemand meer naar hen zal luisteren. Dat de critici wel eens gelijk zouden kunnen hebben vinden de verkondigers van ‘het enige ware geloof’ meestal niet zo belangrijk, en van het feit dat velen van hen zelf aan een dergelijke geestelijke stoornis lijden zijn ze zich waarschijnlijk ook niet bewust. We zouden evengoed kunnen zeggen dat veel moslims lijden aan een ‘ongelovigenfobie’, een ziekelijke achterdocht en angst voor de ‘kafir’ (ongelovige); een fobie die één van de grote oorzaken is van polarisatie, haat, oorlog, terrorisme en andere uitwassen, en een fobie die haar oorsprong vindt in de Koran.
De Koran zegt: ‘98:6. Voorwaar, de ongelovigen onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen in het Vuur der hel geworpen worden, daarin zullen zij verblijven. Zij zijn de slechtste der schepselen.’

 

 

Naast ‘de slechtste der schepselen’ is de ongelovige ‘brandstof voor het vuur’ (sura 2:24), doof, stom (2:171), erger dan beesten (sura 8:22, 8:55), een huichelaar (sura 8:49), et cetera. Door de hele Koran heen wordt de ongelovige neergezet als een onmens; iemand die niet in staat is te deugen; iemand die niet te vertrouwen is; kortom, de ongelovige wordt gedemoniseerd: ‘60:2. Als zij de overhand over u krijgen zullen zij als vijanden tegenover u handelen, en zij zullen hun handen en tong naar u uitsteken om u kwaad te berokkenen.’
Wee de ongelovige die het islamitische bijgeloof bekritiseert na het lezen van deze hatelijke teksten. Een groot deel van Allah’s slaven draait om de hete brij heen, is hypocriet, probeert met exegetisch woordgegoochel recht te praten wat krom is, en de seculiere steunbetuigers zijn bijna even erg. De ongelovige mag niet zeggen dat de Koran een boek is vol haat, primitief barbarisme en bijgeloof; hij mag niet zeggen dat Allah niet bestaat; hij mag geen grapjes maken over de veronderstelde profeet. Doet hij dit wel, dan zaait hij haat, zorgt hij voor polarisatie in de samenleving. En de Islam? De Islam is bij voorbaat goed, en de Koran boven alle kritiek verheven. Maar, geachte lezer, vindt u het beschaafd om een hele groep andersdenkenden te beschrijven als ‘slechtsten der schepselen?’ Is dat geen haatzaaien? Zorgt dat niet voor polarisatie in de samenleving? Oordeelt u zelf, maar wees eerlijk!

Over polarisatie gesproken, de Koran zegt: ‘3:28. 'Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen.’
4:101. Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor u.’
3:118. O gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven u te benadelen. Zij houden van leedvermaak. Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt is nog erger.’
5:51. O, gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad één hunner.’
60:4. Er is een goed voorbeeld voor u in Abraham en degenen die met hem waren toen zij tegen hun volk zeiden: "Wij hebben niets uitstaande met u en hetgeen gij buiten Allah aanbidt. Wij verwerpen u en er is tussen u en ons eeuwige vijandschap en haat ontstaan, tenzij gij in Allah, de Enige gelooft.
Het is voor de volgelingen van Allah’s ‘vreedzame’ religie zelfs verboden om voor ongelovige familieleden te bidden: ‘9:113. Het is de profeet en de gelovigen niet geoorloofd om vergiffenis te vragen voor de afgodendienaren, zelfs al waren dezen verwanten, nadat hun (de gelovigen) duidelijk is geworden, dat zij (afgodendienaren) het volk der hel zullen zijn.’
Leest u de teksten nog eens goed door, en laat het op u inwerken. Vindt u dit bevorderlijk voor een gezonde samenleving? Is het een deugd om hierover te zwijgen? Of heeft de Koran gelijk? Maak uw keuze!

 

De katalysator in het polarisatieproces is het concept van de hel; een concept dat net als in het christendom voor de meest monsterlijke psychische deformaties heeft gezorgd. Over de hel zegt de Koran: ‘21:19. Voor de ongelovigen zullen gewaden van Vuur worden gesneden en over hun hoofd zal kokend water worden uitgegoten. Waardoor hun ingewanden alsmede hun huiden zullen worden verteerd. En hen zullen ijzeren roeden wachten. Telkens wanneer zij er uit (uit de hel) wensen te gaan, zullen zij er in terug worden gedreven; men zal zeggen: "Proeft gij de straf van het branden?’
De tegenpool van de hel is het paradijs: ‘47:15. Het beeld van het paradijs dat aan de godvruchtigen is beloofd: er zijn daarin stromen water dat niet bederft; en stromen melk waarvan de smaak niet verandert en stromen wijn, smakelijk voor degenen die drinken en rivieren van zuivere honing. En zij zullen er allerlei vruchten in hebben en vergiffenis van hun Heer. Kunnen zij gelijk zijn aan degenen die in het Vuur vertoeven en die kokend water te drinken krijgen zodat het hun ingewanden verscheurt?’
Hoewel een eeuwig verblijf in een land van melk en honing op den duur zeker zal gaan vervelen, is het duidelijk dat het paradijs bij iedere gelovige de voorkeur zal verdienen. Sommige gelovigen zullen er alles aan doen om niet in de hel te komen. Het probleem van de gelovige is dat hij er nooit helemaal zeker van is of hij uiteindelijk in het paradijs zal arriveren. Het hangt allemaal af van de beslissing van Allah, die de zonden en de goede daden weegt: ‘101:6. Dan zal hij, wiens schalen zwaar zijn, Een aangenaam leven genieten. Doch hij, wiens schalen licht zijn, Zijn toevlucht zal Hawi'jah (de hel) zijn.’
Er is echter een uitweg; een manier waarop men volgens de Koran zeker kan zijn van een plekje in het paradijs: ‘4:74. Laten derhalve zij, die hun tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals willen offeren, voor de zaak van Allah strijden. En wie voor de zaak van Allah strijdt, hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning geven.’
4:95. Diegenen der gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun persoon terwille van Allah strijden. Allah heeft degenen, die met hun rijkdommen en hun persoon strijden doen uitmunten boven de rustenden en aan ieder heeft Allah het goede beloofd. Allah zal de strijders boven de stilzittenden doen uitblinken door een grote beloning.
9:20. Zij, die geloven en van hun woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor de zaak van Allah strijden, hebben in de ogen van Allah de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren. Hun Heer geeft hun blijde tijdingen van Zijn barmhartigheid en van welbehagen en van tuinen waarin een blijvende zaligheid voor hen zal zijn.
3:169. En denkt niet over degenen, die terwille van Allah zijn gedood, als doden. Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden hun gaven geschonken.
9:111. Voorzeker, Allah heeft van de gelovigen hun persoon en hun bezittingen gekocht in ruil voor het paradijs - zij vechten voor de zaak van Allah en zij doden en worden gedood - een onfeilbare belofte in de Torah en het Evangelie en de Koran.’
Wie zijn leven of bezittingen opoffert in de strijd voor ‘de zaak van Allah’, dat wil zeggen, oorlog voert tegen de ongelovigen, is verzekerd van een plaats in het paradijs, aldus de Koran. Dit betekent dat voor het ‘zielenheil’ van de gelovige, oorlogvoeren voordelig is, want de vreedzame weg naar het paradijs is onzeker. Sommige gelovigen zullen tegenwerpen dat het alleen toegestaan is om verdedigingsoorlogen te voeren, en inderdaad, de context van sommige verzen waarin opgeroepen wordt tot de gewapende strijd, suggereert inderdaad dat er sprake is van een defensieve oorlog, maar dit is slechts een wassen neus, en men kan op meer manieren oorlog voeren dan met de wapenen alleen. De Koran roept op tot een koude oorlog; tot achterdocht en vijandschap jegens de ‘slechtsten der schepselen’, en de Koran verplicht de gelovige om deze ‘slechtsten der schepselen’ niet te gehoorzamen, want Allah’s wetten gaan boven die van de ongelovigen: ‘33:48. En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en sla geen acht op hun grievende taal, stel uw vertrouwen in Allah, want Allah is Toereikend als Beschermer.’
4:59. O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben.’
Zodra de gelovigen tot meerderheidsgroep zijn geworden, dan betekend dat het einde van de scheiding tussen kerk en staat. De ongelovige krijgt de keuze om zich te bekeren tot de Islam, óf de Jizya belasting te betalen en onderdanig te zijn: ‘9:29. Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.’
Zodra de ongelovige zich verzet tegen deze afpersingspraktijk, is het voor de gelovige geoorloofd om ‘met zijn bezit en zijn persoon voor de zaak van Allah te strijden.’ En zo wordt de uitdrukking ‘Islam is vrede’ steeds absurder, het is een contradictio in terminis, zoiets als een cirkelvormige vierkant.
Terwijl ik dit schrijf roepen politieke hoogwaardigheidsbekleders het Nederlandse volk op om respect te hebben voor de Islam, maar waarom moet ik als ongelovige, respect hebben voor een religie waar zoveel walging vanuit gaat voor andersdenkenden? Waarom moet ik respect hebben voor een boek waarin ongelovigen worden beledigd en bedreigd? Ik weiger het om daar respect voor te hebben, en ik denk dat angst voor een dergelijke gedachtengoed wel degelijk gerechtvaardigd is, en niet afgedaan mag worden met ad-hominems als ‘islamofobie.’

 

Ik maak een verschil tussen het respecteren van individuen, en het respecteren van de denkbeelden die zij aanhangen. Ik hoop dat men dit kan scheiden. Ik ben van mening dat het mogelijk is om iemand te respecteren, en tegelijkertijd zijn ideeën verachtelijk te vinden. Misschien maakt dit citaat van Voltaire enigszins duidelijk wat ik bedoel: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’

 

Marc Defianth. 08-06-2006. (freethinker  'AT' tiscali.nl)

 

Post Scriptum 2008: Ik sta nog grotendeels achter de inhoud van dit artikel, maar de toon van het artikel moet geplaatst worden in de tijdsgeest van de periode waarin het is geschreven. Uit de artikelen die ik voor o.a. deze site heb geschreven, is meerdere malen geciteerd op rechtsextremistische sites en fora. Rechtsextremisme en ultra-nationalisme vind ik even verwerpelijk als religieus extremisme en sektarisme. Oók degenen die eenzijdig de Islam bekritiseren, en de misstanden binnen andere religies bagatelliseren of negeren, zullen mij daarin niet aan hun zijde vinden. 

 

Naar overzicht Islam: